Het gebeurt gelukkig niet vaak. En altijd onverwachts. Ik zie iemand, willekeurig, en mijn verbeelding duikt zomaar een gruwelijke toekomst in.
Gewoon een vermoeid ogende veertiger met aktetas tegen-over me in de tram, regenvlekken op zijn jas. Een haastige vrouw die me bellend tegemoetkomt op straat. Een jongen in het gangpad van de supermarkt die conservenblikken tot een piramide stapelt.
Schijnbaar nietszeggende gezichten, die anders ongemerkt aan me voorbij zouden trekken. In een flits, een seconde misschien, schiet het door me heen: hij zit straks tegenover me, in het Pieter Baan Centrum. Of zij. Want zo gaat het ook echt. Soms zitten er mensen aan de andere kant van de tafel die zo gewoon lijken.