‘Het zou bij wet verboden moeten worden dat jonge moeders hun baby afstaan ter adoptie,’ zegt onderzoeker Pien Bos, ‘maar ondanks alle kennis over de gevolgen van adoptie laten we in Nederland nog steeds toe dat kinderen kinderen afstaan.’ Antropologe en pedagoge Bos, verbonden aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht, verrichtte een aantal onderzoeken naar afstandsmoeders. Volgens haar is de band tussen moeder en kind zo sterk, dat je die niet kunt of mag verbreken. De schade is te groot in verhouding tot de oplossing die het lijkt te bieden: ‘Moeders hebben zoveel verdriet als ze hun kind niet kennen. En de drang van geadopteerden om hun biologische wortels te kennen is eveneens levensgroot. De pijn over die leemte zit aan beide kanten heel diep.’
Sinds de jaren vijftig hebben in Nederland in totaal zo’n twintigduizend moeders hun kind afgestaan, zegt maatschappelijk werker Astrid Werdmuller van de Fiom, de organisatie die afstandsmoeders en adoptiekinderen bijstaat. Het hoogtepunt lag rond 1970, met zo’n twaalfhonderd afstandsmoeders per jaar. Werdmuller: ‘Ongehuwd zwanger raken was destijds een grote schande, nog los van het taboe op seksualiteit. De zwangerschap moest koste wat kost verborgen blijven, waardoor jonge meiden verbannen werden naar familie