Hoe voel je je als je het podium op stapt om een Oscar in ontvangst te nemen? Uitzinnig van vreugde en ontzettend trots, zou je denken. Niet filmactrice Jodie Foster. In het Amerikaanse televisieprogramma 60 minutes keek ze terug op het moment dat ze het felbegeerde beeldje kreeg voor haar rol als verkrachte vrouw in The accused.

Training Vergroot je zelfvertrouwen
Training

Training Vergroot je zelfvertrouwen

  • Ontdek waarom vrouwen vaker last hebben van een negatief zelfbeeld
  • Zet direct stappen om je zelfvertrouwen te vergroten met behulp van oefeningen en challenges
  • Bonusvideo masterclass ‘Overwin het imposter syndroom’ met psycholoog Frederike Mewe
Bekijk de training
Nu maar
79,-

‘Ik dacht dat het een toevalstreffer was. Net zoals toen ik werd toegelaten aan Yale,’ vertelde Foster aan de presentator. ‘Ik dacht: ze komen erachter en dan vragen ze de Oscar terug. Ze komen langs en kloppen op de deur: “Sorry, we wilden hem eigenlijk aan Meryl Streep geven.”’ Nu, bijna twintig jaar later, wordt de actrice nog steeds geplaagd door gevoelens van onzekerheid. Toen ze eind vorig jaar een prestigieuze prijs in ontvangst nam voor haar successen, bekende ze zelfs dat ze zich een bedrieger voelde. ‘Ik heb geen idee waar ik mee bezig ben. Maar misschien is dat het geheim van mijn succes.’

Het bedriegerssyndroom

Het gevoel eigenlijk een bedrieger te zijn, houdt niet alleen beroemde actrices in zijn greep. Het ‘imposter phenomenon’ ofwel bedriegerssyndroom werd eind jaren zeventig voor het eerst beschreven in een artikel van de Amerikaanse psychologen Pauline Rose Clance en Suzanne Imes. Zij werkten destijds met hoog­opgeleide vrouwen, onder wie studentes en universitaire medewerksters. Clance en Imes ontdekten dat deze vrouwen ondanks hun uitstekende prestaties niet konden genieten van hun succes.

De reden? De vrouwen voelden zich – net als ­Foster – bedriegers. Hoewel anderen hen hoog inschatten, hadden ze zelf niet het idee capabel te zijn. Zo dachten de studentes die Clance en Imes spraken dat ze ten onrechte waren toegelaten op de universiteit. Ze waren ervan overtuigd dat er bij hun toelatingsexamen een fout was gemaakt. Ook zei een vrouwelijke professor tegen de psychologen dat ze niet goed genoeg was om aan de universiteit te werken. Ze vermoedde dat er iets verkeerd was gegaan bij het selectieproces.

Gewoon geluk gehad

Mensen die onder het bedriegerssyndroom lijden, schrijven hun successen toe aan allerlei oorzaken, behalve aan hun eigen kunnen. Daardoor betwijfelen ze of ze nogmaals goed zullen presteren, ongeacht het aantal successen dat ze al op hun naam hebben staan. ‘Poeh, deze keer heb ik geluk gehad,’ denken ze bijvoorbeeld als ze een project afronden met goed gevolg.

Of: ‘Ja, maar nu heb ik ook wel extréém hard gewerkt; geen wonder dat het is gelukt.’ Ook vinden ze het moeilijk complimenten te accepteren. Als iemand hun een pluim geeft, doen ze hun prestaties af met uitspraken als ‘Ach, het was niets.’ Of misschien lijkt het alsof ze het compliment in ontvangst nemen, maar intussen denken ze dat hun prestatie eigenlijk niks voorstelt.

Ontmaskeringsangst

Omdat het mensen met het bedriegerssyndroom niet lukt om zich hun successen eigen te maken, zijn ze bang voor ontmaskering. Ze vrezen dat er op een dag iemand voor de deur staat die heeft ontdekt dat ze eigenlijk toch niet zo slim en competent zijn als iedereen denkt.

Zo zei een van de ondervraagde vrouwen tegen Clance en Imes: ‘Ik was ervan overtuigd dat ik ontmaskerd zou worden toen ik mijn doctoraalexamen deed. Ik dacht dat de Dag des Oordeels was aangebroken. Aan de ene kant was ik wel een beetje opgelucht, omdat ik niet meer hoefde te doen alsof. Ik was dan ook ontzettend verbaasd toen ik hoorde dat mijn antwoorden uitstekend waren en dat mijn scriptie een van de beste was die mijn begeleider in zijn hele carrière had gezien.’

Sinds de publicatie van het artikel van Clance en Imes doen wetenschappers geregeld onderzoek naar het bedriegersfenomeen. Hoewel deze twee psychologen gevoelens van bedrog in eerste instantie vooral bespeurden bij vrouwen, laat recenter onderzoek zien dat ze voorkomen bij beide seksen.

Extra hard doorbuffelen

Het idee dat je de boel voor de gek houdt, heeft uiteenlopende gevolgen. Perfectionisme kan daar een van zijn, zeggen psychologen. Wie bang is door de mand te vallen, gaat extra hard werken om ontmaskering te voorkomen. Zelfbenoemde bedriegers buffelen bijvoorbeeld nog een paar uur door om dat rapport af te krijgen, terwijl hun collega’s al lang en breed naar huis zijn; iets wat paradoxaal genoeg juist bijdraagt aan hun succes.

Ook uitstelgedrag kan een consequentie zijn. Als je niet zeker bent van je eigen kunnen, kun je de neiging krijgen taken voor je uit te schuiven vanwege de angst om ditmaal écht als incompetent te worden ontmaskerd. Uit onderzoek blijkt verder dat een hoge score op een schaal die imposter-gevoelens meet, gerelateerd is aan een scala van negatieve zaken. Een slecht zelfbeeld bijvoorbeeld, en depressieve en angstige gevoelens.

Van huis uit

Waar komt het bedriegerssyndroom eigenlijk vandaan? Clance en Imes zoeken het antwoord op deze vraag vooral in de opvoeding. Volgens hen zijn er twee soorten gezinssituaties die kunnen bijdragen aan gevoelens van bedrog. Ten eerste zijn er gezinnen waarin de rol van slimste al is weggelegd voor een broer of zus. Ondanks de intellectuele prestaties van het kind in kwestie stellen de ouders dit beeld niet bij. Hierdoor kan het kind gaan twijfelen aan zijn intellectuele capaciteiten.

De andere is de gezinssituatie waarin een kind het idee krijgt dat hij of zij superieur of perfect is. Dat het succesvol kan zijn zonder ergens veel moeite voor te hoeven doen. Terwijl het opgroeit komt het echter allerlei situaties tegen waarin blijkt dat dit niet zo is. Het doet het bijvoorbeeld goed op school, maar moet daar wel hard voor werken. Hierdoor trekt het zijn eigen oordeel en dat van zijn ouders in twijfel. Uit recent onderzoek blijkt verder dat mensen die emotioneel minder stabiel zijn, sneller last hebben van het bedriegerssyndroom.

Nep-bedriegers

Er is echter kritiek op de zelfbenoemde bedriegers. Zo verscheen in de New York Times onlangs een artikel waarin de auteur hen bestempelt als ‘phony phonies’: valse bedriegers. Uit onderzoek door de Amerikaanse psycholoog Mark Leary was namelijk gebleken dat bedriegers stiekem zekerder van zichzelf zijn dan ze zich voordoen. Leary vroeg ze om hun score op een test in te schatten. Wat bleek? De bedriegers schatten hun score hoger in als werd gezegd dat hun prestaties niet openbaar werden gemaakt. Wanneer ze dachten dat anderen er kennis van zouden nemen, waren ze een stuk bescheidener.

Volgens Leary zou dit kunnen betekenen dat sommige bedriegers – al dan niet bewust – het bedriegerssyndroom gebruiken als sociale strategie. Door te zeggen dat je eigenlijk niet zo slim bent als de ander denkt, roep je al snel de reactie op: ‘Welnee, je bent briljant.’ En dat is natuurlijk fijn om te horen. Bovendien dek je jezelf alvast in voor het geval het wél misgaat.

Iedereen voelt zich wel eens een bedrieger

Een aantal onderzoekers concludeerde op basis van Leary’s onderzoek zelfs dat het bedriegerssyndroom niet bestaat. Onderzoeker Rory McElwee van de Amerikaanse Rowan University nuanceert dit. Met haar eigen onderzoek borduurt zij voort op dat van Leary. Ze laat desgevraagd weten dat de resultaten volgens haar niet betekenen dat het bedriegerssyndroom niet bestaat. ‘Er is wel degelijk iets aan de hand. Mensen hebben dit soort gevoelens en voelen zich er rot door. Maar ik denk dat psychologen het bedriegerssyndroom op een verkeerde manier meten.’

Volgens Mc Elwee is het gevoel een bedrieger te zijn namelijk geen persoonlijkheidskenmerk, zoals de meeste onderzoekers – waaronder Clance en Imes – veronderstellen. ‘Het is geen eigenschap waarvan sommige mensen hun leven lang last hebben en anderen niet. Het is eerder een bepaalde staat waarin we ons allemaal weleens bevinden.’

In een onderzoek vroegen McElwee en haar collega Tricia Yurak personen een situatie te beschrijven waarin ze zich een bedrieger voelden. ‘En bijna iedereen kon dat. Onderzoek door anderen laat het hetzelfde zien: mensen voelen zich soms écht zo. Maar dat is in bepaalde situaties, vooral wanneer je een nieuwe rol krijgt.’ Na een promotie tot manager kun je je bijvoorbeeld een bedrieger voelen, of misschien na de geboorte van je eerste kind, wanneer je voor het eerst de moeder- of vaderrol op je neemt. Maar, zegt Yurak: ‘Het zijn gevoelens die komen en gaan.’

Een advies voor degenen die zich af en toe een bedrieger voelen: praat erover met anderen. Alleen al het besef dat je niet de enige bedrieger bent, lucht op. En mocht Jodie Foster even niet beschikbaar zijn, dan is er vast wel iemand anders in de buurt.

Oefening: overwin de angst voor ‘ontmaskering’

»1. Houd in een schriftje bij wanneer je je onzeker voelt over een bepaalde taak. Welke zorgen heb je allemaal? Noteer vervolgens hoe de gevreesde taak uiteindelijk uitpakte. Waren je zorgen terecht? Doe dit een aantal keer en probeer te ontdekken welke zorgen terecht zijn, en welke deel uitmaken van het bedriegersfenomeen.

»2. Schrijf op welke positieve feedback je op je prestaties krijgt, en hoe je daar gewoonlijk op reageert. Het is de bedoeling om automatische patronen te doorbreken. Als je ziet dat je complimenten ontwijkt, probeer dan het tegenovergestelde te doen. Luister; zeg ‘dank je wel’; en geniet van het compliment.

»3. Maak een lijstje met mensen die je in je leven ‘voor de gek hebt gehouden’. Stel je vervolgens voor dat je je bedrog aan deze personen opbiecht. Probeer nu in een realistisch scenario te bedenken hoe zij daarop zullen reageren. Stel, je vertelt aan je leidinggevende dat je dat project helemaal niet zo goed hebt gedaan als hij of zij denkt. Denk je dan serieus dat hij of zij zal zeggen: ‘Inderdaad, dat dacht ik al’? Nee, hij of zij zal daar eerder om moeten lachen of misschien zelfs een beetje boos worden en zeggen: ‘Ik vind het vervelend dat je mijn mening in twijfel trekt.’

Gebaseerd op The impostor phenomenon. Overcoming the fear that haunts your success, Pauline Rose Clance, Peachtree Publishers, 1985 / Bantum Books, 1985