Ik was vijftien en bloednerveus. Over een uur zou ik mijn toekomstige schoonmoeder ontmoeten. Dit was mijn eerste Serieuze Relatie – we waren al een paar maanden samen – dus ik wilde een goede indruk maken. ‘Heb ik niet te veel mascara op?’ vroeg ik mijn beste vriendin, bij wie ik van tevoren een kop thee dronk om wat te kalmeren. Ze tuurde naar mijn wimpers. ‘Je ziet er prima uit.’
Even later zat ik tegenover mijn schoonmoeder in wording op de crèmekleurige bank in haar woonkamer. Kopje thee in mijn linkerhand, kruimelig koekje in mijn rechter. Zo goed mogelijk beantwoordde ik haar vragen, maar mijn aandacht was vooral bij het koekje. Als het maar niet in mijn thee viel. Of, nog erger, op het smetteloze vloerkleed.
Ik knoeide niet, maar dat mocht niet baten. Ze vond me ongeschikt voor haar zoon, om redenen waarnaar ik nog steeds moet gissen. Hij moest kiezen tussen een ouderlijke bijdrage aan zijn studie en mij. Dat betekende het einde van onze relatie.
Gelukkig heb ik het nu beter getroffen met mijn schoonmoeder. Niks geen kruimelige koekjes bij de eerste ontmoeting, maar lekker frietjes eten op de bank. En ook al waren de cadeautjes voor Kerst allang aangeschaft, speciaal voor mij kocht ze er snel nog een paar extra.