Het is zomer als Katie, een Amerikaanse studente van twintig, de eerste bladzijde in haar dagboek schrijft.

8 juni

Ik ben zo depressief en suïcidaal. Mijn lijf voelt rusteloos en moe. Ik weet niet naar wie ik toe kan voor hulp. Ik wil niemand lastigvallen met mijn worstelingen. Ik heb het gevoel dat ik moet huilen.

5 dingen die iedereen zou moeten weten over zelfdoding

5 dingen die iedereen zou moeten weten over zelfdoding

Veel zelfmoorden zijn waarschijnlijk best te voorkomen, zeggen deskundigen. Wie deze dingen weet kan...

Lees verder

Ik haat mijn lichaam echt. Ik haat mijn leven, ik haat alles wat ik ben. God, geef me kracht. Help me vandaag. Ik voel me zo ongelooflijk alleen en verslagen.

Iets meer dan een jaar later, op 29 juni, hing ze zich op, in haar keurig opgeruimde studentenkamer. De wind waaide door haar gebroken raam: zo was Katie’s vriend Mark binnengekomen toen hij de deur niet open had kunnen krijgen. Vlakbij Katie’s lichaam lagen een dichtbundel en een plakboek met knipsels uit tijdschriften. En ook: vijf dagboeken.

De dagboeken belandden op het bureau van psycholoog David Lester uit New Jersey. Lester, die zich jarenlang heeft verdiept in de vraag waarom mensen zelfmoord plegen, riep een aantal prominente deskundigen bij elkaar, vroeg hun ook naar de dagboeken te kijken, en bundelde hun bijdragen in een boek: ‘Katie’s diary. Unlocking the mystery of a suicide’. Waarom pleegt iemand zelfmoord, vraagt Lester zich af. Wat gaf Katie het laatste zetje? En had dat voorkomen kunnen worden?

Doodsgedachten

Zelfmoord is een van de belangrijkste doodsoorzaken onder jongeren. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek maken in Nederland jaarlijks ongeveer 200 personen tussen de 15 en 29 jaar een einde aan hun leven. Eén op de tien jongeren heeft wel eens serieus overwogen om zelfmoord te plegen, zo blijkt uit onderzoek; meer dan de helft van deze groep heeft zelfs al eens een concreet zelfmoordplan gemaakt. Wat maakt dat zoveel jongeren het leven zo waardeloos en uitzichtloos vinden dat ze rondlopen met doodsgedachten, of nog erger, die gedachten ook omzetten in zelfdoding?

Het ligt aan een combinatie van factoren, zeggen de deskundigen. Over het algemeen lopen jongeren het meeste risico als ze een gering gevoel van eigenwaarde hebben, op school slecht presteren, problemen hebben met hun leeftijdgenoten en erg op zichzelf zijn. Al deze risicofactoren speelden bij Katie. Maar er zijn er meer. Er is een genetische factor: in bepaalde families komt zelfmoord vaker voor dan gemiddeld. Bovendien blijken mensen die zelfmoord plegen, moeilijker met verlies te kunnen omgaan: het overlijden van een geliefd persoon kan ze zo raken dat ze niet meer verder willen leven. Geslotenheid over emotionele problemen maakt ook kwetsbaar, net als psychische stoornissen, en de verlorenheid die mensen kunnen voelen in een grote stad.

Vooral het – meestal onterechte – besef dat de ellendige huidige situatie nooit meer overgaat, kan iemand over de rand van de afgrond duwen. Sommige zelfmoordenaars schrijven in hun afscheidsbrief dat ze er absoluut van overtuigd zijn dat ze niet meer te redden zijn. Dat zie je ook terug in Katie’s dagboek.

6 september

Ik voel me zo op het randje de laatste tijd. Ik wil weg en de hele nacht dansen. Ergens alleen zijn waar niemand mij meer kan aanraken. Ik heb zoveel schulden. Wat moet ik doen? Ik wil echt dat al deze gekte ophoudt. Ik ben het zat dat iedereen me maar gebruikt. Ik haat mensen daardoor. Er is niemand die ik kan vertrouwen… ook mezelf niet. Ik kan hier niet meer tegen.

Levensmoeheid kan echt overgaan

Levensmoeheid kan echt overgaan

In het diepst van hun ellende kunnen mensen zich vaak niet voorstellen dat ze ooit weer echt gelukki...

Lees verder

Ik moet er vanavond een eind aan maken!! IK HAAT MEZELF ZO ERG. IK HEB GEPROBEERD om te leren hoe ik van mezelf kan houden… maar dat kan ik niet. Ik wou dat ik mezelf kon martelen – niet een klein beetje, maar heel erg. Ik voel me zo ziek. IK KAN NIET MEER AAN!!

Beschadigde jeugd

Volgens de experts in het boek van David Lester liggen de wortels van Katie’s wanhoop in haar jeugd. Al heel jong raakte ze psychisch ernstig beschadigd. Haar dominante, alcoholistische vader mishandelde haar, haar zus en haar moeder. Katie werd ook seksueel misbruikt door haar vader. Toen ze negen was, gooide haar moeder hem het huis uit. Op haar elfde overleed hij plotseling aan een hartaanval. Niet lang daarna verdween haar moeder naar een inrichting, nadat bij haar de diagnose ‘schizofrenie’ was vastgesteld. Katie en haar één jaar jongere zus Laura werden van elkaar gescheiden en in pleeggezinnen ondergebracht. Laura hield zich staande, Katie zakte steeds dieper weg. Ze kreeg anorexia, raakte depressief en werd af en toe in een psychiatrische kliniek geplaatst. Op school haalde ze slechte cijfers. De baantjes die ze had om haar school te betalen, raakte ze snel kwijt, waardoor ze constant in de schulden zat.

De vijf dagboeken van het jaar voor Katie’s zelfmoord weerspiegelen die ellende. Ze vormen geen logisch verslag van gebeurtenissen, maar bevatten een tamelijk warrige mengelmoes van gedachten en gevoelens over wat er misgaat in haar leven, afgewisseld met flarden van hoop waarin ze zichzelf moed lijkt in te spreken.

Al op de eerste pagina’s van haar dagboek is Katie heel negatief over zichzelf. Ze schrijft dat ze veel naar fitness gaat, omdat ze zichzelf te dik vindt. Ze zegt haar lichaam te haten. Ze hongert zichzelf uit omdat ze denkt dat haar vriend Mark haar dan aantrekkelijker vindt. Ze dwingt zichzelf seks te hebben met hem, ook al krijgt ze tijdens het vrijen flashbacks van het seksueel misbruik door haar vader. Ze voelt zich onrustig en onzeker:

24 juni

Maar wat is er toch de hele tijd bij mij van binnen aan de hand? Ik voel me zo verdomde rusteloos, en ik raak geïrriteerd als ik daarover praat. Ik ben zo obsessief bezig, zonder doel. Het is belachelijk. Ik doe afschuwelijke dingen met mezelf. Ik ben erg niet-constructief bezig. Ik lieg tegen mensen, ik steel, ik ben wreed door mezelf te verwonden. Ik voel me hulpeloos, heb geen controle over mijn leven.

Geen hulp

Katie is erg perfectionistisch, zo blijkt uit haar dagboek. Ze wil twintig kilo lichter worden, allemaal tienen halen op school, en ‘sterk, warm, goed, opmerkelijk en echt zijn’ in haar relatie met haar vriend Mark. Ze wil dat hun ‘zielen samen vliegen’, en ze wil ‘ontzagwekkend en gezond’ zijn. Allemaal behoorlijk hoog gegrepen, onrealistische doelen, die gedoemd zijn om te mislukken. ‘Haar voornemen om alles aan zichzelf te repareren leidde uiteindelijk alleen maar tot gevoelens van hopeloosheid en gedachten aan zelfmoord,’ concludeert deskundige Lisa Firestone in het boek.

Firestone, psychotherapeut en hoogleraar aan de universiteit van Californië, meent dat Katie’s zelfmoord wellicht voorkomen had kunnen worden met adequate psychotherapeutische hulp. Ze doet sinds 1987 onderzoek naar zelfmoord en schreef eerder een zelfhulpboek om wanhopige mensen te laten kiezen voor het leven. In haar bijdrage aan het boek van David Lester zet ze uiteen waar Katie aan leed: borderlinestoornis, een eetstoornis, depressiviteit, posttraumatische stress en chaotische gedachten.

Therapie had Katie kunnen redden, schrijft Firestone. Het had Katie weerbaarder kunnen maken tegen de negatieve gedachten waarmee ze zichzelf voortdurend afbrak. ‘Katie had een innerlijke duivel, een soort stemmetje dat voortdurend kritiek op haar spuide. Het stemmetje eiste absolute perfectie en strafte haar als ze niet aan de hoge eisen voldeed. Daardoor kwam ze steeds meer in een situatie terecht waarin zelfmoord de enige keuze was: een definitieve stap die al haar problemen zou oplossen, haar kon doen ontsnappen aan het leven dat haar pijn deed.’

Firestone had Katie willen doen inzien hoezeer haar negatieve gedachten haar leven en haar gedrag beïnvloedden, zodat ze misschien meer mededogen met zichzelf zou krijgen. ‘In therapie komen cliënten er vaak achter dat de negatieve gedachten niet van henzelf afkomstig zijn, maar in hun hoofd zijn geprent door hun vader of moeder. Katie’s moeder praatte vroeger ook zo tegen haar.’ Het grote gevaar bij mensen als Katie is dat ze volledig in dit soort vernietigende zelfkritiek gaan geloven, zegt Firestone.

Lichtpuntjes

Naarmate het jaar vordert, krijgt Katie steeds meer zorgen over haar schulden en haar slechte schoolprestaties, en ze heeft geen contact meer met haar vrienden. Ze mist veel lessen op school. Mark is de enig overgebleven belangrijke persoon in haar leven. Ze voelt zich emotioneel totaal afhankelijk van hem.

In de laatste maand van haar leven komen er wat lichtpuntjes: Katie is erin geslaagd wat meer afstand van Mark te nemen en meer voor zichzelf te doen. Haar resultaten verbeteren, ze krijgt een baantje en is flink wat kilo’s afgevallen. Ze schrijft dat ze meer grip op haar leven aan het krijgen is.

Het lijkt allemaal heel mooi, maar schijn bedriegt. In werkelijkheid heeft Katie zich steeds meer afgezonderd, en haar eenzaamheid maakt haar labieler dan ooit. Ze ziet Mark veel minder, woont alleen en heeft haar vrienden al een hele tijd niet meer gesproken. Misschien heeft dat isolement haar uiteindelijk de das omgedaan, zegt een deskundige in het boek van David Lester. Immers, Katie’s negatieve gedachten konden nu vrij blijven doorrazen, zonder enige correctie van buitenaf. Op het laatst had Katie nog maar één persoon om zich aan vast te klampen en zich op te richten in haar dagboek: God.

20 juni

(God,) helpt u me alstublieft deze week en volgende week, zeker nu alles zo moeilijk is op dit moment. PS: Zorgt U alstublieft dat mijn pakketje hier deze week is, morgen.

Dit is het laatste fragment uit Katie’s dagboek. God is degene geworden die al haar problemen moet oplossen – van ‘heel worden’ en vrienden maken tot een postpakketje dat ze op tijd bezorgd wil hebben. Negen dagen later had ze ook dat vertrouwen verloren.

 

Denk je over zelfdoding?

Denk je aan zelfmoord en wil je contact met een deskundige? Bel of chat anoniem met 113. De hulplijn is 24/7 beschikbaar, dus zoek hulp als je zelfmoordgedachten hebt: 0900-0113 of www.113online.nl

Zelfmoord: herken de signalen

De volgende signalen kunnen erop wijzen dat een jongere zelfmoord overweegt:

– uitlatingen die direct wijzen op een doodswens: ‘Ik zou willen slapen en slapen en nooit meer wakker worden’;

– een sombere, depressieve stemming;

– de neiging zich terug te trekken uit contacten met anderen en uit activiteiten die hij/zij vroeger graag deed (hij/zij is stiller dan vroeger en onwillig om ergens over te praten);

– het weggeven van persoonlijke bezittingen, waaraan hij/zij gehecht was;

– plotselinge uitbarstingen van vijandigheid, onredelijkheid, verbale of zelfs fysieke agressie;

– verwarde of versterkt onrealistische redeneringen;

– uiterlijke verwaarlozing;

– snelle gewichtsafname of -toename;

– wegloop- of zwerfgedrag;

– de neiging onverantwoorde risico’s te nemen, of frequentere betrokkenheid bij ongelukjes;

– alcohol- en drugsmisbruik;

– een duidelijke verslechtering van prestaties op school of werk;

– een hogere absentie;

– slechte concentratie, zitten suffen of slapen;

– sterke occupatie met de dood en zelfmoord in schriftelijk werk (opstellen of tekeningen) of gesprekken met anderen.

Reden tot ongerustheid is er als er meerdere symptomen tegelijkertijd optreden, als die langere tijd (week of weken) duren én op verschillende levensgebieden (thuis, school, werk) zichtbaar zijn. Roep dan de hulp in van een arts of psycholoog, of – in een crisissituatie – haal de crisisdienst of politie erbij.