‘Automobilist door het lint: twee zwaargewonden’. Een krantenkop uit de Volkskrant van 30 december 1999. Nog een bericht uit diezelfde krant: ‘Vier zwaargewonden na ruzie op snelweg. Een ruzie in het verkeer heeft woensdagavond op de A58 bij Best een ernstig ongeluk veroorzaakt.’ De ruzie tussen de automobilisten was zo hoog opgelopen dat ze hun auto’s midden op de snelweg tot stilstand hadden gebracht. ‘Een achteropkomende automobilist reed er met een snelheid van honderd kilometer per uur bovenop.’ Het bericht kreeg in de media de nodige aandacht.
De hinder die de samenleving ondervindt van agressie in het verkeer, staat vreemd genoeg in geen verhouding tot de hoeveelheid empirisch onderzoek naar dit onderwerp. De schaarse onderzoeken die in Nederland zijn uitgevoerd laten desalniettemin zien dat agressie in het verkeer een veelvoorkomend en alledaags verschijnsel is. De Leidse psycholoog Hauber vond 25 jaar geleden al dat bij het naderen van een zebrapad maar liefst 25 procent van de automobilisten vloeken, schreeuwen, naar hun voorhoofd wijzen of zich anderszins asociaal gedragen ten opzichte van overstekende voetgangers.
Meer recent onderzoek van het Verkeerskundig Studie centrum in Groningen en de anwb laat zien dat 36 procent van de verkeersdeelnemers zegt regelmatig of vaak het doelwit te zijn van agressief gedrag van andere weggebruikers, meestal automobilisten (zie kader). Hierbij gaat het vooral om snijden bij het inhalen, op de vluchtstrook rijden en bumperkleven. Bovendien vond de meerderheid van de ondervraagden dat de mentaliteit op de weg in de vijf jaren voorafgaand aan het onderzoek, aanzienlijk was verslechterd. Agressie in het verkeer lijkt toe te nemen.