Haar ogen maken onmiddellijk en intens contact. Ze lachen naar je en laten je niet zomaar los. Haar meisjesachtige lange grijze haren lijken dan te veranderen in blinkend zilver. Als Jill Bolte Taylor uit Indiana een kamer in loopt, komt er één bonk Amerikaanse positiviteit binnen. Maar net zo makkelijk als ze straalt, verschijnen tranen in haar ogen en wordt haar stem zacht en breekbaar. Dat gebeurt als ze praat over hoe enorm haar leven is verrijkt sinds haar bijna fatale hersenbloeding.
Goed eten: het geheim van een gezond brein
Het wordt steeds duidelijker hoe belangrijk voeding is voor onze geestelijke gezondheid, laat de Ier...
Lees verderZe is zo dankbaar, zegt ze, dat ze die hersenbloeding heeft mogen meemaken en dat ze na jarenlange revalidatie helemaal is hersteld, waardoor ze haar ervaring nu kan delen met de rest van de wereld. Ze beschrijft het in haar boek Onverwacht inzicht, dat een hit is in Amerika en in oktober in Nederlandse vertaling verschijnt.
Het verhaal van Jill Bolte Taylor is zo bijzonder omdat ze niet zomaar een hersenpatiënt was, maar een veel gelauwerde breinonderzoekster aan Harvard University. Als neuroanatoom wist ze alles van hersenen. Dus toen elf jaar geleden, op haar 37ste, haar linker hersenhelft naar eigen zeggen ‘explodeerde’, kon ze de dramatische gebeurtenissen in haar brein ‘van binnenuit’ volgen. ‘Het was supercool dat ik die kans heb gekregen,’ zegt ze enthousiast, alsof ze praat over een interessante casus en niet over haar eigen leven.
Heerlijke stilte
Het gebeurde om zeven uur ’s ochtends: terwijl ze wakker werd, voelde ze een scherpe pijn achter haar linkeroog – alsof ze in een ijskoud ijsje had gebeten. Instinctief sloot ze de luxaflex in de slaapkamer: al dat licht deed ontzettend pijn. Ze keek naar haar handen: die waren veranderd in grote, primitieve dierenklauwen. Ze begon te wankelen, liep steunend tegen de muur door haar huis.
In haar hoofd werd het af en toe heerlijk stil; geen gedachten, geen herinneringen, niks dan absolute stilte. En toen kon ze ineens niet meer zien waar ze zelf ophield en de rest van de wereld begon, alsof ze deel was geworden van één grote kosmische vloeistof. Een vredig gevoel daalde neer. ‘Ik voelde me als een walvis die heel kalmpjes door een zee van euforie gleed,’ zegt ze. ‘Het enige wat op dat moment nog bestond, was het hier en nu.’
En dan: haar rechterarm valt plotseling naar beneden, verlamd. Ze beseft: ‘Jemig, ik heb een beroerte!’ Tegelijkertijd gaat door haar heen: ‘Ik wil alles onthouden wat nu gebeurt, het is zo interessant voor mijn werk!’ Vervolgens verdwijnen haar gedachten weer, tot de volgende golf van helderheid door haar geest spoelt: ‘Ik heb een beroerte. Ik moet hulp zoeken. En wel heel snel, want mijn gehoor is vervormd, dat betekent dat ook mijn ademhaling in gevaar is, want de gehoorzenuw loopt door de hersenstam, en dat is ook het ademhalingscentrum.’
Zo snel als die golf van helderheid kwam, zo snel ebt hij weg. En is het weer compleet stil in haar hoofd. Wat blijft, is het besef dat ze een heleboel dingen weet waar ze niet bij kan komen. Stilletjes wacht ze op het volgende heldere moment.
Uiteindelijk slaagt ze erin de telefoon te bereiken: ‘Ik moet onthouden dat dit een telefoon is. En dat ik Jill ben. Ik ben Jill en ik heb hulp nodig.’ Alle telefoonnummers op de visitekaartjes op haar bureau zien er hetzelfde uit: vreemde krabbels. Dan verschijnt er ineens een nummer in haar gedachten: 8552405.
De cijfers op de telefoon lijken vaag op de cijfers die ze in haar hoofd ziet, en heel langzaam lukt het haar de juiste cijfers in te toetsen. Haar collega neemt op. Hij klinkt als een golden retriever: woeh-woeh-woeh. Later zou haar collega vertellen dat ze zelf ook zo had geklonken: woeh-woeh-woeh.
Geen enkele herinnering
Jill Bolte Taylor zit op de bank naast me, ze raakt mijn arm aan op emotionele momenten in haar verhaal. Soms huilt ze een beetje. Ik luister ademloos naar haar. ‘Gelukkig heeft die collega meteen een ambulance gebeld. In het ziekenhuis ontdekten ze dat ik een bloedprop in mijn linkerhersenhelft had, zo groot als een vuist; in mijn hersenbloedvat zat een aangeboren misvorming waardoor die bloeding was ontstaan. Driekwart van de mensen die dit krijgen, overlijdt binnen een week, en bijna niemand van de overlevenden herstelt. Ik zakte weg, voelde dat ik aan het doodgaan was, maar de artsen wisten mijn lichaam op het nippertje te stabiliseren.’
Toen ze bijkwam, deden alle indrukken pijn. Licht brandde in haar ogen, geluiden smolten samen tot een afgrijselijk lawaai, en als iemand tegen haar sprak, ervoer ze dat als een bomexplosie. ‘Ik zag geen vormen en kleuren, kon niet meer driedimensionaal zien. Bewegingen kon ik niet meer volgen en geuren waren veel te intens. Ik voelde niet of het warm of koud was. En het stemmetje in je hoofd dat vertelt wie je bent, waar je woont en wat voor werk je doet, was weg. Ik had geen enkele herinnering meer. Ik voelde ook niet waar ik zelf ophield en de rest van de wereld begon.’
Twee weken later werd de bloedprop uit Taylors hersenen verwijderd. De pijnlijke indrukken verdwenen en ze moest beginnen aan haar revalidatie. ‘De hersencellen in mijn linker hersenhelft waren in shock. Ik had daardoor weer een kinderbrein en moest alles van voren af aan leren: lopen, praten, lezen, schrijven, rekenen, hoe ik een puzzel in elkaar moest zetten.’
Het grote voordeel van haar toestand, zegt Jill Bolte Taylor, was dat ze ging leven met alleen haar rechter hersenhelft. ‘Die denkt niet in taal en bevindt zich niet in verleden of toekomst, maar altijd in het hier en nu. Ik ging volledig op in de rijkdom van het moment. Alles om mij heen, ikzelf ook, straalde pure energie uit.
Ik voelde me vredig, blij, nieuwsgierig als een kind. Het was een toestand van euforie, van één zijn met het al, en ik wilde daar geen afscheid van nemen. Ik hoefde niet terug naar die oude, gestructureerde wereld, de wereld van de linker hersenhelft. Links staat voor doen, details, regels, orde, gedachten. Rechts is alleen maar zijn.’
Een vork als rugkrabber
In het taalcentrum in de linker hersenhelft zit een groepje neuronen zo groot als een pinda, en daar zit ons ik-besef, legt Taylor uit. ‘Ook dat was uitgeschakeld. “Ik” bestond niet meer. Door de uitschakeling van links trok er ook geen gedachtenstroom meer door mijn hoofd. Ik nam slechts waar, met grote blijdschap en verbazing. Als iemand tegen me praatte, verstond ik hem niet, maar ik voelde wel zijn energie: of die positief of negatief was. Mensen zagen eruit als grote druppels geconcentreerde energie, waar ik één mee was. Geweldig!’
Haar revalidatie duurde acht jaar. ‘Ik moest leren wat een moeder was, en dat ik er zelf ook een had. Ook wist ik niet meer dat ik eerst mijn sokken moest aantrekken en dan mijn schoenen. Ik gebruikte een vork als rugkrabber, totdat me werd verteld dat ik ermee moest eten. Opnieuw leren lezen was het naarst. Mijn brein had er geen zin in. Ik vond lezen het stomste wat je kon doen: waarom wíllen mensen dit? Letters bleven er heel lang uitzien als rare krabbels. Ik was heel gelukkig in mijn taalloze hier-en-nu wereld, dus waarom zou ik?’
Emotie en gedachte losgekoppeld
Taylors hersenbloeding was het hevigst in het gebied waar rekenen zit, vlak achter het taalcentrum. ‘De hersencellen in mijn rekengebied waren kapot, gestikt in het bloed. Het duurde jaren voordat ik snapte wat “1” betekent. Dat kwam doordat de cellen die het rekenen moesten overnemen, niet zijn ontworpen voor rekenen. Ze hadden tijd nodig om zich aan te passen. Maar door mijn werk wist ik heel zeker dat ik het nog kon leren; het brein is ongelooflijk flexibel.’
Ondanks die beperkingen ging doordouwer Taylor na twee jaar al weer aan het werk: neuroanatomie geven op een hogeschool. Daarvoor had ze eerst flink moeten studeren. ‘De rechter hersenhelft denkt in plaatjes. Ik wist nog glashelder waar alle hersengebieden zaten en hoe ze eruitzagen, maar had geen flauw idee hoe ze heetten. Dat moest ik weer leren.’
Haar hersenbloeding gaf haar de kans een nieuwe persoonlijkheid te kiezen, zegt ze. ‘Terwijl mijn linker hersenhelft langzaam maar zeker weer online kwam, ontdekte ik welke programmatuur van mijn oude ik nog in aanleg aanwezig was: mijn ongeduld, onvriendelijkheid, gelijkhebberigheid, angst voor loslaten. Ik heb er toen bewust voor gekozen die hersencircuits geen nieuw leven in te blazen.’
Ze kreeg zelfs een andere emotionele huishouding. ‘Na de hersenbloeding voelde ik mijn emoties nog, ik kon ze alleen niet benoemen. Ze kwamen en ebden na negentig seconden weg. Doordat mijn emotionele brein niet meer in verbinding stond met mijn gedachten, konden emoties niet bij me worden aangewakkerd. Zo leerde ik dat je gedachten losstaan van je emoties, en dat je niet in een emotie blijft hangen als je je gedachten daarover loslaat.’
Opgaan in het moment
De dag dat ze volledig was hersteld, herinnert Jill Bolte Taylor zich precies: ‘Dat was met waterskiën. Na mijn hersenbloeding vond ik het nooit erg onderuit te gaan, want ik bleef onderdeel van die ene grote kosmische vloeistof. Maar toen, die ene dag, viel ik pats! keihard op het water, het deed opeens zeer, en ik wist: ik ben van vloeibaar weer naar vast gegaan. Nu mis ik mijn vloeibare bestaan. Het is heel fijn die constante reminder te hebben dat we allemaal één zijn.’
Dát besef, en ook dat volledig in het hier-en-nu zijn: Taylor kan het nu veel makkelijker oproepen dan vroeger. ‘Ik heb geleerd wat écht belangrijk is in het leven. Vroeger zat ik bijna altijd in mijn linker hersenhelft. Ik was een egocentrische carrièrevrouw. Nu weet ik: je moet een balans vinden tussen je linker en rechter hersenhelft. Bij veel mensen heeft de linkerkant de neiging de rechterkant weg te duwen. Maar je wordt pas echt gelukkig als je ook die andere kant de ruimte geeft: opgaan in het moment, echt contact maken met anderen, beseffen dat we allemaal één zijn.’
Die boodschap wil ze nu uitdragen aan de wereld, met haar boek en lezingen, en straks ook via een bioscoopfilm waarin Jodie Foster de hoofdrol speelt. Jill Bolte Taylor is gestopt met hersenonderzoek en reist rond om voorlichting te geven over de hersenen. ‘Wat ik wil meegeven is: je hoeft geen hersenbloeding mee te maken om in je rechter hersenhelft te komen. Iedereen kan het, gewoon, door je volledig op je zintuigen te richten, door je gedachtenstroom even op pauze te zetten, door te beseffen dat je één bent met alles en iedereen. We zijn maar één stap verwijderd van dat vredige gevoel.’
Links en rechts vullen elkaar aan
Wetenschappers zijn het erover eens dat onze hersenhelften elk hun eigen specialismen hebben. Links is bijvoorbeeld belangrijk voor taal en rekenen, rechts is goed in ruimtelijk inzicht. Maar het is niet zo dat ruimtelijk inzicht helemáál in de rechter hersenhelft zit, of taal helemáál links. Zo hebben hersenscans inmiddels aangetoond dat we met spreken en luisteren niet alleen de linkerkant van ons brein activeren, maar beide kanten. Ook ons bewustzijn is het totaalproduct van beide hersenhelften.
Jill Bolte Taylor ervoer een grote bewustzijnsverandering toen een van die helften uitgeschakeld was. Haar verhaal suggereert een strikte taakverdeling tussen links en rechts, ‘maar dat zijn mijn persoonlijke bevindingen. Ik heb alleen verteld hoe ik het zelf heb ervaren.’