‘Drugsverslaving is erfelijk en zit in de familie.’ Dat was jarenlang de conclusie uit verslavingsonderzoek. Amerikaanse experimenten met ratten brengen daarin nu een verrassende nuancering aan. De onderzoekers ontdekten dat zoons van cocaïneverslaafde rattenvaders juist minder snel verslaafd raken. De prefrontale cortex, die de rem op gedrag zet, geeft in het brein van deze zoons extra tegengas zodra ze cocaïne krijgen. Daardoor vinden ze cocaïne minder lekker dan normale ratjes.
Volgens de onderzoekers wordt dit veroorzaakt door een verandering in het sperma van verslaafde rattenvaders. Het herhaalde cocaïnegebruik maakt hun brein minder gevoelig voor deze drug, en die verandering wordt genetisch doorgegeven aan de zoons. Daardoor reageren hun hersentjes minder heftig als ze de stof voor het eerst krijgen, en raken ze er dús minder snel verslaafd aan. De onderzoekers vermoeden dat dit ook geldt voor mensen.
Waarom dochters de genetische verandering niet van hun vader meekrijgen, is nog niet duidelijk. Ook moet nog onderzocht worden of de verandering van moederskant kan worden geërfd.
Epigenetic inheritance of a cocaine-resistance phenotype, Nature Neuroscience, december 2012