‘Tot mijn vijftiende was ik ervan overtuigd dat maandagen rood zijn. Voor mij was dat net zo goed een feit als dat de lucht blauw is en het gras groen. Dat had ik allemaal uit mijn hoofd geleerd.’ De Spaans-Britse kunstenaar Neil Harbisson (31) werd geboren met totale kleurenblindheid. Achromatopsie, heet de zeldzame oogafwijking die op 11-jarige leeftijd bij hem werd gediagnosticeerd. De wereld bestond voor hem uit grijstinten. En als mensen om hem heen het over kleuren hadden, had hij geen idee waarover ze spraken. Op zijn basisschool hing een kalender waarop de leraren alle dagen van de week een andere kleur hadden gegeven. Maandagen zijn rood, leerde Harbisson braaf uit zijn hoofd. En: sinaasappels zijn oranje, gras is groen, het bovenste stoplicht is rood.
Zo kon hij aardig verbloemen dat hij geen idee had wat kleuren waren. ‘Voor mij was kleur iets mysterieus, vergelijkbaar met religie: iets onzichtbaars waar mensen geobsedeerd door zijn. Ik stelde het me voor als een energie die zo snel van dingen afkaatst dat ik het niet kon zien. Kleuren brengen een mysterieuze reactie teweeg die ik nog steeds niet echt begrijp.’
Een nieuw zintuig
Harbisson kreeg als kind vooral sociale problemen door zijn achromatopsie. ‘