Seks, seks en nog eens seks

Heeft de psychologie zin? Toen Nico Frijda zichzelf bij zijn afscheid als hoogleraar deze vraag stelde, durfde hij er zijn hand niet voor in het vuur te steken. ‘Als morgen de psychologie wordt afgeschaft, gaan er geen mensen dood, komen er niet méér geweld en agressie en discriminatie, komt er niet noemenswaardig meer persoonlijk ongeluk, wordt het onderwijs waarschijnlijk niet merkbaar slechter.’

Toch zou hij een afschaffing van de psychologie betreuren, omdat de wereld dan dommer en platter zou worden en kwetsbaarder voor tirannie. Psychologie is eerder leuk dan nuttig. Zij biedt de vreugde van een wijdere blik. Die ontbreekt helaas in het boek van Marcel Roele over de evolutie van de menselijke seksualiteit, De eeuwige lokroep. Over seks, sekseverschillen en relaties.

Het probleem is niet de losse opsomming van feiten, want die zijn aardig genoeg. Toen een aantrekkelijke jongeman op de campus vrouwen aansprak met het verzoek om met hem naar bed te gaan, weigerde iedereen.

Toen een leuke vrouw hetzelfde voorstelde aan de mannelijke studenten, stemde driekwart toe. En iedereen die wil weten hoe de naakte aap aan zijn (of haar) relatief grote penis (of borsten) is gekomen, kan bij Roele terecht voor een evolutionaire duiding. Ook legt hij uit waarom mannen de voorkeur geven aan een vrouw met het uiterlijk van een jaar of zestien; zij is oud genoeg om voor nakomelingen te zorgen en te jong om al van een ander zwanger te zijn.
Een laatste voorbeeld is dat de centerfolds uit de Playboy in de loop van de jaren weliswaar dunner zijn geworden, maar nog steeds een verhouding hebben tussen hun taille en heupen die een maximale vruchtbaarheid suggereert. De vrouwelijke voorkeur voor een strak mannelijk kontje heeft overigens dezelfde oorsprong.

Al dit soort feiten maakt Roele begrijpelijk door ze in een evolutionair kader te plaatsen. De hele natuurlijke selectie draait immers om de voortplanting. Roele: ‘De winnaars in het evolutieproces zijn niet de sterksten, de slimsten of degenen die het langste leven, maar degenen die de meeste nakomelingen krijgen en hun erfelijke eigenschappen doorgeven aan een volgende generatie.’ Mannen en vrouwen moeten daarbij door het verschil in vruchtbaarheid voor een andere strategie kiezen.