Vier vrouwen en vier mannen worden honderd dagen vrijwillig opgesloten in een huis, zonder enige vorm van privacy en afgesneden van alle contact met de buitenwereld. Er is geen enkele ruimte in het huis waarin de deelnemers kunnen ontsnappen aan het oog van de camera, zelfs niet op de wc. Er is geen televisie, geen telefoon, geen krant, geen boek, geen pen of papier. Het enige dat de deelnemers kunnen doen, is praten met elkaar – honderd dagen lang. Op gezette tijden wordt steeds een deelnemer naar huis gestuurd, op basis van zijn impopulariteit bij de kijkers. In Zweden leidde een vergelijkbaar programma tot de zelfmoord van een van de deelnemers.
Veronica beweert problemen te voorkomen door een strenge psychologische screening van zes weken. Maar is het wel mogelijk om mensen te selecteren die bestand zijn tegen een dergelijke situatie?
Igor van Krogten, docent persoonlijkheidsleer aan de Universiteit van Amsterdam: ‘Het gaat hier om zo’n volstrekt nieuwe en onmenselijke situatie, dat ik niet denk dat er psychologische tests bestaan om het gedrag van mensen daarin te voorspellen. Daar zou een heel nieuw theoretisch raamwerk voor ontworpen moeten worden. Op basis daarvan zou je dan nieuwe instrumenten kunnen ontwikkelen. De zes weken die Veronica denkt nodig te hebben, zijn dan slechts een schijntje.’