Inzicht 1: ‘Een kind wil zijn ouders kennen’
‘De afgelopen maanden heb ik veel gehuild als ik mijn zoontje James naar bed bracht. Terwijl hij lag te slapen, beloofde ik hem er alles aan te doen om te blijven leven. Ik moet het echt nog een paar jaar volhouden, anders zal hij me nooit hebben gekend.
Als je partner ernstig ziek is
Een ernstige ziekte verandert alles. Niet alleen het leven van de patiënt, ook dat van diens gelief...
Lees verderEind 2018 bleek dat ik ernstig ziek was, er werd bij mij blaaskanker ontdekt. James was nog een baby, mijn dochter Livia was bijna 2 – even oud als mijn broertje en ik waren toen mijn eigen moeder Jasmin ernstig ziek werd. Inmiddels is Livia 3 – de leeftijd waarop ik mijn moeder verloor aan borstkanker.
Na haar dood kreeg ik al snel een stiefmoeder. Caroline was al sinds mijn geboorte mijn oppas. Ik beschouw haar ook echt als mijn moeder. Maar hoe lief ze ook was, mijn echte moeder kon ze natuurlijk niet volledig vervangen. Als je op jonge leeftijd een ouder verliest, ervaar je een gevoel van gemis; je blijft je altijd afvragen hoe het zou zijn als diegene er nog wel was geweest.
Mijn moeder liet voor mijn broer en mij een cassettebandje achter met een geluidsopname van een avond samen en een boodschap voor ons: ze hoopte dat we goede Joodse jongens zouden worden. Ik luister dat bandje niet zo vaak, want het raakt me nog steeds heel diep. Maar ik ben zó blij dat het er is – anders had ik haar stem nooit gekend. Het maakt haar op een bepaalde manier onsterfelijk.
Ik wil mijn kinderen ook iets substantieels nalaten. Om die reden heb ik Voortschrijdend inzicht, de theatertournee die ik eerder moest afzeggen vanwege de behandelingen, een andere draai gegeven. In de nieuwe voorstelling word ik geïnterviewd over mijn leven door steeds een andere interviewer, zoals Eva Jinek, Humberto Tan en Paul de Leeuw. Zij zullen mij vanuit hun eigen perspectief dingen vragen die Livia en James misschien van me willen weten als ik er niet meer ben. Al die interviews worden gefilmd.
Misschien denken mijn kinderen straks wel: urenlang naar mijn vader gaan zitten kijken? Ja, dáág. Misschien komt er een moment dat ze er behoefte aan hebben en kijken ze een of twee interviews, of wie weet wel allemaal. Ik laat ze liever te veel na dan te weinig, zodat zij de kans krijgen mij echt te leren kennen ondanks. Maar het gemis en verdriet dat ze, mocht het misgaan, zullen voelen, zal ik er niet mee kunnen wegnemen.’