‘Voordat ik het Big Brother-huis in ging, zag ik mijzelf als iemand die heel veel privacy nodig heeft. Dat was voor mij juist de uitdaging: hoe ga ik daarmee om. Tegelijkertijd was ik van mening dat ze weliswaar alles kunnen filmen, maar dat je nog altijd de privacy in je hoofd hebt. Daar kan niemand bij komen.
Toen ik eenmaal in dat huis zat, heb ik die privacy ook gevonden in mijn eigen gedachten. Wat men van je ziet is toch maar heel beperkt. Bovendien kun je je instellen op wat je wel en niet van jezelf laat zien. Ik heb me op bepaalde momenten wel ingehouden. Soms als ik moest huilen, draaide ik mijn hoofd gewoon weg naar de muur. Daar hoefde geen camera bovenop te zitten.
‘Ik kon me aardig afschermen, maar ik vond het wel heel moeilijk dat we niet mochten schrijven. Ik schrijf thuis veel en ik had er grote behoefte aan. Maar goed, het heeft voor mij natuurlijk maar zes weken geduurd, en ik zou dat ook wel drie maanden volhouden. Het was voor mij in ieder geval niet de reden om ermee te stoppen.
‘Ik merkte wel dat ik ging veranderen in het Big