Vrouwen zijn niet dommer dan mannen. Ook niet slimmer, trouwens. Maar vrouwen zijn wel anders dan mannen. Sleutelen aan een auto vinden ze moeilijk en oninteressant; vriendinnen troosten noodzakelijk en eigenlijk best leuk.
Hoe kan het dat vrouwen zo verschillen van mannen? De Amerikaanse neuroloog Louann Brizendine is daar heel stellig over: het verschil ligt in het brein. Deze maand verschijnt haar boek De vrouwelijke hersenen. Sekseverschillen in het brein ontstaan al vroeg, legt Brizendine uit, en die verschillen blijven zich ontvouwen totdat we doodgaan. Het leven van een vrouwenbrein in zes fasen.
De geboorte van een breintje
Een vers embryo heeft geen brein. De ontwikkeling van de hersenen begint twee weken na de bevruchting voorzichtigjes met het vormen van de neurale buis: een met vloeistof gevulde langwerpige holte. Uit deze neurale buis ontstaat een week later een primitief breintje en het ruggenmerg. Op dit punt zijn er geen verschillen tussen mannen en vrouwenhersenen; alle embryobreinen zien er vrouwelijk uit. Je zou kunnen zeggen dat ‘vrouwelijk’ de standaardinstelling van de menselijke hersenen is.
De differentiatie van een uniseks brein naar een mannelijke variant vindt plaats in de achtste week na de bevruchting. Dan produceren de mannelijke foetussen namelijk een vrachtlading