Een rechtenstudente die anoniem wil blijven: ‘Mijn vader had altijd veel kritiek op me en dat vond ik erg moeilijk. Op jonge leeftijd nam ik me voor om nooit meer fouten te maken. Dan kon immers niemand meer commentaar geven. Op een gegeven moment ging het mijn leven belemmeren. Ik leed erg onder het feit dat ik – in mijn eigen ogen – zo vaak faalde en kreeg steeds minder zelfvertrouwen. Pas later zag ik in dat je je nooit gelukkig kunt voelen wanneer je zo streng bent voor jezelf . Dat zie ik ook bij mijn vader. Hij reageert altijd zo kritisch op mij, omdat hij ook erg kritisch ten opzichte van zichzelf is. Helaas kunnen we daar niet over praten. Ik heb mezelf voorgenomen dat ik mijn best blijf doen, want dat vind ik belangrijk in het leven. Maar ik streef niet meer naar perfectie.’
Rita Kohnstamm is ontwikkelingspsycholoog: ‘Mensen streven naar optimale prestaties, omdat dat plezier en bevrediging schenkt. Als je een prettige vorm van perfectionisme hebt, kun je op een opbouwende manier aan je prestaties werken. Maar wanneer perfectionisme te ver wordt doorgevoerd, is het meestal wat neurotisch. Mensen worden vervelend en lastig door de onbarmhartige kritiek die