In onze hersenen zitten bepaalde stofjes die een groot stempel drukken op onze persoonlijkheid, blijkt uit veel onderzoek. De vier belangrijkste zijn volgens antropologe en relatie-expert Helen Fisher de hormonen dopamine, serotonine, testosteron en oestrogeen.
Liefdestest: welk type ben je in de liefde?
Bepaalde genen die invloed hebben op ons dopaminesysteem in de hersenen zijn verbonden met persoonlijkheidskenmerken als nieuwsgierigheid, verhoogde energie en optimisme. Mensen die bepaalde genen hebben geërfd in het serotoninesysteem zijn juist kalm, behoedzaam en sociaal.
Het hormoon testosteron bepaalt hoe analytisch en competitief we zijn, en oestrogeen maakt ons juist gevoelig, emotioneel intelligent en goed in taal. Op basis van al het wetenschappelijk onderzoek dat is gedaan naar de eigenschappen die deze vier hormonen ons geven, ontwikkelde Fisher vier verschillende persoonlijkheidsdimensies: de Bouwer, de Verkenner, de Regelaar en de Onderhandelaar.
Fisher vermoedde dat de hoeveelheid van deze stofjes in onze hersenen niet alleen onze persoonlijkheid kleuren, maar bovendien een grote rol spelen voor welke persoon we als een blok vallen. Om dat te testen liet ze miljoenen bezoekers van een bekende Amerikaanse datingsite een vragenlijst invullen. Vervolgens keek ze met welk type deze persoonlijkheidstypes uiteindelijk een relatie kregen: was dat hun eigen type, of juist een tegenovergesteld type?
Beide, zo bleek. Terwijl de stoere Regelaar en de intuïtieve Onderhandelaar op elkaar vallen, zoeken de avontuurlijke Verkenner en de stabiele Bouwer vooral iemand die op zichzelf lijkt.
De meeste mensen hebben twee types die eruit springen: je primaire en secundaire type. Ook je secundaire type zegt iets over het type waarop je valt.
Training Houd me vast (voor jou en je partner)
- Leer elkaar écht zien en begrijpen
- Ontdek hoe jullie pijnlijke momenten uit het verleden kunnen loslaten
- Officiële Emotionally Focused Therapy (EFT) training van Sue Johnson
- Met het boek Houd me vast van Sue Johnson
195,-
We neigen dus van nature meer naar bepaalde types. Fisher vermoedt bovendien dat deze combinaties ook harmonieuzer zijn, maar dat is stof voor verder onderzoek. Slechte combinaties bestaan in elk geval niet, zegt ze. Elke combinatie heeft namelijk zijn eigen goede en slechte momenten.
Credits: Helen Fisher, ‘Waarom hij? Waarom zij?’, Uitgeverij Contact