Christine Bosch (36) was 5 jaar in psychoanalyse
‘De therapeut zei alleen maar “hmm” of “ja”’
Rond mijn twintigste kreeg ik de diagnose dysthyme stoornis, ofwel chronische neerslachtigheid. Zelf vind ik het mooier om te zeggen dat ik een melancholische aard heb. Het zit in mijn familie; mijn overgrootmoeder kon dagenlang somber voor zich uitstaren. Ik kreeg hulp in de vorm van cognitieve therapie, waardoor ik mijn studie goed doorkwam. Maar vanbinnen bleef er iets broeien.
Zo werken EMDR en de nieuwe therapieën brainspotting en VSDT
De therapeut zwiept met een vinger en wég is je trauma, fobie of depressie. EMDR is dertig jaar gel...
Lees verderDe sombere aanvallen werden heftiger toen mijn vriend en ik onze boekwinkel moesten sluiten wegens tegenvallende inkomsten. Ik kreeg steeds vaker negatieve gevoelens die zich buiten mij om leken te vormen. Doodeng vond ik het, want ik had er geen grip op. Ik begon met psychotherapie, maar ging na een paar jaar bij dezelfde therapeut over op psychoanalyse. Door dieper in mijn verleden te duiken en te kijken hoe ik mij als persoon ontwikkelde, hoopte ik mezelf en mijn emoties beter te gaan begrijpen.
Tijdens de eerste sessies was ik onzeker. Ik lag heel hard te denken wat ik zou gaan zeggen. Deed ik het wel goed? Het voelde ongemakkelijk en egocentrisch om het de hele tijd over mezelf te hebben. Mijn psycholoog zei alleen maar “hmm” of “ja”, stelde soms een vraag of legde een verband. Doordat ze nooit bevestigde of ik het goed of fout deed, kon ik die onzekerheid uiteindelijk loslaten. Zo kwam er ruimte om al mijn emoties te delen, zonder me te hoeven verantwoorden. Heel bevrijdend. Ik was altijd heel bang om “slechte dingen” te denken, maar mijn psycholoog vertelde ik alles. Mooie én lelijke gedachten. En wat ik ook zei, ze bleef zitten; er veranderde niks in ons contact. Daardoor kreeg ik vertrouwen.
Tijdens de analyse heb ik een knoop kunnen doorhakken over mijn kinderwens. Ik leerde dat ik daarvoor de tijd mocht nemen, want zoiets kun je niet met je verstand beslissen. Door mijn twijfels toe te laten, kon ik voelen dat ik toch vooral géén kinderen wil. Mijn man heeft zich toen laten steriliseren.
Ook ben ik door de therapie gaan schrijven. Een meisjesdroom die eerder geen werkelijkheid werd, omdat ik niet durfde. Ik vond mezelf niet goed genoeg. Tijdens het praten daarover stelde mijn psycholoog een van haar scherpe vragen: “Schrijver worden, moet je daar niet voor oefenen?” Die opmerking opende mijn ogen, juist omdat ze verder weinig zei. Ik ben toen een schrijfopleiding gaan doen. Inmiddels draag ik regelmatig mijn poëzie voor en zijn er gedichten van mij gepubliceerd in een literair tijdschrift.
Na vijf jaar kreeg ik zin om het zelf te doen, zonder psychoanalyse. We hebben de sessies toen langzaam afgebouwd. Kort daarna kreeg ik een burn-out. Het was een drukke tijd: we kochten een huis, ik volgde die schrijfopleiding en startte een nieuwe boekwinkel. Toch denk ik niet dat ik te vroeg met de therapie ben gestopt. De analyse heeft me bewuster gemaakt van mijn gevoelens en waar ze vandaan komen. Daardoor kan ik beter omgaan met tegenslag en somberheid. Ik vind mijn emoties minder angstaanjagend en besef dat ook negatieve gevoelens bij het leven horen.’
Arthur Eaton (30) is ruim twee jaar in psychoanalyse
‘Alsof ik nu een landkaart heb van hoe ik in elkaar zit’
In de kleurrijke spreekkamer vol boeken voelde ik me direct op mijn gemak. Hier wilde ik wel op zelfonderzoek. Mijn psycholoog is een statige man, die veel heeft gelezen en veel weet. Dat vind ik fijn, ik kan van hem leren en kijk een beetje tegen hem op.De directe aanleiding om in psychoanalyse te gaan, was een relatiebreuk. Er volgde een sombere, zwarte tijd. Van het grote verdriet daarover kwam ik met mijn therapeut vanzelf bij diepere lagen. Ik ben opgevoed door mijn moeder en haar nieuwe man, die ik als mijn vader beschouw. Zoals bij veel geadopteerde kinderen zit er een alternatief verhaal in mijn achterhoofd: hoe zou het zijn gelopen als mijn biologische vader niet was weggegaan? Je bent het product van beslissingen die vóór je genomen zijn, waar je geen controle over had. Dat zat me in de weg.