Sciencefiction

Veertig jaar na The terminal man is het implanteren van elektroden in hersenen bijna een routineklus. Wereldwijd lopen ruim tachtigduizend mensen rond met elektroden in hun hoofd ­tegen hevig trillen door bijvoorbeeld parkinson. Ook psychische stoornissen als dwangklachten, depressie en verslaving lijken beheersbaar met deze techniek. Dankzij één druk op een knop wast een patiënt met een dwangstoornis niet meer tien uur per dag zijn handen, maar nog slechts een uur.

Een wondermiddel dus?

Ja en nee, want er komen geregeld ongewenste bijwerkingen voor: sommige patiënten randen verplegers aan, ontwikkelen grote gokschulden of doen een zelfmoordpoging.

Ook in het boek van ­Michael ­Crichton gaat het mis: Harry Ben­son ontspoort. Door over­stimulatie ontwikkelt hij meer en meer agressieve ­gevoelens. Harry ontsnapt uit het ­ziekenhuis en laat een gruwelijk spoor van geweld achter. Crichton deed zijn inspiratie op als student ­geneeskunde aan Harvard, waar hij over experimenten met diepe hersenstimulatie hoorde.

Wat is het probleem met diepe hersenstimulatie?

Ieder mens, en dus ook ieder brein, is uniek. Er is daarom geen vooraf bepaalde ­stimulatie-instelling die voor ­iedereen direct werkt. Bovendien ­stimuleren de elektroden een heel netwerk van hersengebieden, dus ook het omringende gebied wordt geprikkeld.

Daarom kan

Log in om verder te lezen.