We leven in een dictatuur. Een kleine minderheid heeft de maatschappij helemaal naar haar smaak ingericht en schrijft de rest van bevolking voor hoe ze leven moet. Voor vijftien procent tot een kwart van de bevolking is die leefwijze zo wezensvreemd dat ze het als regelrechte tirannie ervaren. Tijd voor revolutie!
Ziedaar de boodschap van de B-Society, een Deense vereniging die sinds 2007 opkomt voor de belangen der onderdrukten – ‘B-mensen’ in de woorden van de club, ‘avondmensen’ in het meer gangbare taalgebruik. En de onderdrukkers zijn de ochtendmensen – ‘A-mensen’ in de terminologie van de Denen. Zij maken op hun beurt nog geen vijftien procent uit van de bevolking (meer dan de helft van de bevolking heeft dus geen uitgesproken tijdsvoorkeur), maar ondertussen zetten ze wel het hele openbare leven naar hun hand. Het is zeven uur, hup je bed uit, de morgenstond heeft immers goud in de mond?
Néé! roept de B-Society. Toen de huiskoe nog op tijd moest worden gemolken, tóén had die vroeg-op-ideologie een zekere logica. Maar in onze verstedelijkte samenleving is het je reinste psychoterreur om het hele land voor zonsopgang het bed uit te jagen. Laat mensen toch leven naar hun eigen chronotype, dan zijn we allemaal veel gelukkiger en productiever.
Slaapgebrek
De toon van de B-Society is opvallend fel. Maar hij slaat aan. Zo steunt het Deense ministerie voor Gezinszaken diverse initiatieven die het B-mensen makkelijker moeten maken hun leven minder matineus in te richten. En dat zijn er nogal wat, want met flexibele werktijden alleen is de B niet geholpen. Vandaar dat Denemarken inmiddels ook een aantal B-scholen en B-crèches telt.
Denemarken heeft me nooit bijzonder aangesproken maar o, wat trok dat land toen ik over het B-gebeuren las. Want ja: ik ben zo’n B-mens. En ja: ik lijd onder de A-terreur. Elke morgen voor half negen immers moet mijn dochtertje op school afgeleverd zijn. En wil ik haar voor zessen van de naschoolse kunnen halen, dan moet mijn computer net weer uit als de beste zinnen in me opborrelen. Maar dat zal de ochtendkongsi een zorg zijn.
Zelfs na werktijd ben ik niet van de A-tirannie verlost. Want in A-land horen kinderen om half acht te slapen. Vast goed te doen als je A-kroost hebt, maar ons B-exemplaar maakt elke avond bezwaar. Mijzelf heb ik na harde leerjaren gelukkig enigszins in de hand; ik weet inmiddels dat slaapgebrek nog erger is dan om elf uur bedwaarts gaan. Maar geef me meer dan twee dagen achtereen vrij en ik eigen me de avond weer toe. Om één uur naar bed, of om half twee: heerlijk! Tijdens vakanties zul je dit B-gezin dus nooit voor tienen aan de ontbijttafel treffen, en nooit voor achten aan het avondeten.
Lekker losbandig
Denkt u nu: ‘Wat een losgeslagen zootje’? Dan bent u duidelijk een A-mens. Houd u vast: B’s kunnen nog véél losbandiger. We drinken gemiddeld meer alcohol dan A’s. We roken vaker. Onze koffieconsumptie kan ongezond hoog liggen en we zijn sneller te porren voor drugs. Ook zijn we door de bank genomen neurotischer dan ochtendmensen. Allemaal gebleken uit onderzoek. Depressieve buien, uitstelgedrag, vraatzucht: nog een paar slechte eigenschappen van de doorsnee B. En dan kunnen we ook nog eens akelig aanwezig zijn, doordat we hoger scoren op extraversie, creativiteit én impulsiviteit.
Allemaal niks voor het brave A-volkje, dat volgens de wetenschap ingetogen, consciëntieus en zonder stimulantia door het leven stapt. Ochtendmensen boeken in hun jonge jaren gemiddeld dan ook betere schoolprestaties. Wat overigens níét wil zeggen dat ze intelligenter zijn: qua iq scoren B’s weer hoger.
Maar voordat u ons nu voor slapjanussen uitmaakt: wij B’s kunnen niets aan ons chronotype doen. U als A overigens net zomin. Je chronotype ligt namelijk voor een belangrijk deel genetisch vast. Ieders interne klok heeft al op dag één een bepaalde grondinstelling.
Minder moe, meer energie
- Inspirerende sessies voor meer inzicht in je vermoeidheid
- Tools om je energie weer op te bouwen
- Met gezondheidszorgpsycholoog Annemarieke Fleming
55,-
Voor de grote groep van de gemiddelde mensen is dat overigens geen probleem. Hun ‘interne etmaal’ duurt ongeveer 24 uur (om precies te zijn: gemiddeld 24 uur en twaalf minuten). Daardoor lopen ze van zichzelf redelijk synchroon met de klokken in de wereld om hen heen. Voor uitgesproken ochtendmensen ligt het al wat lastiger. Hun interne klok neigt ertoe het etmaal in iets minder dan 24 uur weg te tikken. Zij vinden de dag dus eigenlijk nét iets te lang. En avondtypes? Die hebben een klokje dat beduidend meer dan 24 uur nodig heeft om zijn rondje te maken; in extreme gevallen is het zelfs pas na 26 uur terug bij af. Als zij niet consequent tot de orde geroepen worden, gaan ze dus elke dag iets later naar bed – en komen er elke dag iets later uit.
Zonnetijd
Nou kent de natuur gelukkig een simpel middel om asynchrone types bij de les te houden. De zon. Zet er daglicht op en onze interne klok stelt de wijzers bij.
Dat concludeerde chronobioloog Till Roenneberg twee jaar geleden nadat hij het slaapgedrag van 21.000 Duitsers met elkaar had vergeleken. Hij stelde vast dat Duitsers in het uiterste oosten van het land ’s avonds gemiddeld een half uur vroeger naar bed gaan dan hun landgenoten aan de westgrenzen. En ’s ochtends komen de oosterlingen er vroeger én vrolijker uit. Zelfs de avondmensen onder hen rapporteerden minder opstartproblemen dan in West-Duitsland.
De school- en werktijden zijn in heel Duitsland grofweg gelijk, dus Roenneberg kon deze verschillen niet verklaren uit een verschil in aangeleerd ochtendgedrag. Evenmin achtte hij het aannemelijk dat in Oost-Duitsland voornamelijk A’s geboren worden en in het westen vooral B’s.
Bleef als verklaring over de stand van de zon. In het oosten van Duitsland wordt het een half uur vroeger licht én een half uur vroeger donker dan in het westen. Precies het verschil dat Roenneberg terugzag in de slaap- en waakvoorkeuren van de inwoners. Kennelijk, concludeerde de chronobioloog, wordt ons tijdsgevoel minstens zo sterk bepaald door de lokale ‘zonnetijd’ als door de gestandaardiseerde ‘kloktijd’.
Een conclusie die wonderwel aansloot bij een andere recente vondst, namelijk dat ons oog behalve over staafjes en kegeltjes nog over een derde soort lichtgevoelige cellen beschikt. Deze netvliescellen houden zich niet bezig met het doorgeven van beeld aan ons brein, maar alleen met het doorgeven van informatie over de lichtintensiteit.
Combineer beide ontdekkingen en de gevolgtrekking ligt voor de hand. Zelfs al worden we tegenwoordig omgeven door klokken, wekkers en andere indringende ‘sociale’ tijdgevers, we zijn onze dierlijke neiging om onze interne klok naar de zon te richten niet kwijtgeraakt. En dat geldt voor avondmensen net zo goed als voor ochtendmensen. Zelfs B’s worden in principe voortdurend ‘gesynchroniseerd’ door het licht dat in hun ogen valt.
Menselijk nachtdier
In principe – want in de hedendaagse praktijk werkt het net even anders. Zo stelde Roenneberg vast dat het ‘zonnetijdeffect’ op het platteland sterker was dan in de stad. Hoe meer de respondenten een buitenleven leidden, hoe vroeger – én makkelijker! – ze uit hun bed kwamen.
Maar dat betekent ook dat het voor de meeste westerlingen in toenemende mate lastig wordt om moeiteloos gesynchroniseerd te blijven. Zitten we immers niet steeds vaker in auto’s, metro’s en hoge gebouwen? En het zijn niet alleen de echte B’s die daardoor klokproblemen krijgen. Gemiddelde mensen hebben immers ook een ‘intern etmaal’ dat iets langer duurt dan 24 uur. Zeker in de winter ervaart een toenemend aantal van hen dat ze de klok aan de wand niet meer kunnen bijbenen.
Dat is voor iedereen lastig, maar bij iemand die van nature al een uitgesproken avondmens is, kan het tot extreem gedrag gaan leiden. Zodra hij toegeeft aan zijn neigingen, krijgt hij op een gegeven moment nog maar zo weinig daglichtcorrectie dat hij een regelrecht nachtdier wordt. En dat is niet alleen sociaal, maar ook medisch gezien onwenselijk. Mensen hebben immers zonlicht nodig voor de aanmaak van vitamine D en serotonine. Beide stofjes zijn van wezenlijk belang voor ons geestelijk welzijn. Zo wordt het al een stuk begrijpelijker waarom extreme avondmensen hoger scoren op depressie. En waarom ze meer drank, tabak en drugs gebruiken dan ochtendmensen. Want er bestaat onmiskenbaar een verband tussen het serotonineniveau in iemands brein en diens neiging tot onmatigheid.
Tikje later opstaan
Zie je wel, hoor ik de A’s onder u nu zeggen: die B’s moeten gewoon een schop onder hun kont krijgen! Klokke zeven de gordijnen open en niets aan het handje!
Nee A, dat is te simpel gedacht. Want hoe geweldig gesynchroniseerd ze ook zijn, zeven uur ’s ochtends is en blijft een ontijd voor geboren avondmensen. Hun hormoonproductie staat dan nog op nachtinstelling, hun lichaamstemperatuur is nog laag, hun hele lichaam schreeuwt kortom om slaap. Het enige wat zo’n voortijdig gewekt hoopje ellende kan, is snauwen naar huisgenoten, er cafeïne in gieten en zijn levensleed bewenen boven een moorkop of een sigaret.
Inderdaad: precies het slechte gedrag dat ons B’s wordt toegeschreven. Alleen dan niet als toevallig bijkomende afwijking, maar als direct gevolg van de idiote leefwijze die ons wordt opgelegd! Laat ons iets later uit bed komen en u hebt stukken meer aan ons. En als u ons dan ook nog de gelegenheid geeft om even rustig in de zon te ontbijten, is de kans groot dat we de volgende dag zelfs vrolijk uit bed komen – al is het dan wat later dan u graag zou zien. Maar die gemiste uurtjes halen we ’s avonds graag met u in.
Zo houd u stand in een ochtendwereld
Hebt u echt last van uw avondmensneigingen? Volgens chronobiologe Marijke Gordijn van de Rijksuniversiteit Groningen valt uw interne klok met de volgende leefregels wel iets bij te stellen:
– Zorg ervoor dat u ’s ochtends veel licht krijgt. ‘Dan wordt het iedere dag iets makkelijker om op tijd op te staan,’ zegt Marijke Gordijn. Slaap bijvoorbeeld met de gordijnen open, ontbijt vlak voor een raam en ga zo mogelijk lopend of op de fiets naar uw werk.
– Gebruik ’s avonds zo veel mogelijk gedimd licht. ‘Een lichtbad in de avond maakt namelijk juist dat uw klok nog meer naar achteren verschuift,’ waarschuwt Gordijn.
– Sta ook op vrije dagen op tijd op. ‘Eén keer uitslapen en uw klok gaat er weer vandoor,’ weet Gordijn. Hebt u het weekend echt nodig om bij te tanken, las dan liever een kort middagdutje in. Tenzij u ’s nachts slecht slaapt – dan zijn dutjes geen goed idee.