Er zit spinazie tussen je tanden, maar gelukkig fluistert een collega je toe dat je even in de spiegel moet kijken. Je ontvangt een afgrijselijk cadeau, maar roept: ‘Wat lief dat je aan me hebt gedacht.’

21 manieren om nee te zeggen

21 manieren om nee te zeggen

‘Sorry, maar nee.’ Een simpel zinnetje, maar o zo moeilijk om uit te spreken. Terwijl het ons zo...

Lees verder

Soms kan tactvol gedrag heel simpel zijn. Maar vaak zijn situaties lastiger, en dan is het ook lastiger om aan te voelen wat een correcte, gepaste of gewenste reactie is.

Hoe reageer je kies wanneer je vriendin met onvervulde kinderwens net langskomt terwijl je andere vriendin zit te tetteren over haar zoons briljante vorderingen? En wat moet je doen wanneer je collega vreselijk uit zijn mond ruikt?

Cultureel bepaald

Je tactvol gedragen wordt als diplomatiek en hoffelijk ervaren. In het algemeen valt wel te stellen dat de kern van tact is dat niemand gezichtsverlies lijdt, zegt sociaal psycholoog Beatrijs Ritsema. Ze schreef Het grote etiquetteboek en geeft in Trouw no-nonsense adviezen over goede manieren.

Wat tactvol gedrag precies is, is extreem cultureel bepaald. Neem iets eenvoudigs als je bord leegeten. In het Westen een teken dat het heeft gesmaakt, elders betekent het juist dat het niet voldoende was: een belediging voor de gastheer of -vrouw.

Tactloosheid overkomt iedereen weleens. Je flapt er net het verkeerde uit: ‘Wat leuk, ben je weer zwanger?’ tegen een mollige vriendin, en daarna voel je je enorm opgelaten.

Sommige mensen beschikken van nature over weinig tact, zegt Ritsema. ‘Daar hebben ze zelf niet zoveel last van. Ze denderen als een stoomwals over alles heen en bekijken achteraf de schade: o, heb ík dat gedaan?’

Vaardigheid is te leren

Waar tactloos gedrag meestal een ongelukje is, is tactvol gedrag een vaardigheid die je je eigen moet maken. Maar het kan, zegt Bart Landstra, trainer in geweldloze communicatie. Hij geeft advies over hoe je ‘compassievol’ kunt communiceren, met aandacht voor elkaars behoeften en gevoelens.

Heb je je eenmaal bekwaamd in tactvol gedrag, dan zul je moeten blijven opletten, zegt Landstra. Het is een kunst op zich, en elke dag presenteert nieuwe voetangels en klemmen.

Tips voor tactvol reageren

Etiquettespecialist Beatrijs Ritsema en communicatiedeskundige Bart Landstra geven advies: tactvolle reacties in 6 lastige situaties.

1. Te veel gedronken

Je rijdt met een vriendin mee naar een feestje, heen en terug. Op het feestje zie je dat ze te veel drinkt. Het is niet de eerste keer. Zelf heb je ook iets te veel op. Hik, wat doe je?

Ben je een sociale kameleon?

Ben je een sociale kameleon?

Stem je je gedrag makkelijk af op je omgeving? Dat kan je flink vooruithelpen in je carrière. Maar ...

Lees verder

Beatrijs Ritsema: ‘Als het een patroon is, moet je van tevoren maatregelen nemen. Laat haar een belofte doen voordat je het feestje samen in loopt. Vergeet niet: onder invloed rijden is een misdrijf. Ben je eenmaal midden in de situatie, dan kun je haar met zachte hand apart nemen: “Zal ik rijden?” Maar als je zelf ook hebt gedronken, dan meld je onverbiddelijk: “We nemen een taxi naar huis.” Tactvol handelen is dan even niet aan de orde; ze is niet geheel zichzelf.’

Bart Landstra: ‘Tactvol is: met respect voor je dronken vriendin. Zeg wat je op je hart hebt: “Ik maak me zorgen, volgens mij heb je te veel gedronken.” Antwoordt ze dat ze prima kan rijden, dan zeg je: “Ik durf niet bij je in de auto te stappen, ik kies voor mijn eigen veiligheid en neem een andere lift naar huis. Maar ik ben ook bezorgd over jouw veiligheid. Hoe kom jij thuis?” Bezorgdheid voor je vriendin kan ook betekenen dat je zegt: “Jij gaat niet meer rijden, ik bel een taxi voor ons beiden.” Het hangt ervan af hoe aangeschoten ze is of je er nog een toelichting bij geeft.’

2. Luidruchtig eten

Je aardige, hardwerkende collega in de kantoortuin eet wortels en appels dat het een lieve lust is. Dat geknaag leidt je af, maar hoe zeg je dat?

Bart Landstra: ‘Stel je welwillend op; bedenk dat het nogal iets is, om je collega aan te spreken op zijn gedrag. Je kunt zeggen: “Ik merk dat je lekker zit te eten. Tegelijkertijd merk ik dat ik me minder goed op mijn werk kan focussen. Heb jij een idee hoe we dit samen kunnen oplossen?” Of, iets directer: “Ik merk dat het me stoort, terwijl ik rust zoek voor mijn werk. Kun je ergens anders eten of even wachten tot de pauze? Of heb je misschien een idee om dit samen op te lossen?”’

Beatrijs Ritsema: ‘Misschien heeft je collega niet eens door dat hij luidruchtig is. Je kunt gerust kenbaar maken dat het geluid je irriteert. Dat kan rechtdoorzee: “Zeg, beste collega, ik heb last van je appelgeknaag, het haalt me uit mijn concentratie – is er misschien een oplossing voor te verzinnen?” Op die manier blijf je gelijkwaardig. Een vuistregel bij tactvol gedrag is: stel je hulpbehoevend op. Je verzoek komt dus neer op: sorry, ik heb een probleem, kun je me hiermee helpen? Een leugentje om bestwil kan ook: je hebt last van misofonie. Je kunt niet tegen geluid, het leidt je uitermate af. Wanneer je dat argument aandraagt, stel je je min of meer op als een slachtoffer: “Ik kan het ook niet helpen.”’

3. Lang van stof

Een andere collega is al net zo sympathiek, maar ellenlang van stof. Hoe kap je haar tactvol af?

Beatrijs Ritsema: ‘Het onderscheid tussen collega’s en vrienden is vervaagd. Op het werk bespreek je de dingen uit je privéleven – een ziek kind, leuk feestje in weekend – bijna zoals je met vrienden zou doen. Dat levert een scheef soort sociale gezelligheid op. Maar er zit een grens aan, want je bent hier om te werken. Gaat het over onbenulligheden, dan kun je tegen de kletsende collega zeggen: “Reuze interessant allemaal, maar nu moet ik weer verder.” Een beetje ironie mag, dat verzacht je opmerking. Gaat het over ernstige kwesties als een ziek kind, dan kun je zeggen: “Wat erg voor je, straks in de lunchpauze wil ik er alles over horen, nu moet ik eerst aan het werk.”’

Bart Landstra: ‘Tactvol is hier dat je laat zien dat je je inleeft in de ander en daarna een grens aangeeft: “Ik merk dat je iets wilt vertellen wat belangrijk voor je is. Kun je me kort vertellen wat de kern is?” Mocht het iets zakelijks zijn, dan kun je beginnen met vaststellen wat jullie beider behoefte is en daarna een voorstel doen: “De klusjes waarmee ik bezig ben, wil ik graag afronden. En jij wilt feedback. Wil je dat nu? Of kan het op een ander moment?”’

4. Ex aanspreken

Je bent gescheiden en hebt co-ouderschap over je jonge kinderen. Na een paar dagen bij hun vader komen ze moe en ongewassen terug. Hoe spreek je je ex daarop aan?

Bart Landstra: ‘Het beste is eerlijk te reageren: “Ik heb het idee dat de kinderen moe zijn, ik zie dat ze nog dezelfde kleren dragen, met snotstrepen. Ik ben daarover bezorgd en ongerust, en wil graag erop vertrouwen dat we samen onze kinderen een goede verzorging geven. Hoe zie jij dit?” Tactvol is dat je de ander betrekt in het gesprek. Je hoopt dat hij jou ziet en jouw behoefte erkent. Maar dat geldt natuurlijk andersom ook. Wie weet let hij wel op andere dingen bij de kinderen dan jij, bijvoorbeeld avontuur en vrijheid. Wees ook tactvol tegen jezelf, en spreek jezelf aan: waar richt ik mijn aandacht op?’

Training Minder zelfkritiek, meer zelfcompassie
Training

Training Minder zelfkritiek, meer zelfcompassie

  • Wees vriendelijk voor jezelf
  • Vind meer innerlijke rust
  • Krijg zelfinzicht met het ‘zelfcompassiedagboek’
Bekijk de training
Nu maar
79,-

Beatrijs Ritsema: ‘Vieze kleren en ongewassen haren, als dát het enige probleem is? Co-ouderschap is al moeilijk genoeg, vooral voor de kinderen: zij moeten van de ene sfeer naar de andere sfeer overgaan. Ze zijn kennelijk lekker actief geweest en je stopt ze daarna lekker in bad en in bed. En als je het érg vervelend vindt, dan kun je vragen of hij de kinderen een uur eerder terugbrengt. Kortom: niet reageren is hier het meest tactvolle. Hij doet het gewoon anders dan jij, en dat is niet erg.’

5. Bemoeien met de opvoeding

In de speeltuin bekogelen een paar 8-jarigen een peuter met zand, terwijl hun ouders geanimeerd aan het bier zitten. Hoe spreek je ze aan op het gedrag van hun kroost?

Beatrijs Ritsema: ‘Als je de rechthebbende ouders hebt getraceerd, kun je neutraal beginnen: “Zijn dat uw kinderen? Misschien heeft u het niet gezien, maar ze zijn niet zo lekker bezig. Misschien kunt u er iets van zeggen?” Let op dat je dit met de grootste voorzichtigheid brengt. Voor je het weet heb je knetterende ruzie. Je bemoeien met andermans kinderen geldt als de hoofdzonde onder ouders. Als een kind zich in zijn eentje misdraagt, kun je het bericht brengen als een quasi-bezorgde burger: “Ik ben zo bang dat hij zich bezeert.”’

Bart Landstra: ‘Het is belangrijk dat je kijkt of je interpretatie klopt. “Ik zie dat die kinderen een peuter bekogelen met zand. Daar schrik ik van en ik ben bang dat het uit de hand loopt. Ik zou graag willen dat er iets van gezegd wordt. Zal ik er wat van gaan zeggen, of gaat u dat doen?” Mocht je al op de kinderen zijn afgegaan zonder de ouders in te lichten, dan kun je dat ook goedmaken: “Ik maakte me zorgen om de veiligheid van deze peuter, daarom ging ik er snel naartoe.”’

6. Vrienden met ruzie

Twee van je beste vrienden waren ooit met elkaar bevriend, maar zijn nu gebrouilleerd. Ze eisen allebei loyaliteit van je.

Beatrijs Ritsema: ‘Zeg tegen hen beiden dat je geen zin hebt om je vriendschap met de ander op te geven. Je blijft ze zien. “En als ik een feestje geef, dan zijn jullie beiden uitgenodigd.” Zo kun je dat afbakenen. Duidelijkheid heeft hier de voorkeur boven tact.’

Bart Landstra: ‘Trap niet in de loyaliteitsval en maak het concreet. Benoem het ongemak dat je ervaart en probeer te achterhalen waarom ze alleenrecht op je vriendschap vragen. “Waarom vraag je dit? Vind je het ongemakkelijk als ik met B omga? Is het veiliger voor jou als ik kies?” Tegen vriend A verklaar je dat je nog altijd met vriend B omgaat. Zeg dat je graag zelf wilt kunnen kiezen met wie je omgaat.’

Tactvol reageren in 5 stappen

  • Luister goed. Voordat je iets zegt: denk een paar tellen na. In welk gezelschap bevind je je? Als je net een promotie hebt gekregen, is het niet slim om daarover op te scheppen in de buurt van die langdurige werkloze vriend.
  • Stel je hulpbehoevend op. In het terugkerend gevecht op kantoor over raampje open/raampje dicht, kun je hiermee je collega milder stemmen. ‘Ik heb een probleem met de tocht van het raam dat je net hebt opengezet, kun je me daarbij helpen?’ Of: ‘Help, ik heb veel last van het zuurstoftekort dat nu ontstaat doordat het raam is gesloten. Wat zullen we doen?’
  • Gebruik een leugentje om bestwil, dat mag best. De nieuwe buurvrouw nodigt je uit voor een verjaardag, maar dat lijkt je dodelijk saai. Je zegt: ‘Ik kan die avond niet. Jammer!’ Daarmee verwond je jezelf en de ander niet.
  • Buig het negatieve om en verander subtiel van onderwerp. Roddelt je reisgenoot knorrig over een afwezige vriend – ‘Die is ook altijd te laat’ – dan wijs je hem erop dat de vriend wél altijd een zonnig humeur meeneemt. ‘En trouwens, wat een heerlijk weer is het. IJsje/biertje?’ Zo vermijd je meeroddelen.
  • Soms is het beter om te zwijgen. Niet alle situaties vragen om je snedige commentaar. Dus mond dicht als je dochter haar wenkbrauwen te donker heeft geverfd, of als je verdrietige vriend er na een huilbui verschrikkelijk uitziet. Zoals de moeder van Stampertje in de tekenfilm Bambi zegt: ‘Als je niks leuks te vertellen hebt, zeg dan maar liever niets.’