‘Hier in huis wordt niet gevloekt’ – misschien kreeg je dat uit den treure te horen. In iedere familie worden dit soort waarden en overtuigingen doorgegeven.
De loyaliteitsvalkuil – Als je nooit geleerd hebt ‘nee’ te zeggen tegen je ouders
Kinderen die zich verantwoordelijk voelen voor het geluk van hun ouders krijgen geen ruimte om zich ...
Lees verderDat kan ook woordeloos: er wordt bijvoorbeeld altijd gezamenlijk aan een mooi gedekte tafel gegeten, onverwachte gasten mogen altijd aanschuiven (of moeten juist bij de voordeur worden afgewimpeld).
Maar of we ze nou nadrukkelijk of heel terloops kregen aangereikt, waarden en overtuigingen werken een leven lang door en beïnvloeden bijna automatisch onze keuzes en de manier waarop we onze eigen kinderen grootbrengen. Maar passen ze nog wel bij wie we willen zijn? Over loyaliteit en familieregels.
Waarom we doen wat onze ouders willen (ook al denken we van niet)
Terugdenken aan je familieverleden kan een warm gevoel geven, een besef van continuïteit en saamhorigheid. Het kan ook een bron van inspiratie vormen.
Dat oma haar leven waagde in het verzet tegen de nazi’s, sterkt jou in het gevoel dat je als individu iets kunt doen tegen onrecht. En dat je vader zo prachtig viool speelde, stimuleert je om ook je kinderen een instrument te laten spelen.
Onderdeel zijn van een familie van hardwerkende arbeiders kan je vervullen met trots en zelfvertrouwen. Zelfs zuinigheid kan, in combinatie met het vermogen van kleine dingen te genieten, iets zijn om met trots door te geven: ‘Mijn moeder wist met weinig geld heerlijk te koken, waarom zouden we dure ingrediënten kopen?’
Helaas zijn ongeschreven familieregels en -tradities soms ook een last. Bijvoorbeeld: wij zijn al generaties lang goede artsen; wie ben ik dan om een ander beroep te kiezen? Of: mijn ouders zeggen ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’; kan ik dan wel trouwen in een Frans kasteeltje? En mag ik tevreden zijn als thuisblijfmoeder, terwijl in mijn familie alle vrouwen carrière maken?
Verticale loyaliteit
Waarom hebben familiewaarden nog zoveel invloed op ons? Ook als we allang uit huis zijn en onze eigen weg zijn gegaan, houden we nog rekening met de belangen en verwachtingen van onze ouders.
Dat heeft te maken met een van de belangrijkste drijfveren in menselijke relaties: loyaliteit. Een begrip dat in de jaren zestig in de psychologie werd geïntroduceerd door de Hongaars-Amerikaanse psychiater Ivan Boszormenyi-Nagy en tegenwoordig tot de grondbeginselen van de gezinstherapie hoort.
In ons dagelijks leven worden we voortdurend gestuurd door grote en kleine loyaliteiten. Loyaliteit in zelfgekozen, wederkerige relaties – zoals die met vrienden, partners, collega’s en zelfs de groenteboer – noemt Boszormenyi-Nagy horizontale loyaliteit.
Hoe sterker we ons verbonden voelen met mensen, des te sterker onze loyaliteit is: we doen ons best om te voldoen aan hun verwachtingen en houden rekening met hun belangen. En mochten we te weinig terugkrijgen voor onze inspanningen, dan kunnen we er altijd voor kiezen om de relatie te verbreken.
Van een heel andere orde is verticale loyaliteit: die tussen ouder en kind. Al onze keuzes -– van onze carrière tot onze partnerkeuze -– worden gekleurd door de wens om aan ouderlijke verwachtingen te voldoen, stelde Boszormenyi-Nagy. Zelfs als we vastbesloten zijn het anders te doen dan onze ouders. Dat is de onontkoombare druk van verticale loyaliteit.
De kracht van familieverhalen
Lees verderDoordat de existentiële band tussen ouder en kind nooit ongedaan gemaakt kan worden, blijft de loyaliteit aan onze ouders onvoorwaardelijk en altijd aanwezig.
Hoe slecht onze ouders ons misschien ook behandelen, of hoezeer we ze ook verafschuwen. Zelfs als je ouders allang dood zijn, of als je alle contact hebt verbroken en naar de andere kant van de wereld bent verhuisd, blijf je een kind van je ouders.
De loyaliteit tussen ouder en kind gaat niet alleen om trouw aan elkaar, zegt psychiater Ivan Boszormenyi-Nagy. Het gaat om het geven en ontvangen tussen generaties. In zelfgekozen relaties is de balans tussen geven en nemen ongeveer gelijk, maar in verticale relaties niet.
In eerste instantie geven ouders veel meer aan hun kinderen dan andersom: ze dragen alle verantwoordelijkheid en stoppen tijd, geld en energie in de verzorging van hun kinderen.
Volgens Boszormenyi-Nagy beseft een kind dat het zijn leven te danken heeft aan zijn ouders, en wil het daar iets voor terugdoen. Het betaalt zijn ouders terug op zijn eigen manier.
Een baby beloont zijn ouders door naar ze te lachen, een schoolgaand kind doet zijn best om een goed rapport mee naar huis te kunnen nemen, het troost zijn moeder als ze verdrietig is, of maakt een tekening voor zijn vader die met griep in bed ligt. Kinderen willen graag dat hun ouders trots en tevreden zijn.
Loyaliteitsconflict
Zelfs als we volwassen zijn, willen we onze ouders niet teleurstellen. Verticale loyaliteit werkt door in de normen en waarden waarmee we ons leven vormgeven. Onze keuzes worden gekleurd door wat we van huis uit hebben meegekregen aan opdrachten en verwachtingen.
Dat ‘erfgoed’ kun je stimuleren, in de vorm van een legaat: iets wat mag. Van je moeder kreeg je bijvoorbeeld een grote liefde voor muziek mee, wat je sterkt in je keuze voor een onzeker bestaan als muzikant.
Maar de opdrachten en verwachtingen kunnen ook behoorlijk dwingend zijn en je eigen belangen en wensen in de weg zitten; dan spreken we van een delegaat: iets wat ‘moet’.
Het familiebedrijf gaat bijvoorbeeld al eeuwen over van vader op zoon, en je ouders verwachten dat je daarin meegaat, terwijl je liever naar het conservatorium zou gaan.
Sommige delegaten zijn min of meer expliciete opdrachten – ‘zet opa’s levenswerk voort’, ‘verbeeld je niet dat je beter bent’, ‘zorg dat je ons niveau handhaaft’ – waartegen je als kind nog min of meer bewust in opstand kunt komen.
Laat familiepatronen los – maak je eigen keuzes
- Herken én doorbreek je belemmerende familiepatronen
- Ontdek hoe je je eigen pad kunt bewandelen en voel je vrijer
- Inspirerende video’s en opdrachten onder begeleiding van een contextueel therapeut
69,-
Maar wat als een opdracht nauwelijks uitgesproken is? Vaak voelen kinderen best dat er iets van ze werd en wordt verwacht. Maar hoe weerspreek je iets wat nooit hardop wordt gezegd?
Het verraderlijke aan opdrachten van de familie is dat je ze vaak niet waarneemt als wensen van anderen, maar als iets wat voortkomt uit jezelf, schrijft de Duitse psycholoog en gezins- en familietherapeut Sandra Konrad in haar boek Het zit in de familie (2014).
Als dat past, is dat prima, zegt ze. ‘Maar als deze opdrachten niet of niet meer bij je passen, kan het zijn dat je eronder lijdt. Het kan zelfs leiden tot een existentiële crisis, waarin je gaat twijfelen aan je hele leven.’
Vrije keuze
Iedereen is dus loyaal aan zijn ouders. Maar als je ouders bijvoorbeeld weigeren je partner te accepteren, of zich verzetten tegen je persoonlijke dromen en ambities, is het tijd om je delegaten en andere psychologische erfenissen te onderzoeken.
En dat is ook een goed idee als je merkt dat je bepaalde keuzes niet durft te maken omdat je bang bent je ouders teleur te stellen, of als je vaak niet weet wat je wilt.
Zodat je op een goed moment kunt zeggen: ‘Ik begrijp wat jullie willen en waarom, maar ik wil mijn leven op mijn manier inrichten.’
Bewust van de invloed van je ouders en de opdrachten en verwachtingen die ze meegaven, maar vrij om je eigen keuzes te maken. De mooie familieregels kun je blijven eren en doorgeven, de regels die niet (meer) bij je passen mag je laten gaan.
Meer verdieping?
Psychologie Magazine ontwikkelde training Laat familiepatronen los samen met contextueel therapeut Gerrie Rijersen-van Buuren. Hierin ontdek je welke familiepatronen een rol spelen in jouw leven en hoe je deze kunt doorbreken, zodat je uiteindelijk meer jezelf kunt zijn.
Kind in de verkeerde rol
Soms wordt de loyaliteit van een kind naar de ouders toe overbelast. Dat gebeurt bijvoorbeeld als een kind het huishouden draaiende houdt omdat de ouders regelmatig met een kater in bed liggen; of wanneer een moeder haar relatieproblemen met haar kind bespreekt.
Dat wordt parentificatie genoemd: het kind krijgt een rol toebedeeld die niet past bij zijn leeftijd en ontwikkelingsniveau. Parentificatie leidt ertoe dat een kind zo bezig is met de wensen en behoeften van zijn ouders dat hij ook op latere leeftijd niet goed weet wat zijn eigen behoeften zijn.
Loyaliteitsconflict
De verticale loyaliteit, dus tussen ouder en kind, botst soms met onze loyaliteit aan andere relaties. Zo’n loyaliteitsconflict is vaak klein en alledaags. Je partner neemt je bijvoorbeeld decadent mee uit eten, terwijl je van je vader altijd hebt geleerd om zuinig te zijn.
Je voelt je dan misschien een beetje ongemakkelijk, en vertelt het liever niet aan je vader. Duidelijker voelen we het als we tegen een goede vriendin klagen over het gezeur van onze moeder.
Zegt die vriendin vervolgens: ‘Inderdaad, wat is jouw moeder toch een zeur.’ Dan zijn we direct geneigd onze moeder te verdedigen, terwijl we haar zojuist zélf een zeur hebben genoemd. Dat raakt aan onze wortels, en dus aan onszelf.
Na een scheiding kan een kind last hebben van gespleten loyaliteit: loyaal zijn aan de ene ouder betekent voor zijn gevoel tegelijkertijd ontrouw zijn aan de ander. Een onmogelijke keuze voor een kind. Een andere mogelijkheid is om voor één ouder te kiezen en de ander los te laten: mama is lief en papa is slecht, en ik wil niets meer met hem te maken hebben.
Dan gaat de loyaliteit aan de vader ondergronds verder. Een kind kiest bijvoorbeeld onbewust hetzelfde beroep als zijn vader had, of bewaart een foto van zijn vader onder het matras.