Geschrokken reikt de hr-medewerker me een glaasje water aan. Hij kent me als iemand die fluitend door de gangen loopt en opeens zit ik hard huilend voor zijn neus. Dit is wel heel plotseling. Voor mij ook, want ik vind heel veel dingen aan mijn baan fantastisch.
Wanneer ik ’s ochtends over de afdeling loop om een eerste kop koffie te halen, spreken verschillende mensen me al aan. ‘O, ik stuur je zo nog een mail.’ ‘Heb je gezien wat er in de krant stond?’ ‘Kan ik straks even bij je binnenlopen?’
Ik geef advies, enthousiasmeer en trek de kar van grote projecten. Ik ben echt een spin in het web en hou van reuring en drukte. Nooit eerder voelde ik me zo levend.
Tijd om bij te komen van al die indrukken heb ik alleen niet en dat gaat ten koste van mijn privéleven. Mijn batterij is na een weekend allang niet meer opgeladen. Een appje van mijn beste vriend: of hij iets verkeerd heeft gedaan, want hij hoort zo weinig van me. Nee, het ligt niet aan hem.
Hoe vermoeider ik raak, hoe slechter ik de minder leuke kanten van mijn werk van me af kan zetten. Vergaderingen die me te lang duren, de drukke spitstreinen waar ik overweldigd raak door geuren en nabijheid van anderen, maar ook voelbare conflicten tussen collega’s: ik kan het niet meer loslaten.
Maar ja, een baan kan niet alleen maar leuk zijn – zo houd ik mezelf voor. En collega’s lijken nergens last van te hebben en denderen vrolijk verder. Toch moet ik na een jaar concluderen dat ik ze niet kan bijhouden.
Wat is er toch mis met me? In een eerdere baan raakte ik in een bore-out doordat ik geen enkele uitdaging meer had, nu kieper ik over het randje omdat ik een leuke afwisselende functie heb. Het lukt me maar niet om een baan te vinden die uitdagend is, maar ook weer niet te veel vraagt. Het is ook nooit goed.
Ik wíl helemaal geen rust
Die avond zit ik vertwijfeld op de bank. Zou ik dan toch hoogsensitief zijn? Het wereldberoemde boek van psycholoog Elaine Aron staat al zeker twintig jaar in mijn kast, maar ik wil er niet aan.
Een HSP zijn zou betekenen dat ik mijn drukke leventje niet meer kan voortzetten, want een HSP raakt snel overprikkeld en moet veel rusten. Terwijl ik liever naar een feestje ga.
Ik sta op om het boek erbij te pakken en doorloop voor de zekerheid nog maar eens de vragenlijst. Net als de tientallen keren ervoor komt het overduidelijk naar voren: ik ben zo hoogsensitief als wat. Op bijna alle vragen kan ik een volmondig ja zeggen.
Informatie verwerk ik diepgaand, ik raak snel overprikkeld, maar ben ook creatief, empathisch, intuïtief en consciëntieus. Juist deze eigenschappen maken me goed in mijn werk – om mijn collega’s verder te helpen, moet ik snel aanvoelen waar de schoen wringt.
Mijn vooroordelen blijken bovendien nergens op te slaan: HSP’s hoeven helemaal niet stil en verlegen te zijn; een deel van de 15 tot 20 procent van de hoogsensitieve mensen is extravert. Daar reken ik mezelf dan maar onder, want zet mij op een buurtborrel of in een kantoortuin en ik klets de oren van ieders kop.
Maar ook die extraverte HSP wil uiteindelijk rust en bijkomen. En dát wil ik helemaal niet. Ik vind er niets louterend aan. Een dagje niks maakt me boos en ongedurig.
Alleen al de gedachte aan mijn jeugd in een dorp achteraf waar weinig te beleven viel, grijpt me nog altijd bij de keel. Vreselijk. Terwijl dat toch juist de droom van een HSP moet zijn?
HSS: twee persoonlijkheden
Tijdens mijn eindeloze virtuele zwerftocht stuit ik heel toevallig op een subtype: de sensatiezoekende HSP. HSP-grondlegger en psycholoog Elaine Aron vertelt in een paar blogs op haar site over mensen die hooggevoelig zijn, maar ook behoefte hebben aan nieuwigheid en hoog scoren op HSS: High Sensation Seeking.
Een eigenschap die je eropuit stuurt om nieuwe, intense en complexe indrukken te beleven. Alsof je leeft met een voet op het gaspedaal en een voet op de rem, schrijft ze. Het lijkt alsof er twee mensen met verschillende persoonlijkheden in je zitten die telkens maar ruzie hebben over wat je wilt doen en ervaren.
Onwillekeurig verschijnt er een glimlach op mijn gezicht: hier herken ik mezelf volledig in. Ik kan echt mopperen op mezelf, omdat ik moe word en mezelf naar een volgende afspraak moet slepen, terwijl ik daar tegelijkertijd erg graag wil zijn.
De 9 meestgestelde vragen over hoogsensitiviteit
Is er een verschil tussen hoogsensitiviteit en hooggevoeligheid? Hebben HSP’s andere hersenen? Zij...
Lees verderAls een slavendrijver jaagt mijn sensatiezoekende zelf mijn hoogsensitieve zelf langs stedentrips, etentjes en feestjes. De dagen erna moet mijn sensitieve kant flink bijkomen in rust en stilte, terwijl mijn sensatiezoekende zelf alweer bij de deur staat om op avontuur te gaan.
High Sensation Seeking is een persoonskenmerk die ook niet-hoogsensitieve mensen kunnen hebben. De Amerikaanse psycholoog Marvin Zuckerman ontwikkelde in 1964 een test: de Sensation Seeking Scale. Deze meet vier kenmerken: het opzoeken van sensatie en avontuur, ervaringen en nieuwigheid opzoeken, ontremming en snel verveeld zijn.
Sensatiezoekers scoren hoog op al deze eigenschappen. Doordat ze onverschrokken en ontremd het avontuur aangaan, nemen ze veel risico. Ze ondernemen gevaarlijke sporten, zoals skydiven of bergbeklimmen, en zullen eerder drugs gebruiken en onveilige seks hebben.
Volgens Elaine Aron werkt het bij hoogsensitieve sensatiezoekers iets anders. Ja, ook zij zijn nieuwsgierig, snel verveeld en gaan graag op onderzoek uit. Maar ze zijn niet bereid om hiervoor flink wat risico’s te nemen en ze zijn ook niet zo ontremd. Als ze toch iets gevaarlijks ondernemen, dan springen ze niet zomaar in het diepe.
Hoogsensitieve sensatiezoekers denken er liever eerst goed over na en gebruiken hun observatievermogen om zelfs risicovolle ondernemingen zo veilig mogelijk te maken. Zo bestaan er volgens Aron ook hoogsensitieve brandweermannen, duikers of skiërs die met allerlei voorzorgsmaatregelen hun activiteiten zo veilig mogelijk maken.
Feest der herkenning
Aron maakte een nieuwe zelftest met twintig stellingen. Niet zo wetenschappelijk onderbouwd, zo geeft ze zelf toe, maar het geeft een idee of je als HSP naar sensatie neigt of niet. Veiligheid speelt hierin een grotere rol dan bij Zuckerman’s Sensation Seeking Scale.
Voor mij is het een feest der herkenning. ‘Ik word rusteloos als ik lang thuis ben’, ‘ik ga liever naar een nieuwe plek die misschien niet leuk is dan een plek die ik al ken’, ‘als het veilig is’ zou ik een drugs nemen die me een nieuwe ervaring geeft’, ‘ik hou van ongewone dingen’, ‘ik heb een voorkeur voor vrienden die onvoorspelbaar zijn’.
In totaal kan ik zestien items aanvinken. Bij elf items of meer ben je als vrouw waarschijnlijk een HSS. Mannen moeten er dertien kunnen aanvinken, omdat zij van nature iets meer geneigd zijn om risico te nemen.
Filosoof en onderzoeker Tracy M. Cooper nam deze en aanvullende vragenlijsten af bij ruim 1500 HSP’s en interviewde 35 van hen meer diepgaand. Op basis van zijn onderzoek vermoedt hij dat 30 procent van de HSP’s ook HSS is. Minimaal 5 procent van de bevolking dus.
Toch zul je ze niet zo makkelijk opmerken in een gezelschap, denkt hij. In zijn boek Thrill! The high sensation seeking highly sensitive person laat hij zien op hoeveel manieren deze botsing van persoonskenmerken tot uiting kan komen. Daaruit komt een caleidoscopisch portret naar voren.
Hoe sensatiezoekende HSP’s zich gedragen, is volgens Cooper niet alleen het product van een bepaalde aanleg en gevoeligheid, maar ook van de omgeving waarin ze leven en persoonlijke keuzes die ze maken.
De een zal fysieke uitdagingen opzoeken, zoals bergbeklimmen of motorrijden, de ander wentelt zich in veiligere hobby’s en ontpopt zich tot een creatieve alleskunner.
En hoewel deze neiging tot het zoeken naar sensatie en nieuwigheid er al als kind inzit, slijt met de jaren wel de neiging om risico’s op te zoeken. Wat niet afvlakt, is het pijnlijke gevoel van verveling bij te weinig prikkels.
Het nadeel in onze maatschappij is dat de sensatiezoekende kant meer gewaardeerd wordt, vinden zowel Cooper als Aron. Vooral bij mannen, waar gevoeligheid en emotionaliteit toch sneller als een zwakte wordt gezien.
Zelf laat ik die sensatiezoekende kant van mezelf ook vaak overheersen. Als ik denk aan hoogsensitieve mensen zie ik toch van die tere poppetjes voor me die vroeg naar huis gaan en leuke plannen in de weg zitten.
Nee is nee
Dat is ook meteen het probleem. Ook al wint de sensatiezoeker in me meestal, ik moet ook rekening houden met mijn sensitieve kant wil ik niet telkens weer huilend bij de hr-afdeling belanden. Mezelf slaap en alleen-tijd gunnen. Hoe breng je twee zo sterk verschillende kanten van jezelf tot een gelukkig huwelijk?
Training Hoogsensitiviteit als kracht
- Leer omgaan met prikkels en overprikkeling
- Leer je grenzen herkennen en bewaken
- Krijg toegang tot de besloten HSP-Facebookgroep
- Nu met gratis Hooggevoelig special t.w.v. 9,99
99,-
Elaine Aron heeft daar wel ideeën over. In haar boek Hoogsensitieve personen in de liefde geeft ze tips hoe HSS- en HSP-partners dichterbij elkaar kunnen komen, die je ook kunt toepassen op jezelf als HSS of HSP. Het is vooral belangrijk om in te zien dat beide eigenschappen samenwerken tot een beter geheel.
Je sensatiezoeker brengt je naar leuke nieuwe avonturen en je sensitieve kant zorgt dat je veilig blijft. Die maakt dat je niet zomaar impulsief ergens induikt, maar er net wat beter over nadenkt.
En misschien is het best goed voor HSP’s om eens wat te ondernemen buiten hun comfortzone en te ontdekken dat ze tot meer in staat zijn dan ze denken. Soms zullen ze echter flink op de rem moeten stappen. Nee is nee.
Dat niet alles kan wat je HSS-kant zou willen, is verdrietig. Aron raadt aan om te rouwen over wat je moet loslaten. Om beide kanten van je persoonlijkheid tevreden te houden, moet je vervolgens creatief zijn. Als ik erover nadenk, realiseer ik me dat ik al een heleboel middenwegen bewandel.
Ik houd van hardlopen en train met een personal trainer, omdat ik onrustig word in de sportschool. Wanneer ik naar een festival ga, wil ik er vroeg zijn om te wennen en eerst het terrein te verkennen.
Vakanties deel ik op in wandelen in de natuur en stedentrips. Musea bezoek ik op loze dinsdagen en ik hou ervan om thuis alleen in alle rust nieuwe recepten uit te proberen met exotische ingrediënten.
Zoeken naar wat werkt
Maar dan. Hoe ga ik mijn beide kanten verenigen in mijn werk? Ook Cooper merkt in zijn gesprekken met mijn medestanders dat ze moeilijk monogaam kunnen zijn in een baan. HSS/HSP’s hebben afwisseling nodig om niet verveeld te raken.
91 procent heeft een hekel aan oppervlakkigheid; werk moet bijdragen aan de eigen ontwikkeling of tenminste iets bijdragen voor iemand anders.
66 procent geeft aan dat ze graag aan nieuwe projecten werken. Tegelijkertijd lopen ze het risico op overstimulatie en maar liefst 93 procent geeft aan dat ze last hebben van negatieve mensen op het werk.
Nu ik beter snap hoe ik in elkaar steek, besluit ik voor mezelf te beginnen, zodat ik kan werken naar mijn eigen energie. Dat kan een oplossing zijn, maar je moet er goed over nadenken, waarschuwt Cooper. Ondernemerschap brengt ook risico’s en kans op falen met zich mee en daar zijn HSP’s gevoelig voor.
Tot nu toe pakt het gelukkig fantastisch uit. Ik doe korte projecten met uitbarstingen van creatieve energie, maar wel thuis in alle rust. Nog nooit heb ik zoveel inspirerende mensen ontmoet en nieuwe vaardigheden ontplooid.
Hoe gesmeerd het ook gaat, mijn HSP-kant houdt me ’s nachts regelmatig wakker met zorgen. Kan ik niet toch beter een vaste baan nemen? Ach, wie weet. Het blijft een zoektocht.
Bronnen o.a.: T.M. Cooper, Thrill. The high sensation seeking highly sensitive person, Invictus Publishing, 2016 / M. Zuckerman, Sensation seeking in: M. Leary, R. Hoyle (red.), Handbook of individual differences in social behavior, The Guildford Press, 2009 / E.N. Aron, The highly sensitive person who is also a high sensation seeker, blog mei 2006
Ook hooggevoelig?
Ben je hooggevoelig en wil je de goede en mooie kanten daarvan ontdekken en benutten? Volg de online training ‘Hoogsensitiviteit als kracht’.