De Spaanse tennisser Rafael Nadal is een fenomeen. Kenners roemen zijn talent en fysieke fitheid, maar bovenal zijn mentale kracht. Nadal is psychisch altijd in topvorm. Is dat een eigenschap die iemand van nature bezit, of valt mentale kracht te trainen? Dit zijn de belangrijkste vaardigheden die we van hem kunnen leren.
Nadal kan als geen ander focussen – en refocussen
Na ieder punt vraagt Nadal om drie ballen. Hij bekijkt ze grondig en geeft er een terug. De sokken worden rechtgetrokken, de onderbroek uit de bilnaad gehaald, de lange haren achter de oren gestreken – altijd hetzelfde ritueel. Zo ook na elke pauze: zijn drinkflesjes zet hij met precisie neer, een bananenschil vouwt hij met zorg om. Terug aan de achterlijn vraagt hij weer om drie ballen.
De Spanjaard gebruikt deze rituelen om in zijn ‘focusroes’ te komen. Topsporters, zo blijkt uit onderzoek in de sportpsychologie, zien focussen en refocussen – opnieuw in de juiste concentratie komen na een pauze of een discutabele beslissing van de scheidsrechter – als een belangrijke reden waarom ze beter presteren dan subtoppers. ‘De focus ofwel concentratie maakt dat je in de “waarneemstand” komt,’
zegt sportpsycholoog Rico Schuijers, die veel Olympische sporters en teams begeleidde. ‘In de waarneemstand zie je de bal en weet je wat je moet doen. In de analysestand ga je bij alles nadenken over het waarom ervan. Dan ben je dus niet gefocust op wat je moet doen: dodelijk.’
Nadal blijft altijd bij zichzelf en bij zijn taak