Stel dat je je hele leven in een super-de-luxe cabine mocht liggen waarin je alles kon ervaren wat je wilde. De beste neuropsychologen zouden je brein zo stimuleren dat je het gevoel kreeg of je een geweldige roman aan het schrijven was, vriendschap met iemand sloot, een interessant boek aan het lezen was – of wat je ook maar zou willen meemaken. Het enige wat je zou hoeven doen was domweg in die cabine liggen met elektroden op je hoofd die alles in je brein regelden.

Zo gezond is klein geluk: de voordelen van blijmakers

Zo gezond is klein geluk: de voordelen van blijmakers

Kleine geluksmomentjes zijn enorm goed voor onze gezondheid en welzijn, blijkt uit onderzoek. Maar w...

Lees verder

De vraag is: zou je dat willen? Filosoof Robert Nozick (1938-2002) van de Harvard-universiteit vroeg dit ooit aan mensen bij een experiment naar de zin van het leven. De meesten zagen het niet zitten, volgens Nozick omdat in zo’n cabine je bestaan wel erg leeg en onverdiend zou aanvoelen.

Weliswaar ben je gelukkig, maar je hebt geen echte reden voor dat gevoel, concludeerde hij. ‘Iemand die in zo’n cabine ligt, is niets meer dan een vaag blobje. Hij heeft geen identiteit, geen projecten en doelen om zijn leven waardevol te maken. Een mens heeft echt meer nodig dan zich louter gelukkig te voelen.’

Zo is het in eerste instantie misschien een stuk aangenamer om thuis met een tijdschrift op de bank te zitten dan te moeten mantelzorgen voor een ziek familielid, wat behoorlijk stressvol kan zijn. Maar tegelijkertijd is het tweede veel betekenisvoller dan het eerste en heb je achteraf spijt als je die ander laat zitten.

Kiezen voor het tweede is de moeite waard omdat het gaat over iets wat er echt toe doet, om iets wat betekenis geeft aan je leven. Uiteindelijk komt het erop neer dat hoe meer je plezier najaagt en pijn vermijdt, hoe minder verdieping, betekenis en gemeenschapszin je ervaart.

Betekenis vinden geeft voldoening

Mensen die betekenis proberen te geven aan hun leven, ervaren uiteindelijk de meeste voldoening, bleek een aantal jaar geleden ook uit een Canadees-Amerikaans onderzoek: proefpersonen die de opdracht kregen om tien dagen lang betekenisvolle dingen te ondernemen, zoals het vergeven van een vriend of iemand opvrolijken – hadden op korte termijn minder positieve emoties dan degenen die mochten uitslapen, shoppen en snoepen.

Maar na drie maanden had deze ‘betekenisgroep’ juist de minste negatieve emoties en voelde zich meer verrijkt, geïnspireerd en deel van iets groters dan zichzelf.

De bekende negentiende-eeuwse filosoof John Stuart Mill verwoordde dat al mooi: ‘Mensen die zich richten op iets anders dan hun eigen geluk, bijvoorbeeld op dat van anderen of op iets anders nastrevenswaardigs, vinden onderweg vanzelf het geluk.’

Dat ‘betekenis vinden’ klinkt misschien verheven, maar hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn. Wie goed om zich heen kijkt, ziet dat de mogelijkheden voor het oprapen liggen. Die benutten geeft je een rijker en bevredigender leven – en ondertussen help je er ook nog anderen mee.

4 pijlers voor een betekenisvol leven

Betekenis vind je door op vier dingen te letten, merkte ik tijdens mijn uitgebreide research naar dit onderwerp: erbij horen, een bijdrage leveren, een verhaal maken van je leven en transcendentie, oftewel deel uitmaken van iets groters. Dit zijn de vier pijlers onder een betekenisvol leven.

1. We willen ons verbonden voelen met anderen

We beschouwen de relaties met de mensen om ons heen als de belangrijkste bron van betekenis in ons leven, blijkt uit allerlei onderzoek; door onze vrienden, familie, partners en collega’s willen we ons graag begrepen, gezien en geliefd voelen. Ook bekend uit onderzoek: mensen die zich alleen en geïsoleerd voelen hebben het idee dat hun leven er minder toe doet.

Maar juist in een tijd waarin we digitaal meer dan ooit met elkaar zijn verbonden, komt de vervulling van die basisbehoefte om ‘erbij te horen’ steeds meer onder druk te staan.

Want in plaats van tijd door te brengen met onze dierbaren turen we naar onze smartphones en computers, of zitten we voor de tv. ‘We zijn onze vrije tijd steeds meer aan het privatiseren,’ noemt de Amerikaanse socioloog Robert Putnam dat.

Daardoor neemt de eenzaamheid toe: zo’n 20 procent van de mensen beschouwt eenzaamheid tegenwoordig als een belangrijke bron van onvrede in zijn leven en ervaart daarmee automatisch ook minder betekenis in zijn bestaan.

Met relatief kleine ingrepen is daar iets aan te doen. Thuis de smartphone wat vaker wegleggen en een echt gesprek met elkaar voeren, helpt al veel. Of kleine momenten van intimiteit opzoeken, zoals elkaars hand vasthouden tijdens een wandeling.

Afspreken met vrienden of ze opbellen in plaats van contact houden via sociale media. Zelfs een praatje met een vreemde geeft betekenis aan je leven: ’s ochtends even kletsen met de koffieverkoper, of met iemand naast je in de trein.

Klein gebaar

Op je werk kun je vrij eenvoudig korte momenten van verbondenheid creëren met je collega’s. Organisatiepsycholoog Jane Dutton van de universiteit van Michigan noemt dat high quality connections en ze ontdekte dat die een groot effect hebben op mensen.

Ze deed onderzoek onder schoonmakers in een ziekenhuis. Die bleken vaak genegeerd te worden door de rest van het personeel. Artsen en verplegers liepen hen straal voorbij, wat hun het gevoel gaf dat ze er niet bij hoorden.

Kleine gebaren brachten daar verandering in: een arts die een schoonmaker vroeg hoe het met zijn buikpijn ging; verplegers die een schoonmaker meevroegen als ze gingen koffiedrinken. Daardoor voelden de schoonmakers zich meer deel uitmaken van het ziekenhuis en gingen zichzelf zelfs als volwaardige zorgverleners beschouwen.

Dutton concludeert dat dit soort ‘kwaliteitscontact’ werknemers emotioneel en fysiek op de been houdt en dat ze organisaties beter laat functioneren.

Medewerkers krijgen meer zin in hun werk, voelen zich sterker betrokken, kunnen beter met tegenslagen omgaan en gaan beter samenwerken. Zelfs de meest afgezaagde taken worden de moeite waard als iemand zich deel voelt uitmaken van een groep, blijkt uit haar onderzoek.

Hoe pas je dit toe in je eigen werk? Je kunt niemand dwingen aardig tegen je te doen, maar zelf kun je dat wel zijn. Is je collega kribbig, dan kun je besluiten desondanks vriendelijk te reageren. Zo nodig je hem of haar uit ‘erbij te horen’.

Betekenis is niet iets wat je in jezelf of voor jezelf creëert. Het ligt vooral in anderen. Door ons te richten op anderen, creëren we verbondenheid voor hen én voor onszelf. Kortom, als we meer zin en betekenis in ons leven willen, moeten we uit onze schulp kruipen.

2. We willen een bijdrage leveren

Het klinkt nogal gewichtig, een bijdrage aan de maatschappij leveren. Maar je hoeft er niet de honger of de kernwapens voor uit te bannen.

Vind een betrouwbare coach via Coachfinder
Coachfinder

Vind een betrouwbare coach via Coachfinder

Coaching is een belangrijke stap in zelfontwikkeling. Maar de juiste coach vinden blijkt nog niet zo eenvoudig. Coachfinder helpt je in je zoektocht naar een coach die bij je past.

Vind je ideale coach

Je levert al een wezenlijke bijdrage als je je kinderen helpt zich te ontwikkelen tot prettige volwassenen, als je een fijnere sfeer op je werk creëert of voor mijn part de toegewijde verzorger bent van een leuke giraf in de dierentuin.

Volgens ontwikkelingspsycholoog William Damon van de Stanford-universiteit is het om twee redenen goed voor ons om een bijdrage aan de samenleving te leveren: allereerst verschaft die ons een vast doel waar we altijd aan kunnen werken.

Onze meeste doelen bieden die mogelijkheid niet. Ze zijn vooral alledaags, zoals op tijd op het werk komen, naar de sportschool gaan en de afwas doen. Daarnaast kunnen we zo aan iets werken dat buiten onszelf ligt: als we de wereld iets beter maken geeft ons dat het gevoel dat ons leven er echt toe doet.

Laat je gedachten eens gaan over de vraag op welke manier je zelf een bijdrage levert. Want veel mensen doen dat al, ook zijn ze zich daar misschien niet eens zo van bewust. Kom je tot de conclusie dat je dit mist in je leven, dan is het goed om daar wat aan te doen. Belangrijk is om dan eerst te weten wie je bent en wat je sterke kanten zijn.

Ben je bijvoorbeeld van nature een enthousiast en liefdevol persoon, dan kun je die eigenschappen bewust gaan inzetten om jouw bijdrage te leveren. Een buurtinitiatief opzetten voor meer verbondenheid in de wijk bijvoorbeeld; of je collega’s warm maken om samen deel te nemen aan een sponsorloop voor een goed doel.

Anderen helpen

Psycholoog Adam Grant, als onderzoeker verbonden aan de Amerikaanse Wharton School of Business, ontdekte wat mensen die hun baan als betekenisvol ervaren gemeen hebben: ze zien hun werk in de eerste plaats als een manier om anderen te helpen – en daarmee als een manier om een bijdrage te leveren.

Het maakt niet uit welk werk ze doen, zegt Grant: iedereen kan zo’n dienstbare instelling aannemen en krijgt dan het gevoel dat zijn werk er echt toe doet.

Hij deed een experiment in een callcenter tijdens een inzamelingsactie voor studentenbeurzen. Een aantal medewerkers van het callcenter had de studenten ontmoet die dankzij deze actie een beurs hadden gekregen.

Zij zaten veel langer aan de lijn om mensen over te halen en zamelden 171 procent meer geld in – puur omdat ze hadden ervaren hoe enorm hun werk het leven van anderen ten goede veranderde.

Maar of je nu een baan hebt of niet: in ieders leven dienen zich momenten aan waarop je dat van een ander beter kunt maken, iets kunt betekenen voor een ander. Dat doe je door je bestaan niet te zien als een aaneenschakeling van vervelende plichten, maar als een vat vol kansen om anderen te helpen.

3. We willen een verhaal maken van ons leven

Door alles wat we meemaken zijn we als mens voortdurend in verandering. Als een jazzmuzikant midden in een improvisatie, slaan we het ene moment een bepaalde weg in om even later toch weer een andere koers te kiezen.

Van het grillige pad dat ons leven is maken we automatisch een verhaal waarvan we het gevoel willen hebben dat het ‘klopt’, weten we uit psychologisch onderzoek. Dat stelt ons in staat ons leven als een samenhangend geheel te zien. En die samenhang, zeggen psychologen, is een belangrijke bron van zingeving.

Dat zelfgecreëerde verhaal over ons leven, over wie we diep vanbinnen zijn én de rode draad daarin, is onze ‘narratieve identiteit’ zegt psycholoog Dan McAdams van de Northwestern Universiteit in Illinois.

Hij ontdekte dat we bij het samenstellen ervan bepaalde narratieve keuzes maken die grote invloed hebben op hoe we onszelf zien: zo kan de een die een moeilijke jeugd achter de rug heeft zichzelf als slachtoffer blijven beschouwen en daar de rest van zijn leven last van hebben, terwijl de ander juist zijn zegeningen telt omdat het zoveel slechter had kunnen aflopen.

Uit het onderzoek van McAdams blijkt dat vooral de mensen die een positieve interpretatie weten te geven aan hun levensverhaal, betekenis ervaren in hun leven. Ze voelen zich meer gedreven iets bij te dragen aan de maatschappij en zijn minder vaak angstig en depressief.

Iedereen kan zo’n positief verhaal over zijn leven maken, zegt McAdams. Dat werkt eigenlijk hetzelfde als psychotherapie: psychische stoornissen kunnen ook ontstaan doordat mensen geen prettig verhaal over hun leven kunnen vertellen.

Tijdens de therapie leren ze dat op een meer positieve manier te herschrijven, wat hun het gevoel geeft dat ze hun leven (in elk geval voor een deel) in eigen hand hebben. Ze mogen dan ellende hebben meegemaakt, het was allemaal niet voor niets want ze zijn er sterker en wijzer uit gekomen.

Er zijn natuurlijk altijd nare ervaringen waarvan je zou wensen dat je ze nooit had meegemaakt. Toch kun je zelfs daar iets goeds in vinden. Een inspirerend voorbeeld daarvan is het levensverhaal van de Cubaanse schrijver Carlos Eire, die acht jaar was toen de Cubaanse revolutie uitbrak. Hij behoorde met zijn familie tot de elite en leidde een luxe leven, maar toen Castro aan de macht kwam raakten ze die positie kwijt.

Carlos en zijn broertje werden gescheiden van hun ouders en naar Amerika gestuurd, waar ze in bittere armoede terechtkwamen. ‘Had ik een beter leven gehad als Castro er niet was geweest en we in Havana hadden kunnen blijven?’ vraagt Carlos zich nu, jaren later, af.

Nee, is zijn antwoord: ‘Ik weet inmiddels dat die moeilijke tijd me ook iets goeds heeft gebracht. Die heeft me gemaakt tot wie ik nu ben.’ In Cuba was Carlos een verwend jongetje; in Amerika leerde hij noodgedwongen voor zichzelf te zorgen. De armoede en het afgesneden zijn van zijn ouders waren heftig, maar maakten hem ook zelfredzamer en empathischer.

Groeien door verlies

Onderzoeker Laura King van de Universiteit van Missouri vroeg drie groepen mensen in detail te schrijven over een verlies dat ze hadden meegemaakt: ouders van kinderen met het syndroom van Down, homo’s en lesbiënnes die uit de kast waren gekomen en vrouwen die waren gescheiden na twintig jaar huwelijk of meer. Allen hadden ze afscheid moeten nemen van iets belangrijks in hun leven: van een gezond kind, van een leven zonder discriminatie of van een gelukkig huwelijk.

Het oprakelen daarvan deed pijn, maar leverde de proefpersonen ook iets op: ze konden zich er beter door verzoenen met hun lot en kregen meer emotionele diepgang.

‘Niet nadenken over wat je bent kwijtgeraakt kan een strategie zijn om gelukkig te blijven,’ zegt King, ‘maar dan loop je ook het zelfonderzoek mis dat nodig is om als persoon te kunnen groeien.’

Het beste nieuws in dit verband is misschien nog wel dat jouw verhaal niet alleen je eigen leven betekenis geeft. Door open te zijn over de moeilijkheden waar je doorheen bent gegaan, kun je anderen die hetzelfde doormaken hoop bieden, zelfinzicht geven en verder helpen.

Durf je daarom kwetsbaar op te stellen, vertel je persoonlijke verhaal en laat andere mensen weten dat ze niet de enigen zijn.

4. We willen deel uitmaken van iets groters

Sinds mensenheugenis kijken we ’s nachts naar de hemel en verwonderen ons over de sterren. De nachtelijke hemel maakt ons tot nietige wezens in een onbegrijpelijk, onmetelijk universum. Tegelijkertijd kunnen we hier een diep gevoel van betekenis bij voelen.

Ook op andere momenten kun je ineens oog in oog staan met het ‘mysterie’. Als je een indrukwekkend kunstwerk bekijkt, een religieus ritueel meemaakt of een kind geboren ziet worden – ervaringen die je als mens kunnen veranderen.

Wat hier aan het werk is, is de kracht van transcendentie. ‘Transcenderen’ betekent letterlijk ‘overstijgen’ of ‘klimmen’: tijdens zo’n ervaring voel je je uitstijgen boven jezelf en de wereld en ervaar je een hogere realiteit.

Volgens transcendentie-expert David Yaden van de universiteit van Pennsylvania denken we dan niet meer aan onszelf en onze kleinzieligheden, maar voelen we ons ten diepste verbonden met alles en iedereen om ons heen.

Daardoor verdwijnt onze angst voor het bestaan en de dood als sneeuw voor de zon. Ineens lijkt het leven, al is het maar voor een moment, zin te hebben en voelen we ons vredig en in harmonie.

Dat ons ‘ik’ er tijdens een transcendente ervaring veel minder toe doet, liet neurowetenschapper Andrew Newberg van de Thomas Jefferson-universiteit in Philadelphia zien met hersenscans van Tibetaanse meditatie-beoefenaars.

In het bovenste, achterste deel van hun pariëtale kwab – dat de zelfbeleving regelt – was verminderde activiteit te zien wanneer de Tibetanen tijdens hun meditatie transcendentie ervoeren. Bij een ander onderzoek onder mediterende soefi’s zag Newberg verminderde activiteit in de frontale kwab, het gebied waarmee we bewust beslissingen nemen. Tijdens een transcendente ervaring denken we dus ook niet meer zo logisch na; we geven ons over aan wat er is.

Dergelijke ervaringen van ‘zelfverlies’ kunnen ertoe leiden dat we fundamenteel anders in het leven gaan staan. Dat overkomt astronauten die de aarde vanuit de ruimte bekijken: ineens zien ze hoe kwetsbaar en mooi onze blauwe planeet met haar uiterst dunne schilletje dampkring daar in de eeuwige stilte hangt.

Ze beseffen dat we op aarde allemaal één zijn en nemen zich voor om zich voortaan in te zetten voor het grotere goed in plaats van slechts persoonlijk plezier en gewin na te streven. In de wetenschap wordt die verandering van levenshouding het overview effect genoemd.

De natuur in

Je hoeft niet de ruimte in om het overview effect te ervaren. Naar buiten lopen en de natuur in je opnemen werkt ook. Maar de meeste mensen ontgaat de schoonheid daarvan vaak, druk als ze zijn met hun dagelijkse beslommeringen.

Heel jammer, want als je oog hebt voor de schoonheid van de natuur, ga je jezelf als minder belangrijk zien en word je genereuzer, ontdekte de Californische psycholoog Paul Piff.

Hij nam mensen mee naar het bos en vroeg hun een minuut lang omhoog te kijken naar zestig meter hoge eucalyptusbomen. Anderen moesten even lang omhoog kijken naar een saai, oninspirerend gebouw.

Vervolgens liet hij ‘toevallig’ iets op de grond vallen. Wat bleek: de mensen die naar de bomen hadden gekeken, raapten dat wat hij had laten vallen veel vaker op. Dat komt volgens Piff doordat de ongerepte natuur ons ontzag inboezemt, waardoor we minder focussen op onszelf en meer op de wereld om ons heen.

Wie leert zichzelf af en toe te verliezen bereidt zich als het ware voor op de ultieme vorm van zelfverlies: de dood. Uit onderzoek door de Amerikaanse Johns Hopkins-universiteit bleek dat terminale kankerpatiënten hun naderende dood beter accepteerden als ze zichzelf vergaten. Om in die toestand te raken kregen ze de drug psilocybine toegediend, waarvan bekend is dat het transcendente ervaringen opwekt.

Patiënte Janeen verloor na zo’n ervaring haar angst voor de dood. Ze besefte dat ze, in welke vorm dan ook, altijd deel van het universum zou uitmaken – net als een wolk die verandert in regen en dan in gras en dan in melk en dan in vanille-ijs: als je maar goed kijkt, kun je de wolk in al die verschijningsvormen terugzien. Dit inzicht maakte dat Janeen uiteindelijk vredig haar laatste adem uitblies.

Wat maakt het leven betekenisvol?

Bekijk de inspirerende TED-lezing die psycholoog Michael Steger in 2013 hield over wat zin geeft aan ons leven:

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Psycholoog Emily Esfahani Smith is gespecialiseerd in toegepaste positieve psychologie. Ze publiceert in bladen als The Atlantic, The New York Times en The Wall Street Journal. Dit artikel bestaat uit fragmenten van haar boek De kracht van betekenis; hoe zin te geven aan je leven (Ten Have, € 19,99; verschijnt op 18 april).

Oefeningen voor een betekenisvol leven

1. Meer verbondenheid voelen met anderen

Een goed gesprek met je partner of een vriend geeft betekenis aan je leven. Maar ook korte momenten van contact met collega’s, een buurman of iemand naast je in de trein kunnen dat effect hebben; zeker als het gaat om ‘kwaliteitscontact’. Zo creëer je ze.

  • Maak oogcontact, neem even de tijd voor de ander.
  • Wees helemaal jezelf, dan nodig je de ander uit om ook zichzelf te zijn.
  • Luister met aandacht naar je gesprekspartner, zonder hem of haar te onderbreken.
  • Laat tijdens een gesprek regelmatig merken dat je begrijpt wat er wordt gezegd.
  • Vraag dóór: ‘Wat dacht je toen dat gebeurde?’, ‘Hoe voelde je je daarbij?’, ‘Waarom zie je dat zo?’
  • Veroordeel niet wat de ander zegt; accepteer diegene om wie hij is.
  • Accepteer elkaars gunsten, dat schept verbondenheid.
  • Ga ’s avonds eens na op welke momenten je die dag vriendelijk was en geniet na – daar word je een vriendelijker mens van en dan maak je vanzelf makkelijker contact. Waren er momenten dat je niet zo aardig deed? Neem je voor om dat te herstellen én om het een volgende keer anders te doen.
  • Doe deze week iets belangeloos voor een ander. Stuur een kaartje naar een ziek familielid, ga op bezoek bij een verdrietige vriendin, of help de buurman een kast te versjouwen.

2. Wat is je bijdrage aan de wereld?

Wanneer je iets bijdraagt aan de maatschappij heb je meer het gevoel dat je leven er echt toe doet. Deze schrijfoefening helpt je je eigen specifieke bijdrage te achterhalen.

Neem ruim de tijd voor deze vraag: wat is mijn bijdrage aan de wereld? Het gaat erom dat je vrij associeert, dus schrijf alles op wat in je opkomt: vis bakken voor de kinderen, processen stroomlijnen op het werk, moppen vertellen, boodschappen doen voor mijn gehandicapte buurman…

Steeds als je een sterke emotie voelt bij iets wat je opschrijft, omcirkel je het. Blijf doorgaan met schrijven, ook als je denkt dat je niks meer weet – en merk dat je toch weer op iets komt. Na ongeveer 40 minuten stop je.

3. Maak een positief verhaal van je leven

Door je levensverhaal op te schrijven ervaar je meer betekenis. Voorwaarde is wel dat je er een verhaal met een positief tintje van maakt. Doe dat aan de hand van deze twee richtlijnen:

1. Maak er een coherent, logisch verhaal van. Probeer de rode draad in je leven te ontdekken door jezelf de volgende vragen te stellen:

  • Wat waren belangrijke momenten in je leven?
  • Wat was een hoogtepunt, een dieptepunt, een keerpunt?
  • Waar denk je als eerste aan als je aan je jeugd denkt?
  • Welke waarden zijn belangrijk voor je?
  • Wat is altijd je levensfilosofie geweest?

2. Beschrijf de nare dingen die je hebt meegemaakt, maar ook wat die je voor positiefs hebben opgeleverd – dan ontleen je er desondanks betekenis aan.

4. Ervaren dat je deel uitmaakt van iets groters

Zijn er geregeld momenten in je leven waarop je je verwondert over de wereld om je heen? Met de volgende oefeningen kun je ze bewust wat vaker opzoeken.

  • Maak een verwonderingswandeling. Daarvoor hoef je niet ver te reizen; een blokje om is al genoeg. Laat je telefoon thuis en loop met een open blik door je buurt. Probeer nieuwe dingen te zien, zoals een vogel die zingt in een boom, de kleuren van de lucht. Als je ervoor openstaat, wordt de wereld vanzelf bijzonder.
  • Zit je op kantoor en is er geen mooie natuur in de buurt? Een paar minuten naar natuurbeelden kijken werkt ook. Bekijk bijvoorbeeld deze prachtige video van het Amerikaanse natuurpark Yosemite: zoek in YouTube op ‘Yosemite HD’ (er is ook al een ‘HD II’).
  • Verhalen kunnen ook verwondering oproepen. Lees de boeken waarbij je dat gevoel kreeg nog eens. Of probeer Het heelal van Stephen Hawking, Een heel kleine geschiedenis van bijna alles van Bill Bryson, De ijle lucht in van Jon Krakauer of Wild van Cheryl Strayed.
  • Denk terug aan een keer dat je verwondering voelde. Uit onderzoek blijkt dat alleen al terugdenken opnieuw verwondering kan oproepen. Was het in de Grand Canyon of in de Sixtijnse Kapel? Op een zeilboot in Friesland? Beschrijf wat je zo ontzagwekkend vond.

Lees terug wat je allemaal hebt opgeschreven en merk hoe je schrijfsels op een gegeven moment steeds meer rond een thema zijn gaan cirkelen, bijvoorbeeld: kinderen iets leren, de wereld mooier maken, mensen samenbrengen. Dit is het centrale thema in je leven.