Het heeft jaren geduurd voordat ze ermee stopte, en toen ze de laatste sigaret uiteindelijk had uitgedrukt, is ze dagenlang doodziek geweest. Mijn moeder hoopte dat die herinnering ons wel zou beletten later zelf te experimenteren met roken. Dat was natuurlijk een hopeloos naïeve gedachte, want alledrie hebben wij als twintigers onze kamers blauw gerookt. En hoe ik mijn geheugen ook pijnig, ik kom wel vluchtige flarden tegen van haar geur als ik op schoot zat – een mengeling van warme sproetenhuid, katoen en sigarettenrook – maar geen enkele herinnering aan mijn moeders afkickmisère.
Kun je leren van andermans fouten? Eerlijk gezegd vind ik leren van mijn eigen fouten al lastig genoeg – vooral omdat ik ze liever meteen verdring. Mislukte grappen, losse zoenen met meneren die daar niet leuk genoeg voor waren, beschamende ruzies met ex-geliefden: ik stop ze zo gauw mogelijk diep weg in mijn onderbewuste.
Het ongelukje met de pompoen en het keukenmes, dat me een rafelig plakje vingertop kostte, heeft zich dan weer wél kartelscherp in mijn bewustzijn gekerfd. Iedere keer als ik dat bewuste mes nu pak, merk ik dat er iets verstrakt in mijn rugspieren – kennelijk is hier een onbewust mechanisme aan het werk dat mij wil behoeden voor nieuwe bloederige toestanden, en dat sterker is dan de vergeetdrift.
Moeten we dan steeds dezelfde fouten maken, iedere generatie opnieuw? Valt er niets te leren van de ervaring van anderen? Onderzoeker Karl Pillemer stelt van niet. Hij ondervroeg 1500 ouderen, en gelooft heilig dat hun levenslessen jongere mensen zullen behoeden voor verkeerde keuzes. In dit nummer staan hun belangrijkste inzichten verzameld. Zelf denk ik stiekem dat je al een beetje ingekerfd moet zijn, willen ze aan je blijven plakken. Wijze lessen uit de tweede hand, spreuken op Facebook, uitspraken van markante mensen: we verzamelen ze niet omdat ze ons iets nieuws leren, maar omdat ze bevestigen wat we allang weten. Ze resoneren met de lessen die we inmiddels zelf hebben geleerd. Door in onze eigen vingers te snijden.