Het lijkt wel alsof internet ons steeds dichter bij de dieren brengt. Het barst van de plaatjes en filmpjes waarop ze piano spelen, spinnen, blaffen, problemen oplossen of hun baasje te slim af zijn. Mijn favoriet is Denver the guilty dog (40 miljoen keer bekeken!), waarin een hond verraadt dat hij iets fout heeft gedaan.
Dit soort filmpjes krijgt veel aandacht. Niet alleen bieden ze volop ruimte voor interpretatie – een hond die met zijn snuit water gooit over een vis op het droge wordt al snel gezien als een vissenredder – ze voeden ook de bereidheid om te spreken over de emoties en algemene ‘menselijkheid’ van dieren. Het lijkt wel alsof elke schroom daaromtrent is weggevallen. Op zich is dit een prima ontwikkeling, want het maakt dieren in plaats van objecten tot een soort medeburgers. Dat geldt vooral voor huisdieren, maar er wordt ook meegeleefd met het lot en de capriolen van wilde dieren. Het loopt uiteen van jonge olifanten die in de modder ronddollen tot het hoorbare lachen van bonobo’s die elkaar kietelen. De hele wereld krijgt tegenwoordig close-ups van diergedrag te zien.
Maar al die filmpjes en foto’s gaan ook gepaard met idealisering, en dat is iets waar ik als bioloog moeite mee heb. Op mijn Facebookpagina toon ik allerlei dieren en diergedrag, en geheid als ik laat zien hoe een roofdier zijn eten bemachtigt, komen er reacties als ‘Dit hoeft voor mij niet’, of ‘Die arme kikker’. Een kikker! De visarend grijpt een vis, het luipaard een antilope, en meteen is de lol ervan af. Laatst toonde ik een zwarte beer in Canada die hoog in een elektriciteitsmast was geklommen. Terwijl een stel ravenouders kwaad rond zijn kop cirkelde, vrat hij de jongen uit hun nest op. Over deze beer kwamen natuurlijk klachten binnen.
Internet brengt dieren dus dichter bij ons, maar we willen wel dat ze zich gedragen zoals de spreekwoordelijke leeuw en lam in het paradijs. Dat geldt niet voor wetenschappers; wij zien vooral veel voordelen. De natuur is rijk en ze wordt in al haar facetten zomaar onze huiskamer binnengeloodst. Ik leer er elke dag van, want het mooie is natuurlijk dat als je een foto van een onbekende soort plaatst, bijvoorbeeld een hagedis, er meteen iemand reageert en uitlegt wat er gaande is en waar deze soort vandaan komt.
Dat lost ook het probleem op van de eenmalige anekdote. Je kunt honderd keer zeggen dat je hebt gezien hoe een reiger brood in het water gooit om vissen te lokken en hoe dit fout afloopt voor de vissen, maar niemand gelooft je. Nu tik je op YouTube gewoon heron en bait in, en binnen de kortste keren krijg je het visuele bewijs voor je bewering. Wij gedragsbiologen zijn verrukt.