Mijn ouders maakten van opvoeden hun beroep. Behalve hun eigen kinderen brachten ze nog tientallen andere kinderen groot, wel dertig jaar lang. Dat werk hield nooit op. Wie een tehuis voor moeilijk opvoedbare jongens runt, gaat in het weekend geen wandelingetje maken met de eigen kinderen. En wie ’s nachts iemand hoort huilen, gaat het bed uit, of het nu je eigen kind is of dat van een ander. Je bent opvoeder of je bent het niet.
Training Positief opvoeden voor puberouders
- Positief contact maken met je kind
- Omgaan met je eigen emoties én die van je kind
- Afspraken maken en grenzen stellen
79,-
Wij, hun acht kinderen, hadden dus gedeelde ouders. Als ik daar wel eens genoeg van had, stelde ik me voor dat ík naar een internaat moest, dan was de jaloezie zo over. Of ik probeerde compassie te voelen voor die jongens die er niet voor hun zweetvoeten zaten, zoals mijn vader het altijd uitdrukte. Ze hadden immers een moeilijke jeugd en dat was in ons gezin geen dooddoener of cliché, maar een voorstelbare realiteit. Zo kende ik kinderen wier ouders gestorven waren of in de gevangenis zaten, die opgegroeid waren met alcoholisme en mishandeling; kinderen die te vondeling waren gelegd en van tehuis naar tehuis gesleept. Sommige kinderen waren onhandelbaar geworden, ook al hadden hun gefortuneerde ouders van alles in hen geïnvesteerd.
Opvoeden gaat vaak mis, begreep ik al vroeg. Te vaak.
Drie van mijn zussen en ikzelf kozen voor een opleiding die ons geschikt maakte om het internaat van mijn ouders voort te zetten. Maar niemand van ons had de moed om het ook daadwerkelijk te doen. Ik twijfelde bovendien of ik zelf wel kinderen wilde. Er was altijd wel een excuus om het nog niet zeker te weten. Eerst maar eens een baan en een stabiele relatie. Daarna moest ik carrière maken. En toen ik er eindelijk aan toe was, mislukte de relatie en kon ik weer opnieuw beginnen.
Bij de volgende geliefde was een kind aanvankelijk niet aan de orde. Maar de tijd begon te dringen en op een romantische vakantie besloten we dat het er maar van moest komen. Als we thuis zijn hebben we het er nog één keer over, zeiden we tegen elkaar. U begrijpt het al. Ik heb nooit kinderen durven krijgen. En als ik eerlijk ben, spijt me dat niet. Opvoeden lijkt mij het moeilijkste wat er is, moeilijker dan werken, liefhebben of samenwonen.
Suzanne Weusten
suzanne.weusten@weekbladpers.nl