Als je het woord ‘asshole’ googelt in combinatie met ‘Steve Jobs’, topman van het elektronicabedrijf Apple, krijg je zo’n 134.000 hits. De veeleisende Jobs is berucht om zijn tirades en driftbuien. Hufters op de werkvloer, wie kent ze niet? De manager die je afblaft, de collega die seksistische opmerkingen maakt, de klant die je nooit laat uitpraten.
In zijn boek The no asshole rule. Building a civilized workplace and surviving one that isn’t somt professor Robert Sutton van Stanford University verschillende vormen van huftergedrag op: iemand beledigen, voor gek zetten, tegen zijn zin aanraken, behandelen alsof hij onzichtbaar is, boze mailtjes sturen… Eén op de vijf werknemers heeft systematisch te lijden onder dit soort gedrag, zegt Sutton.
Om het label hufter te verdienen, moet iemand volgens Sutton voldoen aan twee criteria. Eén: als u met deze persoon praat, voelt u zich minder goed over uzelf. U voelt zich vernederd, gekleineerd en alsof er energie uit u is weggezogen. Twee: deze persoon richt zijn pijlen bijna altijd op mensen die minder macht of status hebben dan hijzelf.
Het leeuwendeel van het wangedrag vindt dan ook plaats door superieuren jegens hun ondergeschikten, schrijft Sutton. ‘Uit psychologisch onderzoek blijkt dat