Dat er nog een ander pluspunt was, ontdekten wetenschappers in de jaren zestig in het Amerikaanse dorpje Roseto. Ondanks de – vrij ongezonde – levensstijl van de inwoners stierf er in Roseto niemand aan hartkwalen.

Training Houd me vast (voor jou en je partner)
Training

Training Houd me vast (voor jou en je partner)

  • Leer elkaar écht zien en begrijpen
  • Ontdek hoe jullie pijnlijke momenten uit het verleden kunnen loslaten
  • Officiële Emotionally Focused Therapy (EFT) training van Sue Johnson
  • Met het boek Houd me vast van Sue Johnson
Bekijk de training
Nu maar
195,-

Na jarenlang onderzoek werd ontdekt wat daaraan bijdroeg: de mensen zorgden voor elkaar, ouderen kenden de voornamen van ieder kind en in veel huishoudens woonden vier generaties samen. Kortom: de hechte gemeenschap leek een beschermende factor te zijn voor hartproblemen.

In onze huidige samenleving zijn hechte gemeenschappen zeldzamer geworden, al neemt de interesse weer toe. Betrouwbare cijfers zijn moeilijk te vinden, maar volgens brancheorganisatie Cooplink zijn er op dit moment zo’n 1400 burgerinitiatieven in de woningbouw.

Banken ontwikkelen er aparte financiering voor en de gemeente Amsterdam wil dat in 2045 tien procent van de woningen in handen is van coöperatieve woonverenigingen.

Volgens Johan de Kleuver, sociaal en klinisch psycholoog en oprichter van een woongemeenschap in Haarlem, is ons sociale leven gefragmenteerd geraakt. ‘Vroeger hadden we alleen die ene stam, maar nu maken we deel uit van gemiddeld zeven sociale groepen. Er zijn steeds minder mensen die ons een leven lang in elke fase kennen.’

Voeg daar de vergrijzing, het groeiende aantal singles en de toenemende eenzaamheid aan toe en het is niet verwonderlijk dat steeds meer mensen verlangen naar een gemeenschap waarin ze zich thuis voelen, maar wel met behoud van voldoende privacy. ‘We willen immers ook niet terug naar de knellende sociale verbanden uit de vorige eeuw.’

Maar het opbouwen van een stabiele woongemeenschap is geen eenvoudige opgave. Uit onderzoek blijkt dat negen op de tien initiatiefgroepen vastloopt. De Kleuver sprak de afgelopen jaren met honderden mensen die een woongemeenschap of -groep wilden starten. Ook deed hij ervaring op met zijn eigen woongroep, die inmiddels 35 jaar bestaat.

Welke ingrediënten zijn nodig voor succes en wanneer gaat het mis? Cruciaal blijkt de groepsvorming in de startfase. ‘Een woongemeenschap opzetten vraagt toewijding, doorzettingsvermogen en leiderschap,’ legt De Kleuver uit.

‘Wat goed werkt, is als mensen met gedeelde normen en waarden een startgroep vormen en vastbesloten zijn het te laten slagen. Of je bij elkaar past moet je vooraf dus goed uitzoeken.’ Ook de groepsgrootte is van belang. ‘Hoe kleiner de groep, hoe meer kans op spanningen en een te grote groep is niet goed voor een betrokken besluitvorming. Rond de 20 à 30 volwassenen is ideaal.’

Denk je over zulke zaken niet goed na, dan kan groepswonen ook nadelig uitpakken. De Kleuver zag mensen burn-out raken. ‘Dat gebeurt vaak in te kleine groepen. Als een groepslid chronisch ziek wordt en een ander gaat een avondstudie doen, dan komt er ineens veel meer op het bord van de andere leden.’

Het toverwoord is dynamische stabiliteit, zegt De Kleuver. Misschien is dat wel zijn belangrijkste les: je moet voortdurend meebewegen met wat er speelt; denk dus nooit dat je klaar bent. Zo hadden ze in zijn woongemeenschap een periode dat ze bepaalde jaarfeesten steevast samen vierden.

Tot sommige bewoners het er benauwd van kregen en werd besloten alle rituelen een jaar los te laten. ‘Af en toe herijken houdt iedereen betrokken,’ aldus De Kleuver. ‘Wat dat betreft is groepswonen burgerschapsvorming pur sang, je leeft in een democratische minisamenleving.’

Bronnen o.a.: J. De Kleuver, Sociale architectuur, Innova Consultancy Publishing, 2023 / B. Morrens, Sociaal kapitaal en gezondheid. Een overzicht (…), Tijdschrift voor Sociologie, 2008 / B. Egolf e.a., The Roseto effect. (…), American Journal for Public Health, 1992