1. Emotionele (in)stabiliteit
‘Zes weken na haar geboorte overleed onze dochter Isa. Plotseling, een hersenbloeding. Je zou denken dat je op zo’n moment wordt overmand door emoties: verdriet en woede en angst. Maar nee. Ik voelde alleen vrieskoude. Verstening. Het bloed trekt uit je weg. Ik stond voor het raam in het VU-ziekenhuis, zag de stad onder me in vol bedrijf, maar het leek alsof ik daar niet meer bijhoorde. Gek genoeg bewaar je je emoties voor zaken van minder gewicht. Emoties zijn denk ik een reactie op een situatie, met het doel die situatie te beïnvloeden. Huilen bijvoorbeeld, is een verlangen naar troost, naar toenadering. Woede is ook zoiets: heel hard op de deur bonzen en hopen dat hij opengaat. Maar de dood doet nooit open. In het licht van de dood worden alle emoties futiel. Dominee noch therapeut noch dichter kan je troosten. Ik voel dan ook veel weerzin en weerstand om me aan gevoeligheid ten opzichte van Isa’s dood bloot te stellen. Als ik ga huilen, dan vrees ik dat ik nooit meer ophoud. Ik heb het verdriet in een kamer gestopt die ik liever dicht laat. Voor zover het in een kamer past