Mijn vaste beginvraag – wie bent u? – roept protest op. Hij zegt: ‘Het is een illusie om te denken dat je een definitief beeld van jezelf kunt hebben. Trouwens, dat lijkt me ook oersaai. Je moet juist openstaan voor de vele verrassingen die continu uit jezelf komen.’
Paulo Coelho is niet één Paulo Coelho, vertelt hij; in zijn lichaam huizen ontiegelijk veel Paulo Coelho’s. Sommige kent hij iets beter dan andere. Neem de logische Paulo Coelho die dingen wil verklaren: die zegt hij vrij goed te kennen. Maar er is ook het kind in hem dat hij levend wil houden. Dat kind zal altijd een groot mysterie voor hem blijven, en mysteries zijn er om te respecteren, vindt Paulo Coelho. ‘Zolang deze incarnatie duurt, wens ik een mysterie voor mezelf te blijven. Het probleem met de wereld van vandaag is dat we alles willen begrijpen. Ik ben daar al lang geleden mee gestopt. Het enige wat ik hoef te doen, is me verwonderen over de wonderen die dagelijks uit mezelf en de wereld tevoorschijn komen.’
De Braziliaanse schrijver wijst op een schilderij aan de muur in zijn werkkamer: een oud-Hollands tafereel van een tulpenverkoopstertje aan het strand.