Wie weleens het tv-programma ‘Opgelicht?!’ ziet, valt van de ene verbazing in de andere: wie geeft nou zomaar zijn bankpas aan een vreemde? Wie maakt nou geld over naar een onbekende in het buitenland?
Mij overkomt dat niet, denk je dan. Maar dat is een misvatting: iedereen kan slachtoffer worden van oplichting. Dat heeft niets te maken met arm of rijk, slim of dom.
De Fraudehelpdesk, die samen met de politie en het Openbaar Ministerie oplichting in kaart probeert te brengen, deed onderzoek naar internetoplichting. Daaruit bleek dat over een periode van twee jaar 1,1 miljoen Nederlanders het slachtoffer waren geworden van malafide zaken, waarbij ze in totaal 5,3 miljard euro verloren. Denk aan webshops die nooit leveren, e-mails die bankgegevens ontfutselen of spookfacturen bevatten.
Meestal ging het om relatief kleine bedragen: 70 procent raakte minder dan 500 euro kwijt. 7 procent ging voor meer dan 10.000 euro het schip in.
Eigen schuld
De Nederlandse wet beschouwt alle praktijken waarbij iemand opzettelijk een ander iets voorspiegelt om er zelf financieel beter van te worden als een vorm van fraude of oplichting.
Volgens communicatiemanager André Vermeulen van de Fraudehelpdesk doen lang niet alle slachtoffers aangifte. Dat heeft deels te maken met schaamte; slachtoffers vinden vaak dat de oplichting hun eigen schuld is.
Dat komt doordat we onszelf slim genoeg vinden om de trucs van oplichters te doorzien. ‘We lijden allemaal aan de illusie van controle,’ zegt gedragspsycholoog Liza Luesink, het idee dat we controle hebben over allerlei zaken waarover dat helemaal niet mogelijk is. ‘Zo denken we dat we zelf kunnen bepalen hoe ons leven verloopt. En opgelicht worden, denken we, dat overkomt ons gewoon niet.’
Maar de werkelijkheid is anders: opgelicht worden is gewoon domme pech. Tegen de tijd dat we ons realiseren dat we zijn opgelicht, is de dader er al vandoor met de buit.
Neem het voorbeeld van Jolanda. Ze koopt voor 125 euro een hoverboard op Marktplaats. Ze mag hem komen halen maar de verkoper woont ver weg dus ze laat hem verzenden. ‘Hij had een normale gebruikersnaam, reageerde adequaat op mijn mails, was al zeven jaar actief op Marktplaats, gaf me zijn adres en telefoonnummer.’
Ze maakte het geld over, maar de hoverboard kwam nooit aan. ‘Toen ik belde, werd gezegd dat hij snel zou worden opgestuurd. Daarna verdween de naam van Marktplaats en werd de telefoon niet meer beantwoord.’
Volgens psycholoog Luesink speelt, naast de illusie van controle, nog een andere denkfout mee: de just-world fallacy. ‘We geloven in een eerlijke wereld waarin slechte mensen gestraft worden en goede mensen niet. Als goed volk wanen we ons veilig.’
Daarom nemen we vaak niet eens simpele maatregelen die de kans op oplichting verkleinen. Zoals de laptop camera afplakken waarmee hackers toegang kunnen krijgen tot onze gegevens. Of regelen dat we bankzaken alleen doen via een beveiligde wifi-spot.
Taalfouten
Iedereen kan worden opgelicht, maar niet iedereen valt voor dezelfde trucs. Oplichters kiezen hun slachtoffers zorgvuldig, zodat de kans van slagen het grootst is.
Ooit zo’n mail in krom Nederlands gehad van een Schotse bankier die beweert dat je in aanmerking komt voor een erfenis? In het boek Think like a freak stellen de economen Steven Levitt en Stephen Dubner dat zulke mails expres taalfouten bevatten.
De oplichters slaan een hengel met een worm uit in een mailvijver; ze willen dat alleen de echt goedgelovige types happen zodat ze geen tijd hoeven te verspillen aan mensen die toch nooit geld zullen overmaken. Wel zo efficiënt.
De Amerikaanse psychologen Karla Pak en Doug Shadel laten met hun Fraud victim study zien hoe elke vorm van oplichting een eigen doelgroep aantrekt. Ze vroegen mensen (zowel slachtoffers van fraude als niet-slachtoffers) naar hun interesse bij verleidende verkoopboodschappen.
Ze concludeerden dat alleenstaande, wat armere laagopgeleiden gemiddeld genomen gevoeliger zijn voor het kopen van valse loten. Ouderen vallen sneller voor oplichting door kennissen of familieleden. Goedopgeleide mannen met een hoog inkomen zijn vaker slachtoffer van investeringsfraude.
Dat laatste klinkt vreemd: is dit niet de groep met de meeste expertise op het gebied van investeringen? Dat klopt, schrijft psycholoog Maria Konnikova in haar in 2016 verschenen boek List en leugen over de psychologie van bedriegen en bedrogen worden. Hoe meer we ergens van afweten, hoe kleiner we de kans inschatten dat we worden misleid. Daardoor zijn we júíst een makkelijkere prooi voor kwaadwillenden.
Net als die hoogopgeleide pensionado’s in het Amerikaanse Colorado: ze hadden hun computers uitermate goed beschermd met internetfilters en beschermende software, wetende dat dat hun zwakke punt was. Dat werkte prima, maar ondertussen werd ruim 5 procent opgelicht met malafide investeringen.
Soms voor tienduizenden euro’s, ontdekte de Amerikaanse ouderenbond. Terwijl bijna twee derde volop ervaring had met obligaties en aandelen. Doordat ze zich veilig voelden op dit front, was hun waakzaamheid verslapt, aldus Konnikova.
Niets aan de hand
Opmerkelijk genoeg kunnen mensen die al eerder zijn opgelicht makkelijk nog eens op precies dezelfde manier worden bedrogen. Dat komt volgens Konnikova doordat we zo snel mogelijk willen vergeten dat we in de luren zijn gelegd.
We doen gewoon alsof het niet is gebeurd. Oplichters weten dat. Zo dook er in 2014 in Engeland een ‘sukkellijst’ op, een lijst met 160.000 mensen die meerdere keren in een online-val waren getuind. De gegevens werden door internetoplichters onderling uitgewisseld. Toen de autoriteiten de slachtoffers benaderden om hun voorlichting te geven, stuitten ze op weerstand. Een deel beweerde zelfs nooit te zijn opgelicht.
Wij mensen zitten nu eenmaal zo in elkaar dat we gemanipuleerd kunnen worden en dat maakt het onmogelijk om oplichting altijd te voorkomen, meent Luesink. En eigenlijk is dat maar goed ook. ‘Als je jezelf echt wilt wapenen tegen oplichting, dan zou je nooit meer aardig mogen zijn tegen vreemden, niemand mogen vertrouwen en altijd alert moeten zijn op je spullen. Dat is niet hoe we willen leven.’
4 oplichterstrucs… dus je bent gewaarschuwd
Microsoft aan de lijn
Truc: Je wordt gebeld door een onbekend nummer. Een man vertelt dat hij belt namens Microsoft en dat je computer wordt belaagd door hackers. Je moet onmiddellijk actie ondernemen, anders verlies je al je gegevens.
De man vraagt je een programma te downloaden van een website. Wat je niet weet, is dat die software al je bankgegevens doorgeeft.
Waarom het werkt: Al je gegevens verliezen is een ramp. ‘Zo’n boodschap is een fear appeal: er gebeurt iets ergs als je niet direct actie onderneemt,’ legt gedragspsycholoog Luesink uit. ‘Dat veroorzaakt angst en daar wil je zo snel mogelijk vanaf.’
Hoe voorkom je het: Wees altijd alert als iemand je ongevraagd benadert met zo’n vraag. Hoe waarschijnlijk is het dat deze persoon je belt? Vraag om bedenktijd voordat je actie onderneemt, zeg bijvoorbeeld dat je het eerst met een vriend wilt bespreken.
De weg vragen
Truc: Op straat word je aangesproken door iemand die vraagt of je een briefje van twintig kunt wisselen. Je doet je tas open en prompt vraagt die persoon of je ook even de weg kunt wijzen. Hij duwt een landkaart onder je neus. Voor je het weet is de man verdwenen en je portemonnee ook.
Waarom het werkt: Dit soort babbeltrucs leidt tot een flinke mentale belasting bij het slachtoffer, aldus Luesink. ‘95 procent van de input die we op een dag krijgen, verwerken we onbewust; we kunnen maar over 5 procent actief nadenken.’
De oplichters zorgen dus dat je hersenen zo bezig zijn met de weg wijzen, dat je helemaal niet doorhebt wat verder allemaal gebeurt. Vaak zijn ouderen slachtoffer van dit soort babbeltrucs. ‘Hun brein is sneller belast en dat maakt het lastiger om nog rationeel na te denken.’
Hoe voorkom je het: Weet welke trucs ‘in de mode’ zijn en wat je kunt verwachten. Op www.fraudehelpdesk.nl worden nieuwe trucs besproken en adviezen gegeven. Het televisieprogramma ‘Opgelicht?!’ heeft een app met nieuws op dit gebied.
Droomvakantie
Truc: Wat een geluk, je hebt een vakantie gewonnen. Tenminste, dat staat in een e-mail op jouw naam. Door de aanlokkelijke foto’s en teksten krijg je een scherp beeld van de bestemming. Het enige dat je nog hoeft te doen is je bankgegevens in te voeren op een website.
Waarom het werkt: ‘Vaak wordt dit soort mails slim gemaakt; oplichters zetten je verbeelding flink aan het werk. Je ziet jezelf al op dat strand liggen,’ zegt Luesink. Het is niet meer een kwestie van een aanbod afwijzen, maar van het verliezen van iets dat al voelt als je bezit.
‘Diezelfde truc gebruiken loterijen ook. Dat je een soort creditcard krijgt waar je naam al op staat. Het voelt toch vervelend om zoiets weg te gooien.’
Hoe voorkom je het: Lijkt een aanbieding te mooi om waar te zijn? Dan is dat meestal ook zo. Vooral als je ongevraagd wordt benaderd. Geef nooit je persoonlijke (bank)gegevens af.
Nepwebshop
Truc: Via een advertentie op internet kom je in een webshop met aantrekkelijke aanbiedingen. Er staan keurmerken in de kantlijn en positieve waarderingen van andere klanten. Je plaatst een bestelling en betaalt vooruit, maar het product wordt nooit geleverd.
Waarom het werkt: Als anderen goede rapportcijfers geven aan een webshop, dan geeft dat vertrouwen. ‘Daarom gaan mensen ook aan een vies tafeltje zitten in een restaurant, terwijl er nog schone tafels zijn.
Iemand heeft hier al gegeten, dus is het vast een goede plek, denken we,’ aldus Luesink. Sociale bewijskracht, zo noemt marketinggoeroe Robert Cialdini deze beïnvloedingsstrategie in zijn boek Invloed. Meestal pakt die bewijskracht ook goed uit. ‘Maar reviews zijn makkelijk te vervalsen.’
Een andere bekende overtuigingsstrategie die Cialdini beschreef, is het inzetten van een autoriteit. ‘Mensen zien een keurmerk als goedkeuring van iemand die er verstand van heeft.’
Hoe voorkom je het: Controleer een webshop die je niet kent eerst via Google. Mogelijk komen er meldingen van oplichting van andere gebruikers of blijkt de webshop helemaal niet te vinden via Google. Dat is verdacht.
Betaal bij voorkeur achteraf, via PayPal of creditcard. Bij de laatste twee kun je het bedrag terugkrijgen als de winkelier niet kan bewijzen dat je het product hebt ontvangen.