‘Nooit heb ik rust in mijn hoofd. Iedere dag heb ik tien nieuwe, heel goeie ideeën en moet ik me inhouden om daar niet iets mee te gaan doen. Ook maak elke dag tien fouten, waar andere mensen me altijd op wijzen: je bent te laat, je zou terugbellen, enzovoorts.
Toch ben ik ongelofelijk blij en trots dat ik ADHD heb. Het heeft mij gemaakt tot wie ik ben. Ik heb er ook beroepsmatig iets mee gedaan: Super Brains is een app voor ADHD’ers door ADHD’ers. Nu kan ik mijn ervaringen gebruiken om Super Brainers over de hele wereld te helpen.’
‘Een psychose voelt een beetje alsof je in een rare film bent beland. Mijn beleving van de werkelijkheid werd anders; ik legde allerlei verbanden die er niet waren en trok me terug in een eigen wereld. Na de psychose volgde een heftig rouwproces, schaamte en verdriet. Dit was niet wat ik voor mezelf in gedachten had gehad. Ik was intelligent en ambitieus, maar nu was me verteld dat mijn gedachten niet klopten.
Inmiddels werk ik weer bij een interessante organisatie in een leuke functie. Ik wil voorkomen dat het mijn identiteit wordt en wil daarom niet herkenbaar op de foto; mensen die psychosegevoelig zijn hebben te maken met een hardnekkig vooroordeel.’ Anne richtte een stichting op voor werkende mensen met psychosegevoeligheid.
‘Ik ben snel overprikkeld en mijd het liefst dingen als verjaardagsfeestjes. Vooral als ik moe ben, verloopt het contact met anderen niet altijd even soepel. Wel heb ik veel oog voor detail en ben ik heel gestructureerd en analytisch. Maar omdat ik ASS heb, kan dit nogal dwangmatig zijn. Als ik iets lees, rijzen er allerlei vragen in me op, en die móét ik dan beantwoorden. Daarom heb ik een paar jaar de krant niet gelezen. Als ik in een werksituatie structureel overprikkeld raak, versterken mijn negatieve kanten en verzwakken de positieve. Ik volg nu een training om hier beter mee te leren omgaan.’
‘Het is nooit stil is mijn hoofd; altijd ben ik aan het denken en piekeren. Hierdoor raak ik snel overprikkeld en heb ik een negatief zelfbeeld. Sinds ik moeder ben, ga ik hier bewuster mee om: ik wil niet dat mijn dochter dat negatieve zelfbeeld van mij overneemt. Mede daarom ben ik aan de medicatie gegaan en dat helpt gelukkig.
Toch vind ik dat ADD ook mooie kanten heeft. Zo ben ik heel spontaan en ad rem. Ook zijn mijn emoties intenser dan gemiddeld: als ik blij ben, ben ik ook echt blij. Helaas geldt dat ook als ik boos of verdrietig ben.’
‘Ik herschik de bordjes in de afwasmachine als mijn partner niet kijkt, vouw rustig alle handdoeken opnieuw op (altijd de rand naar buiten!) en moet echt op mijn handen gaan zitten om niet de stickertjes recht te plakken in het kleurboek van mijn dochter. Ook kan ik heel slecht tegen openstaande kastdeurtjes en laden. Allemaal niet heel ernstig, wel een beetje obsessief.
Dat het ALTIJD beter kan is een instelling waarmee je het jezelf, je collega’s en kinderen best moeilijk kunt maken en dat heb ik ook regelmatig gedaan, vrees ik. Ik maak mezelf dan wijs dat het er heus echt beter van wordt. Zucht.’
‘Gelukkig voel ik me op dit moment een stuk minder depressief. Door de gesprekken met mijn psycholoog heb ik geleerd aan mezelf te werken en me open te stellen voor nieuwe dingen. Maar ik ben nog wel bezig met mijn herstel en erg bang dat ik een terugval krijg. Vooral tegenslagen zijn een trigger voor mij, daar kan ik slecht mee omgaan.
Weinig mensen begrijpen echt hoe het is om depressief te zijn. En dat je een zelfmoordpoging doet snappen ze al helemaal niet. Dat onbegrip maakt het voor mij nog moeilijker dan het al is.’
‘Ben ik wel goed genoeg? Word ik wel aangenomen tijdens audities? Dat soort gedachten gaan regelmatig door me heen. Ik denk mijn faalangst me ertoe aanzet harder te werken. Nog beter mijn best te doen. Op het moment zelf weet ik dan dat ik er alles aan heb gedaan en kan ik het beste geven wat ik heb. Mijn faalangst helpt me daardoor meer dan het me tegenwerkt – het heeft mijn motivatie en mindset alleen maar versterkt. Het stimuleert me om steeds beter te worden.’
‘Ik heb de neiging om heftige emoties weg te lachen in plaats van ze te laten zien. Dat is er bij mij zo ingesleten, dat ik daar heel bewust op moet letten. Als iemand vroeger had geopperd dat ik een eetprobleem heb, zou ik dat direct hebben ontkend: “Ik? Welnee, ik heb nergens last van!” Wat dat betreft is het een zegen dat ik tweeënhalf jaar geleden officieel de diagnose ‘eetstoornis’ kreeg. Het heeft me gedwongen met mezelf aan de slag te gaan, waardoor ik meer zelfinzicht heb gekregen.’
‘Aan de ene kant was ik intens blij toen mijn kinderen werden geboren. Maar aan de andere kant voelde ik me extreem onzeker en angstig. Ik was oververmoeid en had last van stemmingswisselingen. Mijn omgeving kwam met allerlei goedbedoelde adviezen, maar daar werd ik alleen maar onzekerder van. Steeds weer belandde ik in de piekerstand en het lukte me niet om mijn gedachten een positieve kant op te sturen. Dat vond ik erg confronterend, maar ook leerzaam. Ik heb er veel meer begrip voor mensen met psychische problemen door gekregen. Daar heb ik in mijn huidige baan heel veel baat bij.’
‘Van mijn 12de tot mijn 18de had ik een eetstoornis. Het was voor mij lastig hierbij hulp te aanvaarden omdat ik zelf vond dat het goed ging. Ik zag helemaal geen noodzaak om aan te komen. Gelukkig kreeg ik de juiste hulp en nu voel ik me sterker dan ooit.
Sinds een half jaar weet ik dat ik hoogsensitief ben. Ik ben heel perfectionistisch en leg de lat hoog. Aan de andere kant kan ik me goed in een ander inleven en heb ik veel oog voor detail. Daarom ben ik ook dankbaar voor mijn hoogsensitiviteit; het maakt me tot wie ik ben.’
Tot onze spijt staat in de printeditie van dit artikel ten onrechte dat Anika ook autisme heeft, dit is niet correct.
‘Ik heb een triple A-persoonlijkheid: ik doe Altijd Alles Alleen. Dat is soms een eenzaam bestaan. Het lastigste aan deze eigenschap is dat ik moeilijk kan samenwerken met mensen als er gezagsverhoudingen bestaan. De gedachte dat iemand me van mijn eigen plan houdt, is onverdraaglijk. Daardoor heb ik wel mensen van me vervreemd.
Maar dat ik lang altijd alles alleen heb gedaan, heeft me ook tot een self made man gemaakt. Alles wat ik heb bereikt – en alles wat ik niet heb bereikt – staat op mijn eigen conto. Dat is iets om trots op te zijn.’
‘Mijn vliegangst is begonnen na de geboorte van mijn zoon, maar werd veel erger na de ramp met de MH17. Al maanden voor de vlucht slaap ik slecht en heb ik paniekaanvallen. Als ik in het vliegtuig zit, begin ik te zweten en klopt mijn hart als een bezetene. Ik ben ervan overtuigd dat we door een technisch mankement of een aanslag zullen neerstorten.
Op dit moment is het zo erg dat ik misschien nooit meer durf te vliegen, terwijl ik mijn zoon nog zo veel landen wil laten zien. Ik hoop dus dat ik een manier vind om ermee om te gaan.’
‘Mede dankzij mijn vriendin heb ik mijn stemmingswisselingen leren relativeren. Ik besef nu dat ze van zeer korte duur zijn en dat helpt er minder zwaar aan te tillen. Bij mijn narcistische trekjes helpt een dosis zelfrelativering ook. Als ik me nu onbegrepen voel, vraag ik me eerst af of ik me anders kan uitdrukken, in plaats van me te ergeren aan de zogenaamde stupiditeit van anderen.
Inmiddels ben ik tevreden met hoe ik ben. Ik ken mijn beperkingen en mijn talenten. Samen met mijn vriendin, hond en kat heb ik een heerlijk rustig, maar zeker geen saai leven.’
‘Ik heb mijn hooggevoeligheid een tijd vervloekt. Waarom kunnen anderen zo veel en ben ik altijd moe? Nog steeds vind ik het lastig dat mijn energie zo snel op is. Als ik een avondje ga stappen, moet ik de volgende dag rust nemen. Geluiden komen bij mij harder binnen en ook gevoelens en emoties zijn intenser. Het heeft ervoor gezorgd dat ik een burn-out kreeg.
Maar door alle inzichten die ik kreeg tijdens mijn studie als mindfulnesstrainer ben ik er nu dankbaar voor, omdat ik juist door mijn inlevingsvermogen mensen goed aanvoel en snel weet wat ze nodig hebben. Nu omarm ik mijn hooggevoeligheid in plaats van het te bevechten.’
‘Het kan dagen, weken goed gaan. En dan uit het niets ninja-kickt de depressie me achterstevoren de prikkelbosjes in en lijkt alles verloren. Uit dat gat klimmen is enorm vermoeiend, vooral omdat ik geen enkele garantie heb over hoe lang het duurt en hoe lang het daarna goed blijft gaan.
Anderzijds heb ik door mijn depressies nee leren zeggen en dat is heel bevrijdend. Ik stel mezelf telkens de vraag: geeft of kost het me energie? Simpel, maar effectief. En wat een ander daarvan vindt, is niet mijn probleem. Mijn eigen gevoelens in balans houden is al werk genoeg.’
‘Elke mijlpaal in mijn transitie is een enorme opluchting: toen ik zeker wist wat er aan de hand was; toen ik uit de kast kwam; de eerste keer dat ik Nathan werd genoemd; de eerste keer dat ik naar mezelf keek en me niet alleen een jongen voelde maar ook echt een jongen zag.
Ik wil laten zien dat ik trots en zelfverzekerd ben als transgender. Dat brengt het risico met zich mee afgewezen te worden. Maar het werkt wel; er is al veel meer acceptatie dan twintig jaar terug. En wat is er nou mooier dan stukje bij beetje de wereld veranderen?’
‘Ik was niet extreem mager of extreem zwaar, maar toch beheersten eten en sporten mijn leven. Ik denk dat de oorzaak ligt in mijn gevoeligheid en perfectionistisme. Tegelijkertijd zorgen deze eigenschappen er ook voor dat ik sociaal ben en veel bereikt heb in mijn leven. Ik heb op een harde manier geleerd er niet in door te slaan.
Iedereen heeft wel iets en vroeg of laat komen we onszelf allemaal op onze eigen manier tegen. Dat is even moeilijk, maar als je goed luistert naar wat je probleem je probeert te vertellen, kom je er sterker uit.’
‘Ik ben snel somber en moe, terwijl ik wel vol plannen zit. Dat frustreert me nogal eens. Jarenlang heb ik van alles geprobeerd, waaronder medicatie. Inmiddels ben ik daarmee gestopt en dat bevalt goed, ik merk weinig verschil. Ik heb me professioneel als therapeut, maar ook persoonlijk verdiept in ACT (Acceptance and Commitment Therapy) en dat helpt me om het leven te nemen zoals het komt. Dus ook met de dalen die daarbij horen. Regelmatig deel ik iets van mijn eigen worstelingen met cliënten, om te laten zien dat iedereen wel wat heeft.’
‘Het ergste vind ik dat mijn stoornissen mij verlammen. Ik zie leeftijdsgenoten in een hoog tempo hun doelen bereiken, terwijl mijn leven soms lijkt stil te staan. Het is lastig om blij te zijn met de kleine ontwikkelingen die ik doormaak.
Aan de andere kant heb ik heel veel mooie en fijne mensen leren kennen, doordat ik in de bijstand ben geraakt en vrijwilliger ben geworden. Die contacten had ik niet willen missen. Inmiddels heb ik geaccepteerd dat mijn kwetsbaarheden altijd onderdeel zullen blijven van mijn leven. In de toekomst hoop ik er (nog) beter mee om te leren gaan.’
‘Ik ben heel gevoelig voor prikkels. Dat ben ik al mijn hele leven, maar sinds ik weet dat ik autisme heb, kan ik mezelf beter tegen overprikkeling beschermen. Dat ik zo gevoelig ben, is zeker niet alleen negatief. Ik heb oog voor detail, ook in mijn contacten met patiënten. Ik ben zorgzaam en kan goed luisteren, zonder oordeel. Ik ben erg creatief, dat komt denk ik doordat ik de gebaande paden vrij snel saai vind. Verder ben ik sterk analytisch ingesteld. Om met andere artsen met autisme in contact te komen, heb ik een website opgezet. Het heeft me erg geholpen om ervaringen te kunnen uitwisselen.’
‘Regelmatig verlies ik de regie over mijn leven en ik vind het heel lastig om aan anderen uit te leggen wat er op die momenten precies in mijn hoofd gebeurt. Soms geloven mensen niet dat er geen opzet in het spel is als het misgaat. Daardoor voel ik me vaak onbegrepen. Misschien dat ik mezelf daarom heb aangeleerd heel goed naar anderen te luisteren. Ik onthoud ook echt alles: van iemands lievelingsbloemen en favoriete boek tot de verjaardag van de hond. Ik hoor vaak dat ik zo attent ben en dat is natuurlijk weer heel leuk.
‘Ik ben nooit tevreden met wat ik heb en ben altijd op zoek naar het volgende succes. Overal wil ik het maximale uithalen, nooit is het genoeg. Dat maakt me onrustig en zorgt dat ik niet goed kan genieten. Ik vond deze fotoshoot bijvoorbeeld heel leuk en toch dacht ik: is het niet zonde van mijn tijd?
De andere kant van de medaille is dat mijn gedrevenheid ervoor zorgt dat ik een goede baan heb en genoeg geld op de bank. Als dat niet het geval zou zijn, was de balans echt zoek en zou ik er neerslachtig van worden.’
‘Mijn faalangst komt soms zomaar op, terwijl ik het moment ervoor nog zelfverzekerd was. Ik begin dan zichtbaar te zweten. Het enige wat ik dan nog kan doen, is zo rustig mogelijk blijven en denken: het is maar zweet. Gelukkig is het al flink minder geworden. Dat ik inmiddels vaak voor groot publiek heb opgetreden, heeft hierbij erg geholpen.
Ik heb ook veel van mijn faalangst geleerd. Ik kom uit een cultuur waarin kinderen onder grote druk staan om iets te bereiken. Ik wilde mijn ouders niet teleurstellen, maar besef nu dat ik het voor mezelf doe. Het is immers mijn toekomst.’
‘Als ik ’s avonds een spin in mijn kamer zie, kan ik daarna niet meer slapen. Ik denk dan alleen maar aan die spin en ben bang dat hij bij me in de buurt zal komen. Die angst houdt me de hele nacht wakker. Het voordeel van mijn spinnenangst is dat ik mijn kamer regelmatig grondig schoonmaak, om te voorkomen dat er spinnen zijn. Zonder mijn fobie zou ik een stuk slordiger zijn, denk ik.’
‘Ik weet nooit wanneer de depressie toeslaat. Mijn gemoed kan van het ene op het andere moment omslaan. Dat maakt het heel ongrijpbaar, ook voor de mensen om me heen. Hun goedbedoelde adviezen werken vaak averechts; zolang je het niet zelf hebt meegemaakt begrijp je toch niet echt hoe het is. In een depressie ben je jezelf niet meer en kloppen je gevoelens niet meer met de werkelijkheid. Dat is ontzettend heftig. Ik wens het niemand toe en zou graag willen dat ik het zelf niet had. Dan had mijn leven er denk ik heel anders uitgezien.’
‘Ik heb aldoor het gevoel alsof de boel in brand staat. Altijd ben ik gejaagd en onrustig, altijd bang dat ik iets belangrijks vergeet. Dat maakt me ook weer heel gedreven waardoor ik veel van mijn doelen en idealen heb kunnen realiseren. Zo heb ik de Stichting Dwangstoornis opgericht en twee boeken geschreven: Vals Alarm. Leven met een dwangstoornis en De psychiater en ik.
Al kan ik sommige aspecten missen als kiespijn, ik heb me ermee verzoend dat ik een dwangstoornis heb. Maar ik heb dan ook het geluk dat het mijn werk en gezinsleven niet onmogelijk maakt.’
‘Bijna twintig jaar geleden heb ik mijn rijbewijs gehaald, na zo’n 120 lessen en vijf keer afrijden. Ik ben niet goed in al die dingen tegelijk doen: kijken, schakelen, de weg vinden. Mijn grootste angst is dat ik iemand aanrijd. De keren dat ik heb gereden zat ik echt te trillen en zweten van angst. Een paar jaar geleden heb ik het maar opgegeven.
Mijn rij-angst is vooral heel onhandig als ik een afspraak heb in een of andere uithoek. En mijn vriend moet altijd rijden als we samen ergens heen gaan. Gelukkig wonen we in Amsterdam en doen we bijna alles met de fiets.’
‘Ik zeg altijd dat ik last heb van “bestaansrechtstress”, een zelfbedachte term die de lading goed dekt. Het komt erop neer dat ik diep vanbinnen het gevoel heb dat er geen ruimte voor mij is, dat een gelukkig leven niet voor mij is weggelegd.
Toch heeft mijn donkere kant me ook iets goeds gebracht. Zo heb ik veel interesse in andere mensen, omdat ik wil leren hoe ik de lichte kant van het leven kan gaan zien. Het heeft me de drive gegeven om studies te volgen, zodat ik anderen kan ondersteunen bij diezelfde zoektocht. Maar liever zou ik fluitend door het leven gaan.’
‘Door mijn perfectionisme ben ik geworden wie ik ben. Het zorgt ervoor dat ik veel heb bereikt, ook in mijn werk. Maar soms werkt het juist tegen me. Het is voor mij nooit helemaal goed, ik vind dat het altijd toch nog iets beter kan. Ik denk wel eens dat het leven aangenamer zou zijn als ik minder perfectionistisch was. Zowel voor mezelf als voor mijn omgeving.’
Ik zie vaak ver vooruit, maar ik moet leren om hulp in te schakelen om doelen concreet te maken. Nu kost het me veel energie. Daarnaast ben ik enorm enthousiast, vooral over duurzaamheid en daarbij kan ik mijn eigen grenzen nog wel eens vergeten. Ik heb altijd allerlei lijntjes uitstaan en daardoor lukt niet altijd om dingen af te krijgen. Dat zorgt voor onduidelijkheid en chaos, in mijn hoofd en omgeving. Maar ik ben aan de andere kant blij dat ik zo’n positieve kijk op het leven heb. Ik ben ambassadeur voor Stichting Samen Sterk zonder Stigma geworden, mijn doel is om vooroordelen weg te nemen en de wereld laten zien wat de kracht is van diversiteit. Wel had ik op jonge leeftijd graag meer ondersteuning gehad – dat wens ik iedereen toe.’
‘Het ergste vond ik dat ik geen controle meer had over mijn lijf en gedachten. Het lukte me niet meer om te werken, om echtgenote, moeder, een vriendin te zijn, en om er voor mezelf te zijn. Het voelde als een uitzichtloos, diep dal.
Nu ben ik dankbaar voor mijn burn-out. Als ik die niet had gehad, was ik op de automatische piloot doorgegaan. Ik heb erdoor geleerd dat ik alleen van betekenis kan zijn voor anderen als ik goed voor mezelf zorg. Ik (her)ken mijn grenzen en ben aan het leven in plaats van overleven.’