Ik vind dat ze je daarop moeten voorbereiden,’ zei mijn vriendin Kate. Ze refereerde aan de dingen die na je 40ste met je lichaam gebeuren: een schrikbarende lijst, volgens haar.
10 confronterende levensvragen
Wat doet er nou echt toe? De dagen vullen zich als vanzelf met werken, boodschappen doen, een beetje...
Lees verderEn de meeste items op die lijst draaien om haargroei, in de verkeerde kleur en op de verkeerde plaatsen. ‘Het beste verjaardagscadeau dat je iemand rond die leeftijd kunt geven,’ aldus Kate, ‘is een goede kwaliteit pincet.’ Ik was gewaarschuwd.
Nu ben ik sowieso gevoelig voor het verstrijken der jaren. Elke mijlpaal heb ik tot nu toe veel te serieus genomen. Toen ik 18 werd, was ik ervan overtuigd dat ik nooit meer Abba’s dancing queen (young and sweet, only seventeen) zou kunnen zijn – en dat terwijl ik in mijn leven nog nauwelijks een dansvloer onveilig had gemaakt.
Nu was ik volwassen, zo hield ik mezelf voor, en dat bracht verantwoordelijkheden met zich mee, zoals flossen, yoga en afval van de straat rapen. Op mijn eenentwintigste verjaardag was ik ervan overtuigd dat dit wel het hoogtepunt van mijn leven zou zijn.
Onder druk van dat waanidee liep mijn feestje – in een club, met veel drama en drugs – verrassend toepasselijk uit de hand. Inmiddels heb ik de leeftijd bereikt waarop ik daadwerkelijk vergeet hoe oud ik ben. Ik lijkt de tel te zijn kwijtgeraakt. ‘34… of 35?’ vraag ik, als mensen ernaar informeren. Alsof zij het wél weten.
Smeren en dansen
Het is een ding, leeftijd. We leven in een cultuur die er alles aan doet om je jonger te laten voelen en ogen dan je bent.
Ziekten die het gevolg zijn van ouderdom proberen we al een tijdje te genezen, maar steeds meer wetenschappers en bedrijven beschouwen het ouder worden als een ziekte op zich, die óók bestreden moet worden. De huid moet verjongd met de juiste smeersels, de organen verjongd met de juiste voeding, de spiercellen verjongd met de juiste sport.
Zelf doe ik er net zo hard aan mee. Ik sport, ik smeer en ook ik daag met regelmaat de zwaartekracht uit door me in een kittige outfit te hijsen en de dansvloer te betreden van een etablissement waar ik misschien net iets te oud voor ben.
Ik vóél me ook jonger dan ik ben, kan maar moeilijk wennen aan mijn echte leeftijd. In een landschap vol 30’ers die kinderen voortbrengen, voel ik me nog steeds 20. En ik ben niet de enige.
De Amerikaanse onderzoeker David Rubin en zijn Deense collega Dorthe Berntsen ontdekten dat mensen boven de 25 zich gemiddeld een stuk jonger voelen dan hun kalenderleeftijd aangeeft.
Jan Latten, de recent gepensioneerde demograaf van het CBS, heeft daar wel een verklaring voor: we worden gewoon steeds ouder. Tegenwoordig ben je op je 30ste niet op de helft van je leven, maar pakweg op een derde. De levensfasen die we doormaken – en het bijbehorende gedrag – verschuiven daarmee.
Hoezo te oud?
Aanvankelijk zitten we volgens Latten in de ‘expansiefase’ van ons leven: we werken aan een carrière, bouwen een gezin op en maken toekomstplannen. Daarop volgt een ‘contractiefase’, die zich kenmerkt door het langzaamaan afstand nemen van alles wat we hebben opgebouwd.
Alles wijst erop dat die contractiefase steeds meer naar achteren verschuift, zegt Latten in de Volkskrant. ‘Op basis van de gestegen levensverwachting zou je kunnen zeggen dat 60 het nieuwe 50 is geworden.’
Dat verklaart misschien waarom het tegenwoordig not done is om na je pensioen achter de geraniums te zitten. Doordat we langer op de aarde rondlopen, moeten we onze levens nu eenmaal anders gaan inrichten. En niemand wil opgedrongen krijgen dat hij ergens te oud voor is, terwijl hij zich nog fit en competent voelt.
Ook Latten zelf staat ambivalent ten opzichte van zijn pensionering. Hij stopt bij het CBS, maar blijft hoogleraar sociale geografie aan de Universiteit van Amsterdam. De tijdgeest vraagt om door te blijven werken. ‘“Wat ga ik doen als ik later groot ben?” heb ik voor mijzelf veranderd in “Wat ga ik doen als ik straks ouder ben?”’ aldus de 66-jarige Latten.
Worden je psychologische basisbehoeften vervuld?
Dat we ons jonger voelen en gedragen, hangt dus samen met de gestegen levensverwachting. Maar paradoxaal genoeg mag die jeugdigheid er ook weer niet te dik bovenop liggen. Zo is er de afgelopen jaren een afname in het aantal cosmetische ingrepen.
‘Klanten willen er niet langer jonger uitzien, maar er naar hun leeftijd uitzien,’ zegt de toonaangevende Britse plastisch chirurg Naveen Cavale. ‘Ze zijn realistischer geworden.’
En mensen die zich jonger voordoen dan ze zijn, zijn het mikpunt van hoon en spot in tv-programma’s als Hotter than my daughter. Vooral vrouwen die overduidelijk iets hebben laten doen aan hun lichaam worden daar momenteel harder voor afgestraft dan een jaar of twintig geleden.
Dood door schuld
Het is nogal een klem waar we in zitten. Ouder worden is prima, maar het moet wel precies op de goede manier. Níét zoals de eenzame dame die elke avond een magnetronmaaltijd eet, wél zoals die vlotte, wijze oma die biologische wijntjes drinkt met vriendinnen en ‘echt niet alle dagen op de kleinkinderen wil passen’.
Ik mag wel jonger overkomen dan ik ben, maar mag daar niet openlijk naar streven. We hebben een helder beeld van hoe je een leuk oud mens kunt zíjn, maar een leuk oud mens wórden, de weg ernaartoe – de grijze haren, de vetrolletjes, de rimpels die niet voor twee uur ’s middags uit je décolleté verdwijnen – willen we niet.
Volgens de Amerikaanse journalist Barbara Ehrenreich komt dat simpelweg doordat we niet accepteren dat onze gezondheid afneemt en we ziek kunnen worden. En vooral: doordat we de verantwoordelijkheid voelen om dat proces zelf in de hand te houden.
Volgens Ehrenreich, die eerder vocht tegen de positiviteitsbeweging en zich afvroeg of een mens ook nog gewoon chagrijnig mocht zijn, is het tegenwoordig taboe om ziekte en je leeftijd niet actief te bestrijden. Fiets je niet gezond en vitaal op je e-bike rond? Eigen schuld – je hebt vast niet genoeg je best gedaan om aan yoga te doen en gezond te eten.
‘Elk sterfgeval kan nu als zelfmoord worden gezien,’ schrijft ze in haar boek Oud genoeg om dood te gaan. ‘Iemand die op een ogenschijnlijk jonge leeftijd sterft, onderwerpen we aan een soort van bio-morele autopsie: rookte ze? Dronk ze te veel? At ze te veel vet en te weinig vezels? Kan ze, met andere woorden, de schuld krijgen voor haar eigen dood?’
Invriezen
Volgens Ehrenreich zijn al onze verstoorde ideeën over ouder worden dan ook geworteld in één probleem: dat we als samenleving en medische cultuur niet in staat zijn onze sterfelijkheid onder ogen te zien.
In veel culturen worden ouderen gerespecteerd als de bewaarders en bewakers van gedachtegoed en wijsheid, en ook als zodanig behandeld. Maar in onze cultuur wordt ouderdom vaak neergezet als een laatste levensfase, die geassocieerd wordt met ziekten en gebreken, met afhankelijkheid en gezondheidszorgkosten.
Volgens Ehrenreich zijn we dermate in de valstrik van maakbaarheid getrapt, dat het hele idee van doodgaan een ondraaglijk vooruitzicht is geworden. Mensen zijn zelfs bereid zich te laten invriezen, om ontdooid te worden op het moment dat we veel ouder, misschien wel onsterfelijk kunnen worden.
Maar we houden onszelf voor de gek, zegt Ehrenreich in Trouw. ‘We hebben veel minder controle over onze gezondheid dan we denken. In werkelijkheid hebben we geen idee wat sommige van de meest cruciale, microscopisch kleine cellen in ons lichaam allemaal uitspoken en aanrichten.
Dan kun je naar de sportschool gaan, puzzels maken en sla eten zoveel je wilt, maar daar verander je niks aan.’ We zijn, kortom, aanzienlijk minder maakbaar dan we willen, aldus Ehrenreich.
Willen we onze obsessie met jeugdigheid doorbreken, dan zullen we realistisch moeten worden over het feit dat we niet alleen ouder worden, maar ook zullen sterven.
Maakbaar vanbinnen
We zitten gevangen in een paradox: we leven om te sterven. Daartussenin hebben we leef-tijd; steeds langer en steeds gezonder. En dat willen we ook. Maar misschien zit het enige wat écht maakbaar is wel vanbinnen.
Misschien ving ik daar al een glimp van op toen ik als tiener een gesprek had met een kennis van mijn grootouders. Ze was non, werd 80 en ik vroeg hoe dat voelde. Ze nam even de tijd, keek me aan en zei rustig: ‘Ik voel me mezelf. Ik ervaar geen verschil tussen mij als twintiger en mij van nu.’
Het maakte diepe indruk en ik had het gevoel dat ik begreep wat ze zei. Want los van maakbaarheid en cijfers: wat bepaalt nu uiteindelijk je leeftijd? Je dokter, je paspoort en je knieën lijken allemaal wat anders te zeggen, maar wie of wat bepaalt hoe je jezelf ervaart?
Als je ondanks krakende ledematen en verzakkend vel nieuwsgierig kunt blijven, bereik je misschien wel die jeugdigheid waar geen cijfer op te plakken is. Kun je dan nog met een open geest naar de wereld kijken?
Kun je je als 80-jarige nog net zo zeer laten verrassen als toen je tien was en voor het eerst in een vliegtuig zat? Als je de keuze had tussen een jonge, open geest en een jong lichaam, wat zou je kiezen? Ik zou het wel weten.
In een doosje
De tijd die voorbij is, is voor altijd weg. Ook ik voel dat. Ik was 6 toen het jaar 1990 aanbrak. We hadden zo’n jaarkaars gekocht, met op elk van de vier cijfers een lontje.
Ik was gegrepen door die rode kaars met zilveren glitters, die straks zou worden aangestoken en dan nooit meer zou terugkomen.
Alsof ik voor het eerst besefte dat ook een deel van mijn leven daarmee achter me lag. Op zesjarige leeftijd had ik niet het emotionele vocabulaire om uiting te geven aan dat Enorme Gevoel, dus deed ik iets anders.
De volgende dag stopte ik het gesmolten kaarsvet in een luciferdoosje waar ik ‘1989’ op schreef. Ik heb het doosje nog steeds. Het markeert misschien wel het moment waarop mijn tijd begon.
Ondertussen tikt die tijd door – en is het geadviseerde pincet van Duitse makelij aangeschaft. Blijf ik exfoliant smeren om mijn huid soepel te houden en sport ik om ouderdomsdreiging te weren.
Maar als ik dan een grijze haar ontdek, houd ik me vast aan die leeftijdloze non. Die me leerde met een open blik naar de wereld te kijken en me zo jong te voelen als mijn geest kan zijn.