Over die vraag, ook wel bekend als de facial feedback-hypothese, discussiëren wetenschappers al jaren. In een baanbrekende studie vonden proefpersonen strips grappiger als ze een pen tussen hun tanden klemden (wat de glimlachspieren zou aanspannen). Maar dat onderzoek kon niet gerepliceerd worden. Toch bleek uit een meta-analyse uit 2019 dat gezichtsuitdrukkingen wel degelijk invloed hebben op emoties, zij het klein.
Om te bepalen hoe het nu écht zit, richtte Stanford-onderzoeker Nicholas Coles de Many Smiles Collaboration op. Deelnemers uit 19 landen moesten in een onderzoek blij of neutraal kijken. Sommigen bootsten daarbij acteurs na; anderen klemden een pen tussen hun tanden (gelukkige gezichtspose) of lippen (neutrale gezichtspose); weer anderen kregen instructies over hoe ze hun gezichtsspieren moesten aanspannen. In elke groep kreeg de helft vrolijke beelden (kittens, regenbogen) te zien en de andere helft een grijs scherm.
Zie daar: een glimlach zorgde wel degelijk voor een toename van geluksgevoelens. Alleen bij de pen-tussen-de-tanden-techniek was het effect niet betrouwbaar. Coles: ‘Die pose lijkt waarschijnlijk niet genoeg op glimlachen. Het activeert ook spieren die betrokken zijn bij tandenknarsen.’ Maar de andere technieken werkten wél, ook als de proefpersonen geen vrolijke beelden zagen terwijl ze met hun gezicht moesten lachen. Dat bewijst volgens Coles onomstotelijk: een glimlach versterkt geluksgevoelens niet alleen, maar kan ze ook daadwerkelijk opwekken.