Ongeveer eenderde van de mensen die worden behandeld tegen angststoornissen, komt niet van de angsten af. Toch gloort er nu hoop voor deze groep, als het aan onderzoekers van de Universiteit Utrecht ligt. ‘De mensen bij wie de bestaande behandeling aanslaat, blijken namelijk een ander soort angst te hebben dan de mensen die bang blijven’, vertelt onderzoekster Lucianne Groenink.

Training Van angst naar lef
Training

Training Van angst naar lef

  • Leer hoe angst in je lichaam en brein werkt
  • Maak een persoonlijk stappenplan voor het overwinnen van angsten
  • Met technieken om paniekgevoelens weg te nemen
Bekijk de training
Nu maar
45,-

Groenink: ‘De makkelijk behandelbaren kampen meestal met vrees: een duidelijk gedefinieerde angst, bijvoorbeeld een muizenfobie. Degenen die moeilijker te helpen zijn, hebben meer last van vage angsten die ze niet duidelijk kunnen benoemen.’

Vrees en angst blijken in twee verschillende hersengebieden te liggen: vrees zit in de amygdala, angst in het septum. Groenink: ‘We hebben nu een boodschapperstofje in het septum ontdekt, waarvan we denken dat het vage, onbenoembare angsten veroorzaakt: corticotropin releasing factor, oftewel CRF. Door de proefdieren een stof toe te dienen die de werking van CRF tegengaat, zou de angst moeten verminderen. Dat wordt de volgende stap in ons onderzoek.’

Overigens is CRF waarschijnlijk slechts één van de boodschapperstofjes in het septum die betrokken zijn bij onbenoembare angstgevoelens. ‘Naar de andere boosdoeners gaan we nu op zoek’, aldus Groenink. ‘Uiteindelijk is het de bedoeling om een pil te maken die alle betrokken boodschapperstofjes kan blokkeren, waardoor de angst verdwijnt.’