‘Jeetje! Ga ik naar de wc, vergeet ik een tampon mee te nemen. Terwijl ik hartstikke ongesteld ben.’ Ik laat een tampon – maatje super plus – zien aan mijn verblufte mannelijke kantoorgenoot.
De mooiste lezersverhalen over schaamte
Heb je ooit iets gedaan – of juist nagelaten – waardoor je wel in de grond kon zakken van schaam...
Lees verderWe kennen elkaar drie maanden. Hij lacht breed, maar voelt zich ongemakkelijk. Ik zie het aan zijn wegkijkende ogen en zijn wat stijve bewegingen.
Gniffelend loop ik naar de wc. Waarschijnlijk heb ik hem meer informatie gegeven dan hij prettig vond. En dat was precies de bedoeling. De komende week ga ik proberen mezelf zoveel mogelijk bloot te geven.
Ik ben op zoek naar het antwoord op de vraag: hoeveel intieme informatie kunnen we van elkaar verdragen? Wanneer overschrijden we de grens, en waar wordt die door bepaald? Ga er maar even goed voor zitten, want de kans bestaat dat ook jij meer over mij te weten komt dan je prettig vindt.
Elkaar gezichtsverlies besparen
Hoe aardig of interessant we elkaar ook vinden, we hoeven niet alles van elkaar te weten, lees ik in onderzoek naar too much information van managementonderzoeker Kirsten Martin van de Catholic University of America. De hoeveelheid persoonlijke informatie die we van iemand kunnen verdragen, hangt af van de relatie die we met diegene hebben.
Een vuistregel is: hoe dichter iemand bij je staat, hoe meer hij of zij kan verdragen. Je moeder kun je dus wel vertellen van je ergernis over je schoonmoeder, maar je baas vindt dat misschien te veel van het goede.
Wat je vertelt moet volgens Martin voor beide partijen interessant zijn, en bovendien voldoen aan sociale normen die tussen hen gelden. Tussen werkgevers en werknemers worden doorgaans geen intimiteiten gedeeld – tenzij ze natuurlijk ook goede vrienden zijn.
Volgens de ‘face-theorie’ van de Canadese socioloog Erving Goffman communiceren we meestal indirect. Dat we niet alles rechtstreeks zeggen heeft een reden: we willen de relatie met de ander prettig houden. En daarom hoor je niet zo vaak: ‘Wil je stoppen met je gezeur?’ maar wel: ‘Kunnen we later verder praten?’
Dat komt doordat mensen elkaars face, gezicht, niet willen schenden, zegt Susanne Gerritsen, trainer en docente communicatieve vaardigheden aan UvA.
‘We zitten allemaal op een apenrots. We willen dingen bereiken die misschien niet leuk zijn voor een ander, maar we moeten daarna wel samen verder. Dus moeten we ons sociaal gedragen en bepaalde principes respecteren. Zoals die van respect, gelijkwaardigheid en eigen ruimte: de drie aspecten van face.
Als een van die drie in het geding komt, laat je iemand gezichtsverlies lijden. Dus blijven we beleefd, geven niet graag kritiek of vertellen iets dat belastend is voor de ander, zoals te veel persoonlijke informatie waar hij of zij zich geen raad mee weet. In dat laatste geval maak je een sociale fout.’
Stukje uit mijn neus
‘Precies, dat doe jij altijd!’ roept een vriendin die ik van de face-theorie vertel. Want hoewel ik me doorgaans behoorlijk sociaal wenselijk gedraag, balanceer ik graag bewust op de grens – door juist persoonlijke details te geven.
Ik roep graag hardop uit hoe ik me voel, ook tegen relatieve vreemden. En dat ik aan mijn collega’s soms te veel over mijn partner vertel, kan ik zien aan hun ontwijkende blikken.
Zouden mensen het verschil eigenlijk wel merken, als ik dit experiment uitvoer? Ik heb het volgens sommige vriendinnen regelmatig over mijn wc-perikelen.
Mijn geliefde bood ik onlangs een stukje uit mijn neus aan, om te kijken wat zijn reactie was. En collega’s val ik lastig met verhalen van huiselijke ruzies over het verplaatsen van spullen.
Toch bekruipt me, hoe meer ik erover nadenk, nog een heel ander gevoel. Angst. Gêne. Een zeurend gevoel in mijn buik. Niet zo gek, gezien de face-theorie: ik ga mensen bewust gezichtsverlies bezorgen door sociale grenzen te overschrijden. Daarbij kom ik waarschijnlijk wel heel raar over – en dat is lang niet zo leuk als een béétje raar.
Eerlijk gezegd vond ik de dingen die ik hierboven schreef al best lastig om met je te delen. Vooral van dat stukje uit mijn neus. En poepen, dat doe ik normaal nooit, als echte vrouw. En stel je het alsjeblieft niet voor.
Walgelijke onderwerpen
Ik vraag mijn collega – die van de tampon – later op de dag voorzichtig of hij het niet raar vond, dat ik zo open vertelde over mijn menstruatie. Hij begint te stotteren.
‘Ja, nou ja, ehm… ik heb ook een vrouw… Maar ik vond het wel vreemd, eerlijk gezegd. En eigenlijk dacht ik dat je me duidelijk wilde maken dat je nog niet in de menopauze zit.’ Die zit. Over te veel informatie gesproken.
Ik leg hem uit dat ik met een experiment bezig ben, en hij knikt braaf, maar tot mijn schrik kom ik er de volgende dag achter dat hij het aan zijn vrouw heeft verteld. Die letterlijk heeft geroepen: ‘Díé is raar!’ Mijn angst is dus gegrond.
Geen wonder, vindt Catrin Finkenauer, relatieonderzoeker aan de VU. ‘Als je sociale grenzen overschrijdt, geef je een signaal af: deze relatie is intiem, of intiemer, geworden. Je collega denkt verrast: “Hé, plots ben ik van een kennis in een goede vriend veranderd.”
Want over je menstruatie vertel je eerder aan een vriendin dan aan een collega. Er komt ook nog bij dat thema’s als bloed, poep en zweet ook morele en sociale walging oproepen. Mensen hebben, niet verbazingwekkend, de neiging veel van deze onderwerpen te vermijden, in het dagelijks leven en in relaties.’
Impressiemanagement
Door meer over jezelf te vertellen kun je dus ongewild aan relaties sleutelen. Maar je kunt het ook juist bewust doen: strategisch informatie geven om de indruk die anderen van je hebben, te beïnvloeden.
‘Impressiemanagement’ noemt Finkenauer het. ‘Als je bijvoorbeeld in een sollicitatie competent wilt overkomen, vertel je over successen en niet over je laatste blunder.’
Nu begin ik ook te begrijpen waarom ik – vrijwillig – over sociale grenzen heen ga. Voor mij is dat een vorm van impressiemanagement: laten zien dat ik ‘grappig’ en spontaan ben.
‘Een andere vuistregel bij het uitwisselen van intieme informatie is dat hoe meer ik jou over mezelf vertel, hoe beter onze relatie wordt,’ zegt Finkenauer. ‘We noemen dat mutual transformation, want het werkt ook andersom: hoe beter je relatie is, hoe meer je over jezelf vertelt.’
Dat is waarom vriendinnen tot in het eindeloze allerlei persoonlijkheden uitwisselen. Het versterkt hun vriendschap. Exclusieve persoonlijke details zijn speciale cadeautjes om een speciale relatie te definiëren. De mate waarin je jezelf blootgeeft, is ook een indicator voor de graad van intimiteit.
Vandaar dat ik aarzelde welke mannen ik in mijn experiment zou betrekken, besef ik nu. Want een vrouw die opeens over intieme zaken begint – wíl die niet iets van je? En zo’n indruk is misschien helemaal niet zo makkelijk recht te zetten. Hoe harder je roept dat het een grapje was, hoe minder je wordt geloofd.
Hoe reageert de familie?
Tijd om mijn familie in het experiment te betrekken. Want als ik het goed begrijp, kan ik tegen mensen met wie ik de hechtste relatie heb, ook het meeste zeggen. Toch voel ik een angstige steek in mijn buik.
‘Mam…,’ zeg ik na een familie-etentje in het weekend. ‘Weet je wat Poul vannacht in bed wilde doen? Hij’ – Godzijdank is mijn moeder assertief, en stopt ze me voordat ik in details kan treden. ‘Dat hoef ik niet te weten, Naat!’ Ze klinkt net iets harder dan normaal. Ah, duidelijk. Gelukkig maar.
Het volgende slachtoffer is mijn zus, die in de keuken koffie maakt. ‘Ik wil je iets vragen over seks,’ zeg ik ernstig. Ze stopt midden in een beweging, en kijkt me onderzoekend aan.
‘Ben je serieus?’ Terwijl ik mijn lachen probeer te verbijten, zet ze bij wijze van zuurstofmasker haar hand over haar neus en mond en begint diep adem te halen. ‘Misschien dat ik het aankan met extra zuurstof.’
Bevrijd jezelf van oude pijn
- Ontdek hoe oude ervaringen nu nog meespelen in je keuzes en gedrag
- Verwerk je mentale pijn met bewezen effectieve technieken
- Ervaar meer innerlijke rust, zelfvertrouwen en vrijheid
69,-
Hoe goed de relatie met mijn moeder en zus ook is, juist aan hén too much information geven vond ik het engst van allemaal. Relatieonderzoeker Finkenauer begrijpt waarom: ‘Relaties waarin je het eng vindt om jezelf meer bloot te geven dan voor je gevoel gepast is, zijn waarschijnlijk erg belangrijk voor je.
Wat ook kan meespelen is dat je zélf misschien niet intiemer wilt worden. Op een gegeven moment in je leven neem je meer afstand van je moeder, en het is de vraag of je haar wilt uitnodigen om opnieuw dichterbij te komen.’
Leeglopen tegen een onbekende
Hoe zit het eigenlijk met onze ontboezemingen op sociale media? Daar staan we in contact met mensen met wie we heel verschillende relaties hebben, en soms zelfs onbekenden.
Toch zijn er mensen die zonder aarzelen verslag doen van hun eczeem, hun vrijpartij in cowboylaarzen, of het feit dat ze op dit moment onderbroekloos tv-kijken.
Volgens Kirsten Martin komt dat doordat gebruikers van sociale media veel ‘informatiefrictie’ ervaren. En hoe meer frictie de informatie bezit, hoe moeizamer ze zich verspreidt. Als mensen het idee hebben dat iets ‘onder ons’ blijft, vertellen ze het makkelijker.
Ook fysieke afstand, lawaai, hoeveelheid informatie en de complexiteit ervan dragen bij aan de hoeveelheid frictie. In een e-mail of op een goed beveiligde Facebookpagina, maar bijvoorbeeld ook in gedimd licht, hebben we het gevoel dat onze privacy is gewaarborgd.
Nog een mogelijke reden is het ‘stranger-on-the-train-effect’. Dat fenomeen verklaart waarom we soms ons hele gevoelsleven blootleggen tegen een vreemde die toevallig naast ons zit in het vliegtuig: een toevallige medepassagier staat los van je netwerk, waardoor je je minder geremd voelt intieme dingen te vertellen.
Volgens hoogleraar communicatiewetenschappen Patti Valkenburg, die aan de UvA onderzoek doet naar sociale media, is dat effect mogelijk een oorzaak van het feit dat mensen zich via sociale media soms gemakkelijker uiten. Al moet gezegd worden dat sommige andere onderzoekers twijfelen aan het bestaan van dit fenomeen.
En helaas: waar het sociale media betreft, is ons gevoel van privacy vaak onterecht. Voor je het weet, word je door je baas aangesproken over die dronken foto op Facebook. Of deelt iemand jouw intieme bericht met zíjn honderden contacten.
Koekje van eigen deeg
‘Ik weet niet of je moet doorgaan met je experiment,’ zegt VU-onderzoeker Catrin Finkenauer bezorgd wanneer ik haar inlicht over mijn ervaringen. ‘Het lijkt me heel onaangenaam. En ik kan me voorstellen dat je de mensen om je heen onzeker maakt.
Je verandert de relatie, en dwingt ze erover na te denken of ze dat wel willen. Er geldt een sterk gevoel van wederkerigheid in relaties: wat je krijgt, moet je ook geven. Ik zou héél goed aan mijn omgeving uitleggen waarom je dat doet.’
Aan het eind van de week ben ik blij dat mijn experiment afgelopen is. Niet alleen vanwege de koekjes van eigen deeg – ‘Hee Naat, plas jij ook altijd onder de douche?’ – maar ook omdat ik gewoon niet raar gevonden wil worden, of zelfs walgelijk.
Hoewel. Een goede vriendin vraagt of ze onderdeel is geweest van het experiment. ‘Ach! Heb ik je lastiggevallen met mijn menstruatie?’ grap ik. Ze zegt van niet. En vraagt bezorgd of we dan eigenlijk wel zulke goede vriendinnen zijn.