Wie? Heleen Peverelli
Wat? Cursus tegen vliegangst
Waar? Stichting VALK, www.valk.org
Training Van angst naar lef
- Leer hoe angst in je lichaam en brein werkt
- Maak een persoonlijk stappenplan voor het overwinnen van angsten
- Met technieken om paniekgevoelens weg te nemen
45,-
Ooit zat ik een hele vlucht vanuit Brazilië vastgeklampt aan mijn stoel, omdat ik niet wilde riskeren dat het vliegtuig naar één kant zou overhellen als ik zou opstaan. Ik houd standaard de gezichten van de stewardessen in de gaten, om te kijken of ze niet in paniek zijn. Elk halfuur houd ik er eentje staande: ‘Het vliegtuig trilde, is dat wel goed?’ De laatste jaren slik ik een rustgevend pilletje. Daardoor wéét ik nog wel dat we uiteraard gaan neerstorten, maar ik voel het minder.
Ik ben een klassiek geval, blijkt als ik mijn medecursisten ontmoet. We lachen hard om onze eigen redeneringen en ik ontdek angsten waar ik zelf nog niet opgekomen was: zo blijkt iemand bang te zijn dat de business class alle verse lucht als eerste krijgt, en dus opmaakt.
Gelukkig ondermijnt de cursusleider, piloot en psycholoog Lucas van Gerwen, al onze irrationele gedachten met fijne feitjes. Wist u bijvoorbeeld dat de lucht in het vliegtuig elke drie minuten wordt ververst? ‘Dat gebeurt bij jou in de slaapkamer niet, hoor.’ En dat een vliegtuig 2,5 keer de maximaal gemeten turbulentie aankan? En dat er vorig jaar wereldwijd slechts 425 mensen zijn omgekomen bij vliegtuigcrashes, terwijl er alleen al in Nederland jaarlijks 1200 mensen sterven door een auto-ongeluk?
We leren dat het helemaal geen zin heeft om alle geluiden in het vliegtuig in de gaten te houden, want 99 procent van onze interpretaties is onjuist. Dat piepje is dus niet een teken van de piloot dat de motor is uitgevallen, maar de heteluchtoven waarmee het eten wordt opgewarmd.
Helemaal opgelucht door deze nuchtere feiten gaan we onze angsten aanpakken op het lichamelijke niveau. In de vliegtuigstoelen die in de cursusruimte staan opgesteld, doen we ontspannings- en ademhalingsoefeningen, terwijl we in gedachten een vlucht maken.
Toch nog lichtelijk zenuwachtig begeven we ons daarna naar de bestemming waar we allemaal naar uit- (of tegenop) gekeken hebben: Schiphol. Daar krijgen we een rondleiding door een vliegtuig – door de kenners steevast ‘kist’ genoemd – en mogen we allerlei domme vragen stellen. Ik leer dat ik al die tijd voor niets heb gespeurd naar roest op de vleugels, want dat is slechts beplating. De hele boel mag eraf vallen, en het vliegtuig vliegt rustig door.
In de simulator wordt een hele vlucht nagebootst. Je voelt het vliegtuig over drempels rijden, je wordt in je stoel gedrukt bij het stijgen en ook al weet ik dat het niet echt is, toch klamp ik me onwillekeurig vast aan de stoelleuning bij de ‘turbulentie’. Maar ik doe mijn ontspanningsoefeningen en mompel zachtjes voor me uit: ‘Turbulentie is een comfortprobleem, geen veiligheidsprobleem.’
En dan is het tijd voor het sluitstuk: een ware vlucht. De bestemming is Parijs en in het vliegtuig blijkt hoe ver iedereen is gekomen. Sommige cursisten zijn geheel zorgeloos. Sterker nog: sommigen vinden het leuk! Als mijn buurjongen wit wegtrekt en zweethanden krijgt, draagt Lucas hem op door het vliegtuig te lopen. ‘Hersenactiviteit – bewegen, lezen, praten, puzzelen – haalt de aandacht weg van irrationele gedachten.’
Als ik tijdens de landing in de cockpit mag zitten bij twee aardige, bruinverbrande piloten die de hele tijd ‘check’ zeggen, ben ik compleet gelukkig. Zo blij als een kind kom ik uit het vliegtuig. Zou ik nu eeuwig vliegangstvrij zijn? De cursus heeft een hoog slagingspercentage, vertelt Lucas: bij 96 procent van de cursisten is de angst blijvend verminderd.
Een week later vlieg ik op eigen gelegenheid naar Londen. Het gaat echt beter: ik vraag in totaal maar drie keer aan mijn medereizigster of ze deze bewegingen normaal vindt, en ik grijp me slechts één keer in lichte paniek aan de stoel vast. Maar ik vind vliegen toch leuker als Lucas erbij is.