Toch werd ik laatst nogal verbouwereerd door een deadline-missende collega. Zij is ietsje erger dan ik, dat mag. Maar waar ik even heel raar van opkeek, was dat ze na herhaalde verzoeken om uitstel een volgende deadline miste zonder het te melden! Dat je je werk niet af hebt, dat je zelf allang weet dat je het niet gaat redden, maar daar doodleuk niks over zegt. Tsss. Toen ik hierover pruttelde, zei ze dat ze het niet durfde te zeggen omdat ze al zo vaak te laat is en het nu nog erger was.
Ik noem dit het kind-achter-de-bank-effect – naar kleine kindertjes die zich achter de bank verstoppen als ze iets verkeerd hebben gedaan: als niemand me ziet, dan ben ik er niet. Als ik het niet zeg, als ik er niet aan denk, dan bestaat het niet, lijkt de gedachte. Weten dat je je afspraak niet kunt nakomen geeft een vervelend gevoel. Het klusje zelf waarschijnlijk ook, daarom stel je het steeds uit. Dat kun je in één klap oplossen door er maar gewoon niet aan te denken.
Als die afweerstrategie goed genoeg werkt, kun je misschien zelfs wekenlang compleet vergeten dat iemand op jouw werk zit te wachten. Af en toe knaagt het eventjes, bah ik moet nog…, maar dan ga je gauw aan iets anders denken. Hoe langer je dat volhoudt, hoe moeilijker het wordt om het nog te zeggen.
Ik denk dat we dat allemaal wel kennen, met ‘vervelende klusjes’ in zeer ruime zin. Je partner opbiechten dat je bent vreemdgegaan: nu even niet het goede moment. Moeilijke gesprekken omzeilen. Pijnlijke knopen niet doorhakken. Venijnige vuurtjes stilletjes laten smeulen. Uiteindelijk moeten we onszelf vermannen; een baas, collega of partner beschaamd onder ogen komen en ons falen erkennen.
Dat is nog een onprettige opgave erbij, vooral voor onzekere mensen; die willen het graag anderen naar de zin maken, waardering oogsten. Dus zeggen dat iets fout is gegaan vinden ze buitengewoon ongemakkelijk. Behaagziek als ze vaak zijn willen ze niks doen wat naar is voor die ander. Als assertieveling ken ik dat gevoel ook best, alleen los ik het juist op door het gauw te zeggen; dan ben ik ervan af.
Maar als je daar echt huizenhoog tegen opziet, duik je weg en zeg je gewoon niks. Ironisch genoeg organiseer je daarmee precies je grootste doemscenario. Immers, als je tekortschiet is dat soms een tikje lastig, maar als je het anderen niet vertelt, dan is het veel erger! Dus kun je je beter eerlijk afvragen: wie probeer ik nu te beschermen? Gaat het echt om de gevoelens van die ander? Dan kun je juist beter voor de dag komen met je menselijke gebreken. Je moet een kéér achter de bank vandaan komen; en hoe eerder je dat doet, des te beperkter is de schade.