Ik ben niet zo dol op netwerkbijeenkomsten en dergelijke babbel-evenementen. ‘Lekker weertje hè vandaag?’ ‘Ben jij ook met de trein?’ ‘Waar ken jij X van?’ Met al die smalltalk heb ik al gauw het idee dat ik iets beters te doen heb. Ik heb geen tijd om te praten over niks.
Maar misschien ben ik te ver doorgeslagen in efficiency-denken. Volgens recent Canadees onderzoek1 nemen we in onze jachtige samenleving te weinig tijd voor ‘minimale sociale interacties’: een praatje bij de bakker, met de caissière, barkeeper, mensen bij de bushalte of in de trein. Gewoon zomaar, even contact maken: glimlachen, iemand aankijken, babbelen over niks. De onderzoekers vonden aanwijzingen dat we gelukkiger worden wanneer we dat doen. Dat komt doordat het ons gevoel van verbondenheid met anderen verhoogt. Een nietszeggende interactie kan dus in feite véél zeggen, namelijk: we zijn verbonden met elkaar, we tonen waardering en erkenning voor elkaars bestaan.
De betekenis van zulke niemendalletjes bleek ook uit een ander onderzoek dat onlangs al werd gesignaleerd in Hoofdzaken, over superfluous apologies2, overbodige excuses, zoals bijvoorbeeld: je krijgt gasten op bezoek en je zegt ‘Sorry dat het regent.’ Natuurlijk kun je er niks aan doen dat het regent, dus het is een onzinnige opmerking. Toch blijkt zo’n flauwekul-verontschuldiging wel een positief effect te hebben: mensen vatten het op als een teken van betrokkenheid en het verhoogt hun vertrouwen in degene die zich verontschuldigt.
Deze onderzoeken zetten me aan het denken: misschien moet je niet alles letterlijk nemen wat we tegen elkaar zeggen. Als je zegt ‘Sorry dat het regent’, bedoel je eigenlijk: ik vind het fijn dat je er bent en ik wil ons samenzijn leuk en prettig maken. Als je zegt ‘Lekker weertje hè, mevrouw?’ zeg je eigenlijk: ik wil even contact maken en u vriendelijk toelachen.
Mensen kunnen daar soms heel flauw over doen. Je ziet bijvoorbeeld je collega weer op kantoor en je zegt: ‘Hé, ben je terug van vakantie?’ De lolbroek antwoordt: ‘Nee, ik zit nog aan de Costa.’ Dan sta jij voor joker dat je iets hebt benoemd wat iedereen kan zien. Maar eigenlijk gebeurt er dit: Jij zegt ‘Hé leuk, je bent er weer, ik maak even contact’ en de ander zegt ‘Ik ben bijdehand en ik zet jou even in je hemd om lollig te zijn.’ Weg contact.
De onderzoeken die ik noemde, laten allebei zien dat het vaak niet gaat om wát je zegt, maar dát je iets zegt. Woorden zijn als het ware de draad waarmee je je verbindt aan anderen, en het maakt niet zoveel uit wélke woorden. Daardoor kun je heel basale, diep menselijke behoeftes – aan verbondenheid, betrokkenheid en vertrouwen – bevredigen met kleine onbenullige babbels.
Een praatje maken over niks, je excuses aanbieden over niks: vanuit een oogpunt van efficiency is het onzinnig. Maar het kan het verschil maken tussen een drukke baaldag en een fijne dag waar je met plezier op terugkijkt. Zo zie je maar waarin smalltalk groot kan zijn.