Het kan heel fijn zijn om onder hoge druk te werken: kortdurende stress haalt het beste in de mens naar boven. Al je zintuigen staan op scherp, de ene na de andere creatieve oplossing komt in je op, je neemt – tsjak-tsjak-tsjak – de juiste beslissingen en stoomt door naar de volgende afspraak.
Last van stress?
Een goede en gekwalificeerde coach helpt je. Op Coachfinder.nl vind je een coach die bij je past.
En dat is precies waar stress van oudsher goed voor is. Of je nu op de steppe woont en een joekel van een gnoe op de hielen zit of thuiszorgmedewerker bent en een spoedopname voor een cliënt moet regelen: je lichaam is in staat razendsnel de extra energie vrij te maken die nodig is voor zo’n prestatie.
Maar dan. Kun je na afloop onder een boom neerploffen en een uurtje ongestoord uithijgen, tevreden met wat je net hebt gedaan? Of word je meteen door de volgende noodsituatie of een ontevreden baas besprongen?
Wanneer heb je een burn-out?
Voor veel werkende mensen in de westerse wereld is dat laatste de realiteit. Prettige stresspieken zijn er voor hen niet meer bij. Ze gaan de hele dag door van piek(je) naar piek(je) en verkeren dus eigenlijk op een chronisch stressplateau.
En al verschillen mensen onderling sterk als het gaat om de vraag hoeveel stress ze nog prettig vinden, voor iedereen komt er uiteindelijk een punt waarop de rek er echt uit is en het lichaam geen extra energie meer kan mobiliseren.
Met als resultaat dat ze trager worden, fouten gaan maken, geïrriteerd raken. De een krijgt daar hoofdpijn of darmklachten bij, de ander last van zijn rug, bijna iedereen gaat slecht slapen. En piekeren.
Over het werk, over die gezondheidsproblemen. Met nog meer slaapproblemen en nog minder energie voor ons werk en leven als gevolg. Klaar is de glijbaan naar de burn-out.
Verschijnselen van een burn-out
Volgens de laatste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek zit een op de zeven Nederlandse werknemers op die glijbaan. Ze hebben last van burn-outverschijnselen of zijn daar zelfs al door uitgevallen. In Duitsland zou het gaan om een op de vijf werkenden en in Finland zelfs om een kwart.
De Finse psychologe Laura Sokka promoveerde dit voorjaar op een onderzoek waarin ze mensen die klaagden over burn-outverschijnselen vergeleek met mensen die daar geen last van hadden.
Minder moe, meer energie
- Inspirerende sessies voor meer inzicht in je vermoeidheid
- Tools om je energie weer op te bouwen
- Met gezondheidszorgpsycholoog Annemarieke Fleming
55,-
Ze liet ze diverse taakjes doen terwijl er een EEG van hun hersenen werd gemaakt. Daaruit kwam naar voren dat ook mensen met burn-outverschijnselen nog heel behoorlijk kunnen presteren. Maar hun brein vertoont daarbij wel een afwijkende inzet.
Zo constateerde Sokka dat de hersengebieden die eigenlijk bij de taken in kwestie ‘hoorden’ bij deze mensen verminderd actief waren. Ter compensatie werden andere gebieden met volle kracht ingezet. Dat kostte een hoop extra energie.
Ook hadden deze mensen aantoonbaar meer moeite om storende geluiden te onderdrukken. En al was dat aan de kwaliteit van hun werk nauwelijks af te zien – alleen deelnemers met ernstige burn-outsymptomen gingen vaker de fout in – het maakte allemaal wel een stroeve indruk.
Stress-blinde baas
Toegeven dat het werk ons moeizaam afgaat, vinden de meeste mensen lastig. Zeker tegenover hun baas. Maar uit zichzelf zal die het doorgaans niet opmerken.
Dat hoeft geen onwil te zijn: volgens stressdeskundige Theo Compernolle, hoogleraar aan de Brusselse Vrije Universiteit, zijn veel bazen vooral blind voor de stressverschijnselen van hun medewerkers doordat hun eigen ‘omslagpunt’ een stuk later ligt.
Ze ervaren een hoge werkdruk gewoon langer als prettig stimulerend, en blijven er langer koelbloedig en doelgericht onder dan hun medewerkers. Geen wonder dat ze op die leidinggevende positie zijn terechtgekomen.
Maar, schrijft Compernolle ook in zijn boek Stress: Vriend & vijand: ‘Dit heeft als gevolg dat mensen met een hogere stressbestendigheid dikwijls leidinggeven aan mensen met een lagere weerstand.’
En dat geeft bazen volgens hem de plicht signalen van negatieve stress bij hun medewerkers te leren waarnemen. Dat is, in zijn woorden, geen blijk van ‘slap maatschappelijk werk’, maar gewoon goed management.
Kalmeer je lichaam, kalmeer je geest
- Leer je omgaan met overprikkeling en overspoeling
- Ontwikkel je meer lichaamsbewustzijn
- Creëer je meer balans met behulp van de polyvagaaltheorie
69,-
Hoe voorkom je een burn-out?
Ook medewerkers zelf mogen wel wat alerter worden op alarmsignalen, om een burn-out te voorkomen. Want je zou ze de kost moeten geven, de mensen die niet doorhebben dat ze lijden onder die hoge werkdruk.
Misschien dat ze voortdurende hoofdpijn of hartkloppingen nog als stress-signaal zouden herkennen. Maar dat besluiteloosheid of achterdocht ook kan duiden op te lang aanhoudende stress, beseffen ze niet.
Daarom hieronder een rijtje signalen die je aan het denken zouden moeten zetten. Natuurlijk worden ze lang niet altijd door stress veroorzaakt.
Maar als je ineens dingen gaat denken als: ik weet echt niet meer of het A of B moet worden; of: die vrouw van de boekhouding probeert me onderuit te halen! Vraag je dan eens af of het ook aan de werkdruk kan liggen.
En is het antwoord ‘ja’, denk dan als die gnoe-jager: zo af en toe onder de boom zitten niksen hoort er ook bij. Echt.
Ook dit zijn stress-signalen
Te grote (werk)druk kan zich uiten in fysieke signalen, maar ook in gedragsveranderingen. Hoe voorkom je een burn-out? Door zowel bij jezelf als bij anderen alert te zijn op verschijnselen als:
- toenemende ontevredenheid;
- sneller boos zijn;
- onzekerheid, schrikachtigheid;
- snel wisselende emoties;
- grotere impulsiviteit;
- cynisme, onverschilligheid;
- meer zelfkritiek;
- achterdochtigheid;
- steeds andere artsen raadplegen voor lichamelijke klachten;
- sneller transpireren, klamme handen;
- tics of andere vormen van lichamelijke onrust, zoals ijsberen, voetschudden en beven;
- verstrooidheid, van de hak op de tak springen;
- besluiteloosheid, ongeïnteresseerdheid;
- dingen niet afmaken, geen prioriteiten meer kunnen stellen;
- niet meer openstaan voor nieuwe uitdagingen;
- verminderde creativiteit;
- fouten maken;
- een toename van onveilig gedrag en ongelukken;
- verminderde teamgeest;
- te veel overuren maken;
- meer roken, koffie en alcohol drinken en/of kalmeringsmiddelen slikken;
- meer over het verleden dan over de toekomst praten;
- onzorgvuldig omgaan met apparatuur, vandalisme, diefstal;
- onvriendelijkheid tegen klanten;
- een depressieve, in elkaar gezakte houding;
- langzamer spreken en vertraagd bewegen.