Maar soms wordt de idylle bruut verstoord door mijn honden – ha leuk, eendje pesten! – die het stelletje wegjagen. Afijn, ze redden zich wel. Alleen laatst was ik daar niet gerust op: meneer en mevrouw Eend vlogen precies in tegengestelde richting weg. De volgende dag zag ik meneer Eend alleen aan de vijverrand zitten. Agossie, hij wachtte op haar.
Gelukkig, de dag daarop zaten ze er weer samen. Mijn hart maakte een jubelsprongetje, ze hadden elkaar weer gevonden! Maar wacht, er zat verderop nóg een mannetje. Dat zat te kijken naar het stel en probeerde af en toe dichterbij te komen. Man 1 pikte dat uiteraard niet en joeg hem telkens weg.
Man 2 bleef het proberen, ook de volgende dag. Sukkel, dacht ik, zou je het niet gewoon opgeven en ergens anders gaan kijken? Tot ik met een schok bedacht: wie weet is dit wel de echte man 1! Hij snapt er niks van: eerst was ze met hem, en wat doet ze nu?! Ondertussen zijn alle andere eendjes-mevrouwen natuurlijk bezet. Als hij nu zijn verloofde niet terugwint, moet hij straks meedoen aan groepsverkrachtingen om toch nog een kans te maken op nageslacht. Zo gaat dat bij eenden.
Zo beleef ik mijn eigen soap in mijn tuin – nou ja, met een beetje hulp van mijn fantasie. Maar wat ik vooral zag in deze ‘aflevering’ is ook een harde realiteit: door een klein incident kan het leven zomaar op een totaal ander spoor komen. Het ene moment heeft hij een verloofde, het volgende moment krijgt de rest van zijn leventje een andere loop.
Zo kan het ook bij mensen gaan. Op het moment zelf besef je het niet eens, maar achteraf weet je: als door een wissel is het treintje van je leven naar een ander spoor gerangeerd. Je kunt erover tobben, mokken, speculeren: als dat niet was gebeurd, hoe was het dan nu geweest? Gelukkig hebben mensen een bijzonder talent om na een tijdje te bedenken dat het juist ‘zo heeft moeten zijn’.
Of het nu gaat om mislukte carrières, ziektes of ontspoorde liefdes, mensen geven zin aan wat hun overkomt; ze gaan er zelfs de voordelen van inzien. Ze kunnen dat zo goed dat het zelfs lijkt alsof het noodlot het wel heel goed met hen voorheeft; alsof een engeltje hen steeds de juiste wissels in heeft gemanoeuvreerd. Achteraf lijkt het spoor waarop ze terechtkwamen eigenlijk toch gewoon het beste wat hun had kunnen overkomen.
Ik zie dat anders. In mijn ogen gebeurt er een hoop domme pech in ieders leven, net als bij die eend. Was hij een mens, dan zou hij uiteindelijk besluiten: ‘Ze was toch een onbetrouwbaar kreng, ze kon niet eens éven op me wachten. Opgeruimd staat netjes. Zo, nu lekker gangbangen, fijn met de jongens onder mekaar.’ Dan zou het toch nog een happy end zijn. Voor hem dan.