‘Er zijn belangrijkere dingen in het leven dan geld. Maar zonder geld kun je die niet krijgen,’ luidt een mooie quote van de Amerikaanse cartoonist Harvey Kurtzman.
Welke emotionele behoefte vervult geld voor je?
Geld heeft invloed op bijna alle aspecten van ons leven. De inhoud van onze portemonnee bepaalt waar we wonen, hoe we onze vrije tijd inrichten, wat we eten en wie onze vrienden zijn. Toch gaan we lang niet altijd even verstandig om met onze centen.
In hun boek Geld en gedrag laten de Amerikaanse gedragseconomen Dan Ariely en Jeff Kreisler zien hoe we slimmere keuzes kunnen maken: door ons gebrekkige financiële instinct met ons verstand bij te sturen.
7x slimmer omgaan met geld
1. Bedenk voordat je iets koopt, hoe hard je ervoor moet werken
Als je één psychologische economieles zou moeten onthouden, dan is het die over opportunity costs, vrij vertaald als opofferingskosten. Opportunity costs gaan over de waarde van dat wat je opgeeft als je iets koopt.
Anders gezegd: wanneer je geld uitgeeft aan het een, kun je het ander niet meer kopen. Dus als je iedere dag op het station 3 euro neertelt voor een latte macchiato, kun je die ruim 1000 euro aan het einde van het jaar niet meer besteden aan een vakantie.
‘Je geeft niet alleen elke dag die 3 euro op, maar ook de mogelijkheden die dat geld nog meer kan bieden, nu of in de toekomst,’ leggen Ariely en Kreisler uit in hun boek.
Het rare is dat je dat vaak niet zo ervaart. Wanneer we in het koffiebarretje staan, focussen we op de latte die we willen hebben, en staan we niet stil bij alle alternatieven. ‘Dat laatste is te abstract en complex voor ons brein, en dus denken we er niet over na,’ aldus Ariely en Kreisler.
Toch zouden we moeten proberen om, elke keer als we iets kopen, ons te realiseren dat we op dat moment ook iets opgeven.
Er is een simpele manier om die voor ons brein zo ingewikkelde opofferingskosten concreter te maken: bedenk, voordat je iets koopt, hoeveel uur je ervoor moet werken. Dan gaat het ineens wél voor je leven. En smaken al die lattes nog zo lekker als blijkt dat je er ieder jaar meer dan een week voor moet werken?
2. Zie 100 euro als 100 euro
Stel: in de kledingwinkel zie je twee vergelijkbare jeans liggen. De ene kost 95 euro, de andere is van 180 euro afgeprijsd naar 100 euro. Welke van de twee zou je kopen?
Hoewel de afgeprijsde broek meer geld kost, zullen de meeste mensen toch daarnaar grijpen. Volgens Ariely en Kreisler komt dat omdat ons brein graag houvast wil hebben wanneer we de waarde van iets inschatten.
Onze hersenen denken graag dat de oude prijs van 180 euro iets zegt over de waarde van die broek, namelijk dat ze ‘meer waard’ is dan een jeans die ‘oorspronkelijk’ slechts 95 euro kost.
De kern van elke irrationele financiële keuze is dat we te veel waarde toekennen aan datgene wat we willen kopen, stellen Ariely en Kreisler. Zoals in dit voorbeeld met de verlaagde prijs dus, terwijl het er uiteindelijk natuurlijk gewoon om gaat wat je bij de kassa moet afrekenen.
Hou jezelf daarom voor dat een aanbieding niet altijd een besparing is. Je bespaart geen 80 euro door de afgeprijsde jeans te kopen; je geeft juist 5 euro meer uit aan een nieuwe spijkerbroek. Het is aan jou om te bepalen of die broek het waard is.
3. Maak geen aparte potjes
Je hebt wat geld gekregen voor je verjaardag en nog een factuur openstaan van je zorgverzekering. De kans is groot dat je dan denkt: hè nee, ik ga mijn verjaardagsgeld niet gebruiken voor die zorgverzekering.
Je verjaardagsgeld had je namelijk in je hoofd al in het potje ‘een leuk extraatje kopen voor mezelf’ gestopt, en niet in dat saaie, verplichte zorgverzekeringspotje.
Wat je echter niet beseft, is dat je slechts een denkbeeldige indeling had gemaakt: puur praktisch gezien is er namelijk geen enkele belemmering om het ‘verjaardagspotje’ te gebruiken voor het betalen van een achterstallige rekening.
Econoom en Nobelprijswinnaar Richard Thaler ontdekte dat mensen in hun hoofd een boekhouding bijhouden met verschillende potjes voor bijvoorbeeld boodschappen, vakanties en spaargeld voor later. Dit wordt mental accounting genoemd, oftewel mentaal boekhouden.
Een probleem is dat onze mentale boekhouder vaak nogal irrationele keuzes maakt. Doordat het geld in ons hoofd al in een bepaald potje zit, maken we het op aan een specifiek doel.
We denken er niet meer over na of ons geld op dat moment misschien beter aan iets anders besteed kan worden dat bijvoorbeeld urgenter en daardoor waardevoller is.
Hoe wapen je je hiertegen? Door één overzicht te maken van alles wat er in- en uitgaat, zeggen Ariely en Kreisler. Daardoor ga je minder in termen van potjes denken en kijk je vanzelf objectiever naar waar je je geld op dat moment het best aan kunt uitgeven.
4. Maak je niet druk over een eerlijke prijs
De kiosk waar je iedere dag langsfietst, verkoopt paraplu’s voor 5 euro. Maar op de dag dat het regent en jij er eentje wilt kopen, hangt er ineens een prijskaartje van 10 euro aan.
Volgens de wetten van de markteconomie is dit volstrekt logisch: het regent, waardoor er meer vraag is naar paraplu’s, en daarom neemt de prijs toe.
Volgens Ariely en Kreisler voelt dit tóch onredelijk, omdat wij in onze gedachten een eerlijke prijs koppelen aan inspanning. Het kost de kioskhouder niet meer moeite om een paraplu te verkopen als het regent, en dus vinden we het flauw dat hij er dan meer voor vraagt.
Een verkeerde redenatie, zeggen Ariely en Kreisler, want we krijgen wel meer service als het regent. De paraplu biedt ons dan een droge weg naar huis, en dat vertegenwoordigt die dag een extra waarde.
5. Kijk kritisch naar je verwachtingen
Waarom leggen we massaal een fortuin neer voor de nieuwste iPhone die we nog nooit in handen hebben gehad?
Dat heeft alles met verwachtingen te maken. Apple weet die met zijn slimme marketingmachine iedere keer torenhoog op te stuwen.
Zo gaan wij consumenten geloven dat die telefoon geweldig moet zijn. Maar dan wel mét bijbehorend prijskaartje. Zo betalen we voor onze eigen hoge verwachtingen, zonder ons kritisch af te vragen of die verwachtingen wel worden ingelost.
Verraderlijk is dat die verwachtingen onze ervaringen ook nog beïnvloeden. Zo bleek bijvoorbeeld uit een experiment van Dan Ariely dat proefpersonen een dure zonnebril positiever beoordeelden: ze ervoeren echt dat een zonnebril van een duur merk hun ogen beter beschermde tegen de zon, terwijl precies dezelfde bril van een onbekend merk ineens pijn aan hun ogen deed.
Conclusie: als we ergens hoge verwachtingen van hebben, waarderen we het meer, met als gevolg dat we ook eerder bereid zijn er meer voor te betalen. Als onze verwachtingen laag zijn, waarderen we het minder en willen we er ook minder voor betalen. Dus hoe minder je verwacht van de dingen die je koopt, hoe hoger je banksaldo.
6. Overschat je bezittingen niet
Huizenverkopers hebben nogal eens de neiging met een roze bril naar hun eigen woning te kijken. Dat komt door een psychologisch proces dat het endowment effect (eigendomseffect) wordt genoemd. Hoe langer we ergens wonen, des te meer we het huis namelijk hebben aangepast aan onze wensen en hoe ‘eigener’ het voelt.
Door die investeringen overschatten we de objectieve waarde ervan. We kunnen zelf reuzetrots zijn op onze luxe inloopkast, maar wellicht maakt de volgende bewoner er liever een babykamer van. Het risico van onze persoonlijke overwaardering is dat we te veel geld voor het huis gaan vragen – en het onverkoopbaar wordt.
Als het om geld gaat, is het verstandiger niet achterom te kijken, maar juist naar de toekomst: wat heb je straks nodig, waar wil je naartoe? Richt je je op het feit dat je huidige woning niet meer voldoet, dan ontdek je waarschijnlijk dat verhuizen naar een andere plek je meer waard is dan je oude huis waar je zo van hebt genoten.
7. Staar je niet blind op de prijs
Het klinkt misschien als een vreemde financiële tip, maar wie wil besparen, moet juist niet te veel op de prijs letten. Stel, je zoekt een loodgieter en iemand biedt zich aan voor 10 euro per uur. Waarschijnlijk sla je dat financieel aantrekkelijke aanbod af. Een loodgieter die zo goedkoop is, móét wel broddelwerk leveren.
Maar is dat werkelijk zo? Zou je niet beter kunnen afgaan op de ervaring en aanbevelingen van de loodgieter, in plaats van op de prijs? Ja, adviseren Ariely en Kreisler: het is beter je vooral te richten op hoe waardevol het gebodene voor jou is.
Toch blijft dat wel lastig voor ons brein: een prijs is lekker exact en wekt de indruk dat hij de waarde weergeeft, hij biedt houvast, waardoor we het bedrag automatisch koppelen aan de kwaliteit van het gebodene.
Blijf daarom alert als je vlak voor een aankoop staat: denk na over wat het jou precies waard is en beschouw de prijs als slechts een getal.