Mijn buurman heeft zojuist zijn Honda Accord verkocht. Nu staat er een glanzend zwarte Audi a6 voor de deur, want daar rijdt hij toch prettiger in. Als je vraagt waarom, dan moet hij het antwoord schuldig blijven. Het is ‘een kwestie van gevoel’.
Met de energieke uitstraling van zijn vorige wagen is niks mis, maar de grote Audi geeft toch een krachtiger signaal af. Het is een statussymbool en het onderstreept zijn identiteit als directeur van een computerbedrijf.
Wie een auto gaat kopen, ontkomt niet aan de hiërarchie en de indeling van merken en modellen. Elk type auto symboliseert een gevoel, een stijl of een status. Wie een stoer en sterk beroep heeft, gaat niet in een Renault Twingo rijden, en wie onafhankelijk en kunstzinnig wil overkomen, kruipt niet achter het stuur van een grote Mercedes.
Zelfs degenen die roepen dat ze hun auto louter als een vervoermiddel zien, zijn te klassificeren: ze voelen zich op hun gemak in wagens met een functionele uitstraling. De auto, kortom, zegt veel meer over zijn eigenaar dan we ons in eerste instantie realiseren.
Sterker nog, in veel gevallen weerspiegelt de auto zelfs de persoonlijkheid van zijn bezitter. Een Fiat Punto oogt schuchter en lief, een Citroën Xantia bekwaam, ernstig en kalm. Het kost maar weinig voorstellingsvermogen om de eigenaren achter het stuur te zien.
De relatie tussen mens en auto is complex. Een auto voorziet sowieso in een materiële behoefte, is functioneel. Maar daarmee is lang niet alles gezegd. De betrekking heeft ook een psychische en een sociale kant.
De psychische dimensie zegt iets over de betekenis die de auto voor de eigenaar heeft: wat haalt hij eruit voor zichzelf? Kan hij zijn emoties via de auto uiten? Heeft de auto een vrolijk en spontaan, of juist een ernstig en gecontroleerd imago?
De sociale dimensie verwijst naar de omgeving: welk signaal geeft de auto aan anderen? Bevestigt de auto het imago van maatschappelijk succes, of laat de autobezitter met deze wagen zien dat hij aangepast en sociaal geïntegreerd is?
Tussen deze uitersten op de twee dimensies bewegen zich tientallen modellen auto’s, waarvan de meeste een uitgesproken helder imago hebben. Het Belgische marktonderzoeksbureau Censydiam, dat tweejaarlijks onderzoek doet naar het imago van automerken en -modellen, heeft de twee dimensies tegen elkaar afgezet en komt op grond daarvan tot een indeling in zeven typen auto’s. Hieronder een overzicht van de typologie.
1. Sportieve, energieke, originele wagens
Zoals de bmw z3, Alfa Romeo 146 en de Renault Espace. Deze auto’s hebben een verfijnde en energieke uitstraling. Ze drukken bovendien impulsiviteit en agressiviteit uit. Beroepen die bij deze auto horen zijn sportman en modeontwerper. De wagens doen denken aan stoere en soepele dieren, zoals een tijger, pauw, luipaard en arend.
Eddie Esselman (Toyota Celica): ‘Ik ben vertegenwoordiger van stripboeken en zit vele dagen per week op de weg. Door al het zakelijke verkeer gebruik ik hem privé niet zoveel. Ik ben het autorijden dan wel eens zat en als poldermens, ik woon in Dronten, vind ik het lekker om de racefiets te pakken. Dat sportieve is ook de reden geweest om voor deze Toyota te kiezen met zijn extra brede velgen, zijstuts en spoiler. Echt hard rijden kun je niet in Nederland, dus daar gaat het me niet om. Bovendien: hoe harder je gaat, hoe meer benzine en banden het kost. Door de power en het sportieve vind ik deze auto net een luipaard.’
2. Status- en superieure wagens
Zoals de Audi a6, Volvo v70, Saab 9-3, Mercedes e. Deze grote krachtige wagens hebben een strenge, mannelijke en tegelijkertijd stijlvolle en elegante uitstraling. Ze drukken expertise en kwaliteit uit, maar ook autoriteit. Beroepen die bij deze auto’s horen zijn dancingeigenaar, advocaat, geneesheer en directeur. De wagens doen denken aan grote en sterke dieren zoals een olifant, bizon en leeuw.
Jacqueline Solleveld (Saab 900 Classic): ‘Ik ben een echte Saabrijder en vind dit een prachtig model. Voor mijn bureau in relatiemarketing en communicatie gebruik ik hem ook om pakketten mee te vervoeren. Het is een praktische, veilige en betrouwbare auto. De hond kan achterin de auto en ik zit er zelf heel fijn in. Het geeft me altijd een gevoel van een koetsje, je zit er helemaal in en door de korte draaicirkel is hij goed wendbaar. Het is een degelijke auto, maar misschien niet zo milieubewust. Hij lijkt wel op een fries paard, die zijn ook zo stoer.’
3. Compromiswagens, status functioneel
Zoals de Citroën Xantia, de Toyota Avensis en de Mitsubishu Carisma. De uitstraling van deze auto’s is kalm, bekwaam en ernstig. De beroepen die bij deze wagens horen variëren van slager en bakker tot vertegenwoordiger en journalist. De wagens doen denken aan stevige dieren, functioneel uitgerust, zoals een kameel, giraffe, nijlpaard en walvis.
Onno Kramer (Citroen Xsara): ‘Ik heb een danscentrum voor stijl- en streetdance en voor het regelen van al mijn zaken gebruik ik de auto veel. Niet alleen voor het ophalen van drank en dergelijke, want ik begeleid ook dansparen tijdens wedstrijden door het hele land heen. Doordat ik met mensen werk, vind ik geen dag hetzelfde en dit gevoel voor avontuur speelt door in mijn keuze voor deze net uitgebrachte auto. Ik vind het leuk om zo’n nieuw model uit te proberen. Het is ook een prettige auto voor mijn gezin, want mijn vrouw kan gemakkelijk van voor naar achteren door de hele auto bewegen en dat is makkelijk met kleine kinderen.’
4. Compromiswagens budget-functioneel
Zoals een Seat Toledo, een Nissan Almera of een Mazda 323. Deze compromiswagens hebben net als de functionele compromiswagens een kalme uitstraling, maar missen het professionele accent. Ze zijn eerder oppervlakkig, en doen denken aan onverstoorbare dieren als een koe, zeehond of uil. Beroepen die mensen bij deze auto’s associëren zijn: filosoof, kruidenier en gepensioneerde.
Aafje Pijl-van Kampen (Skoda): ‘Ik was geen held in het verkeer en heb jaren niet gereden. Ik haalde mijn rijbewijs weliswaar in één keer, maar ik durfde de snelweg niet op. Na twee autorijlessen kocht ik voor vierhonderd gulden een auto, want dan was het niet zo erg als ik hem kapot reed. Het ging goed en nu heb ik deze Skoda gekocht. Ik rijd er zelfs mee naar mijn zoon die in Hongarije woont. In Nederland gebruik ik hem als ‘goede huisvrouw’ het meest voor de boodschappen. Voor mij is het geen issue om een statussymbool voor de deur te hebben: hij voldoet en ik rij er met een gerust hart mee rond. Ik zou hem vergelijken met een teckeltje, wel lief, maar ook venijnig. Ik ben ooit door zo’n hond gebeten.’
5. Rationele low-budgetwagens
Zoals de Suzuki Alto en de Nissan Micra. Deze auto’s hebben een eenvoudige, naïeve en oppervlakkige uitstraling. Een auto voor arbeiders, postbodes en gepensioneerden. De wagens doen denken aan trage, slome dieren, zoals een schaap en een schildpad.
Geertruida Koers (Suzuki Swift): ‘Ik ben hartpatiënt en heb een invalidenkaart. Ik kom nu net van het ziekenhuis en binnenkort word ik geopereerd. De auto is erg belangrijk voor me, want zonder kom ik nergens. Vroeger reed ik bmw, maar de prijzen rijzen de pan uit en daarom heb ik nu deze Suzuki. Het is bij toeval een rode geworden. Deze stond klaar in de garage en ik kon er meteen mee wegrijden. Ik heb de auto echt nodig voor elke boodschap en als ik weer gezond ben, gebruik ik hem ook weer voor mijn praktijk als natuurgenezer. Ik vind hem wel op een spin lijken: ik kan er overal mee tussendoor.’
6. Eenvoudige, lieve, wagens
Zoals de Renault Twingo, de Seat Ibiza of de Toyota Starlet. Ze hebben een lieve, vrouwelijke en schuchtere uitstraling, en worden gereden door secretaresses, huisvrouwen en studenten, maar ook door postbodes en arbeiders. De wagens worden geassocieerd met domme, maar wel lieve dieren, zoals een panda, een aap of een gans.
Enrico Eijs (Toyota Starlet): ‘Ik gebruik de auto met name voor woon-werkverkeer en om naar de disco te gaan. Ik werk op Schiphol bij de taxfree productieafdeling en woon in Aarlanderveen. Als ik die dertig kilometer met de bus moet, ben ik uren kwijt. Het is een praktische en zuinige auto en omdat de dealer vierhonderd meter bij me vandaan zit, was de keus snel gemaakt. Omdat ik zoveel rijd, ga ik nooit met de auto op vakantie. Ik kies dan altijd voor het vliegtuig of ik laat me door anderen rijden.’
7. Levendige jonge, spontane wagens
Zoals een Peugeot 306, Renault Clio of een Opel Corsa. Ze hebben een originele, spontane en vrolijke uitstraling. Zowel kunstenaars als huisvrouwen rijden erin, en ze lijken op soepele kleine dieren zoals een kat of een konijn.
Oona Göbel (Volkswagen Polo): ‘Fietsen vind ik eng met een kind achterop en daarom heb ik sinds de komst van Dante deze auto. Niet dat ik erg veel heb met auto’s; ik rijd maar twaalfduizend kilometer per jaar. Deze Polo is een degelijke solide wagen. Ik heb hem dan ook vooral uitgekozen om zijn betrouwbaarheid en de veiligheid die hij geeft voor mijn kind. Er zitten extra veiligheidsvoorzieningen in, zoals airbags en een anti-blokkeringsysteem bij een eventuele slip. Het is een wat stugge auto, maar ik gebruik hem vooral om naar ons bedrijf te rijden en voor de boodschappen. De auto heeft iets aanhankelijks en doet me, misschien door zijn blauwe kleur, denken aan een dolfijn.’