Kinderen van ouders met psychische problemen lopen drie tot dertien keer zoveel risico om zelf ook psychische problemen te ontwikkelen als kinderen van psychisch gezonde ouders, zegt orthopedagoog Rianne van der Zanden. Een klein deel van dat hogere risico hangt samen met genetische aanleg, maar vooral de omgeving, de omstandigheden en de aard van het kind zijn van invloed. ‘Een sociaal vaardig kind met een verstandige tante in de buurt loopt minder risico.’
Van der Zanden is wetenschappelijk onderzoeker bij het Trimbos-instituut en houdt zich al langere tijd bezig met de problemen van kinderen van ouders met psychische problemen, kopp-kinderen. Vanaf 1995 wezen steeds meer onderzoeken uit dat volwassenen die met psychische aandoeningen in de ggz-zorg belandden, zelf ook al ouders hadden met psychische problemen. Van der Zanden: ‘Minimaal 577.000 kinderen in Nederland hebben zo’n thuissituatie. Niet dat er dan met elk kind iets aan de hand is, maar het is wel de moeite waard na te gaan hoe het met de kinderen gaat als een ouder een psychische ziekte heeft.’ Het Trimbos-instituut onderzoekt hoe deze kinderen kunnen worden bijgestaan, om te voorkomen dat ze zelf later problemen krijgen.
Ze trekken zich bijvoorbeeld thuis in hun eentje terug en nemen