Mannen, zo wil het cliché, komen er wat communicatieve vaardigheden betreft bekaaid van af. Als ze al praten, doen ze dat liefst over praktische zaken – hoe je een barbecue aanmaakt bijvoorbeeld. Als we de auteurs van populaire boeken als Mannen komen van Mars, vrouwen van Venus mogen geloven, is het een wonder dat mannen en vrouwen elkaar überhaupt begrijpen. Maar hoe groot is de kloof volgens de serieuze wetenschap?
Communicatiewetenschapper Julia Wood, hoogleraar aan de University of North Carolina, maakt onderscheid tussen vrouwelijke taal (vooral gesproken door vrouwen) en mannelijke taal (vooral gesproken door mannen). Vrouwelijke taal, schrijft Wood, heeft als doel om relaties aan te knopen en te onderhouden. Verbondenheid, steun, intimiteit en begrip zijn daarom belangrijk. Mannelijke taal is daarentegen bedoeld om invloed uit te oefenen, status te vergroten en onafhankelijkheid te behouden. Wie mannentaal spreekt, legt zijn ideeën en kennis op tafel, vertelt grappen en verhalen, en daagt anderen uit.
Vooral mannen geven dan ook graag praktisch advies aan anderen, zegt Wood. Vrouwen stellen dat niet altijd op prijs: ‘Zij kan het idee hebben dat hij niets om haar gevoelens geeft, terwijl híj denkt dat hij haar steunt door te suggereren hoe ze het probleem