Hij keert terug naar zijn moeder en raakt tegen wil en dank bevriend met zijn 10-jarige buurmeisje. Zijn geaardheid zit hem behoorlijk in de weg. De film is gebaseerd op de veelgeprezen, gelijknamige roman van schrijfster en forensisch psycholoog Inge Schilperoord.
Wat kunnen we van de film leren?
Inge Schilperoord: ‘Hij zet je aan het denken. Pedofilie schrikt mensen – begrijpelijk – af. Maar de film gaat over zoveel meer: een jongen die vreselijk met zichzelf worstelt. Hij wíl zijn pedofiele gevoelens niet hebben. In wezen gaat het over een mens die een zware strijd levert met zichzelf.’
Hoe ontstaat pedofilie?
Inge Schilperoord: ‘Sommige wetenschappers denken dat er iets misgaat in de psychoseksuele ontwikkeling. Relatief veel pedofielen zijn bijvoorbeeld seksueel misbruikt. Ook zijn er aanwijzingen dat er iets mis is met de bedrading van hun brein; mogelijk gaat het om de witte stof in de hersenen.
Het valt op dat pedofielen vaker dan gemiddeld neuropsychologische afwijkingen hebben. Dat uit zich bijvoorbeeld in leerproblemen. Ook is uit onderzoek gebleken dat ze kleiner zijn dan gemiddeld, en vaker linkshandig. Dat zou kunnen komen door verstoringen in de vroege neuronale ontwikkeling.’
Zijn er veel pedofielen zoals Jonathan?
Inge Schilperoord: ‘Laten we vooropstellen dat “de pedofiel” niet bestaat. Uit een grootschalig, anoniem onderzoek komt naar voren dat 1 tot 3 procent van de mannelijke bevolking pedofiele gevoelens heeft. Deze mannen – heel soms zijn het vrouwen – verschillen ontzettend van elkaar.
Je hebt al snel het beeld van een vieze vent die bij een speelplaats rondhangt of gruwelijk te werk gaat. Maar slechts een klein gedeelte van de pedofielen pleegt delicten: de pedoseksuelen. Een groot deel leeft met deze gevoelens maar handelt er niet naar.
Het verhaal over Jonathan is geïnspireerd op een man die ik ooit onderzocht in het Pieter Baan Centrum. Hij zat zichzelf zo in de weg dat het pijn deed om naar hem te kijken. Opeens realiseerde ik me: je zal maar zo in elkaar zitten. Hij wil iets wat hij tegelijkertijd hevig afkeurt.
En met hem de hele maatschappij. Dat lijkt me een heel eenzame strijd. Dat daar ook een universele kant aan zit, komt mooi tot uitdrukking in de film. Aan de ene kant zijn de gevoelens van Jonathan bevreemdend. Aan de andere kant zie je ook een normale man die onder zichzelf lijdt. En daar kan iedereen iets in herkennen.’