Piekeren
Had ik maar, hoe moet dat nou, zal ik niet, wat als... Gepieker brengt je meestal nergens. Maar hoe kun je het piekeren loslaten?
Wat is piekeren?
We piekeren allemaal wel eens. Omdat we ons zorgen maken over iets, ons afvragen of we wel goed hebben gehandeld, of waarom ons iets is overkomen. Fijn is al dat gepieker niet; het houdt ons ’s nachts wakker en bederft overdag ons plezier.
De psychologische term voor piekeren (ook wel tobben of malen) is rumineren, met als officiële betekenis: het herhaaldelijk langdurig denken over je gedachten en gevoelens. Het probleem van piekeren zit ‘m vooral in het ‘herhaaldelijke’ en ‘langdurige’.
Kortstondig over iets nadenken is juist nuttig, het zet je aan tot actie. Ook met het (achteraf) analyseren van problemen en fouten, is niets mis. Het helpt je oplossingen te vinden en beter te worden.
Maar piekeren betekent dat je gedachten of gevoelens niet kunt loslaten; je blijft maar in cirkeltjes ronddraaien zonder verder te komen. Dit maakt de kans op een goede oplossing juist kleiner, zo bleek uit een onderzoek aan de universiteit van Yale.
Proefpersonen die werden aangezet tot piekeren, bedachten minder effectieve oplossingen en áls ze al op een goede oplossing uitkwamen, twijfelden ze daarover en over hun eigen vermogens om die oplossing succesvol uit te voeren.
Waarom piekeren we?
Al met al lijkt gepieker ons dus vooral in de weg te zitten. Maar waarom doen we het dan toch zo vaak? Ruth Baer, een Amerikaanse hoogleraar psychologie en auteur van het boek Oefenen in geluk, noemt drie redenen:
- We zien piekeren aan voor constructief denken, want het voelt alsof we problemen echt te lijf gaan.
- Gepieker beschermt ons tijdelijk tegen pijnlijke emoties. Als iemand je gekwetst heeft, is het veel fijner om te zwelgen in boosheid over wat de ander je heeft misdaan dan om stil te staan bij de pijn die je voelt en de rol die je zelf gespeeld hebt in de situatie.
- Door te blijven malen, vermijden we de moeilijke stappen die we misschien moeten zetten, zoals het onderwerp bij de ander ter sprake brengen of ons eigen gedrag veranderen. Ergens is al dat getob dus lekker makkelijk. Je hoeft immers niet in actie te komen.
Piekerstoornis
We piekeren allemaal wel eens. Ruim eenderde zit zelfs dagelijks te malen, zo bleek uit onderzoek van Psychologie Magazine. En hoewel het dus heel menselijk is, is het wel ongezond. Het maakt je angstig en somber. De kans om depressief te worden, is voor notoire piekeraars een stuk groter.
Zo’n 5 tot 8 procent van de mensen krijgt in zijn leven te maken met een echte piekerstoornis, ook wel gegeneraliseerde angststoornis (gad) genoemd. Zie maken zich continu (onterecht) zorgen over van alles en nog wat en doen aan doemdenken.
Hun getob beïnvloedt hun dagelijks leven en kan zelfs tot een hartaanval leiden. Vooral binnenvetters lopen risico ziek te worden van hun getob.
Deze 3 signalen kunnen op een piekerstoornis wijzen:
- als je gedachten je ’s nachts vaak wakker houden.
- als je getob niet tot oplossingen leidt, maar je juist ongeruster maakt.
- als je omgeving geïrriteerd raakt als je vertelt wat je dwars zit, omdat je vaak in herhaling valt.
Wil je weten of je bovengemiddeld veel piekert? Doe dan de test ‘Ben je een piekeraar?’
Stoppen met piekeren
Zit je jezelf flink in de weg met gepieker? Dan is het tijd om daar iets aan te doen. Er zijn allerlei tips en adviezen die helpen te stoppen met piekeren.
Een effectieve manier om negatieve gedachten af te remmen, is door bewust de duur te beperken en de timing te bepalen. Dit kun je doen door maximaal twee keer per dag een piekerkwartier in te stellen. In die tijd ga je bewust zitten piekeren, het liefst op een ongemakkelijke stoel.
Dat klinkt misschien wat geforceerd, maar onderzoek toont aan dat het echt werkt. Betrap je jezelf op andere momenten op getob? Beslis dan expliciet: deze gedachte bewaar ik voor het piekerkwartier.
Pieker in ieder geval nooit ’s nachts. Leg een notitieblok naast je bed, schrijf je piekergedachte op en probeer hem daarna los te laten. Je kunt eventueel een piekerdoos onder je bed zetten, waarin je al die negatieve gedachten bewaart.
Ook overdag helpt het trouwens om je zorgen op te schrijven. Zo vloeien ze over op het papier, vermoeden experts. Expressief schrijven zou helpen voorkomen dat piekeraars mentaal opgebrand raken door stress en zorgen.
Wat te doen tegen piekeren
Pieker alleen over feiten, luidt het advies voor piekeraars. Test je gedachten door jezelf de volgende vragen te stellen:
- Is dit echt gebeurd of hoe groot is de kans dat dit werkelijk gebeurt?
- Wat is het ergste wat er kan gebeuren en wat het beste?
- Welk bewijs heb ik voor deze gedachte?
- Zijn er nog andere verklaringen mogelijk?
Piekeren gaat altijd over dingen die al gebeurd zijn of die wellicht zouden kunnen gebeuren. Mindfulness helpt je te focussen op het hier en nu wat een effectieve manier is om te stoppen met piekeren. Want aan het verleden is immers toch niets meer te doen. En wat de toekomst zal brengen? Dat weet niemand.
Daarnaast kan het nemen van probiotica helpen. Uit onderzoek blijkt namelijk dat een gezonde darmflora angstig en depressief gedrag vermindert.
Cursus piekeren
Wil je leren wat je kunt doen tegen gepieker? De online training ‘Stoppen met piekeren’ helpt je om structureel minder te piekeren.
In deze cursus krijg je inzicht in je gedachtepatronen en allerlei anti-pieker tips en trucs. Inclusief een stappenplan voor het nemen van beslissingen.