‘Dan riep ik tegen hem: zeg jij er nu ook eens wat van!’

Iwedina (80) en Hendrik (85) van der Meulen delen al zestig jaar lief en leed.

Hendrik: ‘Ik zag haar voor het eerst op “de veiling”, zo noemden we het paraderen van de meisjes op zondagmiddag. Ze viel meteen op, met haar prachtige zwarte bos krullen.’
Iwedina: ‘Met vijf vrienden kwam Hendrik op de motor ritjes maken door het dorp. Dat vonden wij meiden erg stoer. Ik viel voor hem omdat hij rustig, lief en knap was.’
Hendrik: ‘Ze leek als twee druppels water op haar tweelingzus, maar ik zag vanaf de eerste dag het verschil.’
Iwedina: ‘Hij kwam spontaan bij me langs op de motor. Ik vroeg nog of hij wel iets met me wilde, want boeren en arbeiders hoorden niet bij elkaar. Maar het maakte hem niks uit dat ik uit een arbeidersgezin kwam.’
Hendrik: ‘Niet lang na ons trouwen kregen we twee dochters. Een hoogtepunt. Maar er veranderde ook veel. We konden minder op stap en de motor moest weg.’
Iwedina: ‘Rond de opvoeding hadden we weleens discussies. Ik stelde regels en hij vond het dan niet zo belangrijk. “Zeg jij er nu ook eens wat van!” riep ik dan. Ik kan me ook ergeren als ik iets vaak moet vragen voordat hij het eindelijk doet. Als ik echt boos ben, loop ik weg. Dan ga ik een ommetje maken.’
Hendrik: ‘Zij is wat emotioneler. Ik maak me niet zo snel druk. Toch probeer je elkaar zoveel mogelijk tegemoet te komen. We hebben niet vaak ruzie.’
Iwedina: ‘In de meeste gevallen vind ik het fijn dat hij zo rustig blijft. Toen onze oudste dochter borstkanker kreeg, lag ik daar wakker van. Op zulke momenten kan ik alleen maar aan het ergste denken. Hij stelt me dan gerust: laten we het stap voor stap bekijken, zo ver is het nog niet.’
Hendrik: ‘De scheiding van onze jongste dochter vonden we ook erg. Daarover praten we dan veel met zijn tweeën, omdat ik merk dat praten belangrijk voor haar is.’
Iwedina: ‘Onze dochters gingen vrijwel tegelijk uit huis. Toen was het ineens heel stil, al die gezelligheid en de aanloop van hun vriendinnen vielen weg. Maar we kunnen de tijd samen goed vullen. We vinden het heerlijk om samen te fietsen en te wandelen door de natuur. En na al die jaren weet je wat je aan elkaar hebt.’

‘Ik worstelde met de taakverdeling, wilde niet ‘het vrouwtje’ zijn’

Ilin Sen-Aarts (49, rechts op de foto) en Patrick Aarts-Sen (48) zijn bijna dertig jaar samen.

Patrick: ‘Hij intrigeerde me, met zijn rode hanenkam en donkere make-up. Ik kwam uit een braaf Brabants gezin, ging in Utrecht studeren en nam zijn kamer over. Als hij de post kwam halen, dronken we samen een kopje thee.’
Ilin: ‘We raakten niet uitgepraat. Al gauw ging ik dagelijks langs voor de post. Maandenlang liet ik expres mijn post niet doorsturen. De eerste twee keer dat hij bij mij bleef slapen, gebeurde er niks. Ik las wat voor, het was gewoon fijn samen.’
Patrick: ‘Die gezelligheid is altijd gebleven. Als we uitgingen om te dansen, zaten we aan het einde van de avond vaak nog aan de bar, druk te praten. Wat betreft smaak en interesses verschillen we enorm. Zo houd ik van lang tafelen en heeft Ilin een hekel aan restaurants. Maar onze karakters komen in veel opzichten overeen: direct, avontuurlijk, reislustig en niet materialistisch.’
Ilin: ‘Ruziemaken kunnen we ook goed. Als wij het gewoon discussiëren vinden, schrikken anderen van de heftigheid. Vooral in de eerste jaren hadden we veel strijd. Als je jong bent ga je ervan uit dat de ander net zo denkt als jij. Inmiddels is het minder belangrijk om het altijd eens te zijn. In de begintijd waren we ook gauw jaloers. Er is nu meer rust tussen ons. ’
Patrick: ‘Ik stoeide in het begin met de rolverdeling. Ik had geen voorbeeld van twee mannen met een langdurige relatie. Wij waren in die tijd een uitzondering. Ik was bang om ‘‘het vrouwtje’’ te zijn, dus deden we alles in huis samen. Jarenlang hadden we ruzie over de kooktijd van rijst, totdat we ontdekten dat ik koken leuk vind en Ilin meer van afwassen houdt – soms is de oplossing heel simpel. Een groot verdriet in onze relatie is dat ik een sterke kinderwens had en Ilin absoluut niet. Kinderen van familie en vrienden hebben die leegte enigszins gevuld, maar nooit volledig.’
Ilin: ‘Onze opvoeding verschilt enorm. Patrick komt uit een veilig nest. Mijn ouders moesten om de zoveel jaar verhuizen voor mijn vaders werk en ik ging op mijn 9de naar kostschool, waardoor ik erg heb geworsteld met verlatingsangst. Maar hoe langer onze relatie duurde, hoe meer ik erop durfde vertrouwen dat het blijvend was. Ook op dieptepunten – bijvoorbeeld toen ik verliefd werd op een ander – wisten we altijd: wij willen door.’

‘We ontdekten ergens ver weg nog een sprankje liefde.’

Joske Biharie-op de Laak (39) en Dharminder Biharie (42) kregen verkering toen ze 15 en 18 jaar oud waren.

Joske: ‘We woonden in een dorp in dezelfde straat. Vanuit mijn slaapkamer zag ik zijn slaapkamerraam. Ik vond hem al een tijdje leuk, maar het duurde maanden voordat we samen naar de pizzeria gingen en na afloop voor het eerst zoenden.’
Dharminder: ‘Toen ik in Amsterdam ging studeren zagen we elkaar alleen in de weekends. We konden goed samen, maar ook goed apart zijn. Dat is altijd zo gebleven. Na mijn studie had ik dienstplicht, waardoor we elkaar soms een maand niet zagen.’
Joske: ‘Ik miste hem dan enorm en draaide liefdesliedjes op mijn kamer. Maar het is ook goed geweest, want we hebben altijd onze eigen vriendschappen en activiteiten gehouden. Toen ik 19 was, trok ik bij hem in.’
Dharminder: ‘Samen ontdekten we de stad en werden we volwassen. Dat maakt het zo bijzonder tussen ons. Met iemand anders zul je die geschiedenis nooit delen. Na twee jaar raakte Joske zwanger. Ik was in shock, maar al gauw wisten we: dit gaan we samen doen. Na onze eerste zoon kregen we nog twee jongens. Een fijne periode, we genoten volop van hen.’
Joske: ‘We hadden een duidelijke taakverdeling. Ik zorgde vooral voor de kinderen en Dharminder werkte. Hij is altijd al veel meer met studie en werk bezig geweest dan ik. Toch zijn we vier jaar geleden in een relatiecrisis beland. De afstand tussen ons was zo groot geworden dat ik niet wist of we nog wel door konden.’
Dharminder: ‘Het was een heel nare, eenzame periode. We spraken niet meer met elkaar.’
Joske: ‘We zijn allebei geen ruziemakers. Ik ben meegaand, soms te lief. Irritaties stapelen zich op, totdat het me te veel wordt. Dharminder is rustig en hij relativeert de dingen waarover ik me druk maak. Tijdens die crisis dacht hij: dit waait wel over. Zo werd het van kwaad tot erger. We gingen uiteindelijk in relatietherapie en ontdekten dat ergens ver weg nog een sprankje liefde zat.’
Dharminder: ‘We wilden ervoor vechten.’
Joske: ‘Onze relatie is daarna beter geworden. We praten meer. Als ik me erger, zeg ik dat meteen. Dat werkt goed.’

‘Hoe harder ze aan me trok, hoe meer ik om me heen ging kijken’

Marjolein van der Tol (29) en Bram van den Helder (30) hebben verkering sinds de middelbare school.

Bram: ‘De vonk sloeg over toen we gingen langlaufen met school. Ik was 15 en zij 14, ze zat een klas lager dan ik.’
Marjolein: ‘We vielen op doordat we toen al zo serieus verkering hadden. We bleven allebei zitten, zoveel spijbelden we om samen te zijn.’
Bram: ‘Na de middelbare school ging ik naar de pabo. Mijn leven veranderde volledig: een nieuwe school, een klas vol meiden…’
Marjolein: ‘Ik zat nog gewoon op dezelfde middelbare school. Dat was best lastig. Hij wilde niet te veel vastleggen voor de weekends, ik wilde weten of we samen uit zouden gaan. Ik voelde me telkens tweede keus.’
Bram: ‘Hoe harder ze aan me trok, hoe meer ik om me heen ging kijken. Misschien waren er wel leukere meisjes? Ik maakte het uit, maar in de trein naar huis had ik al spijt. Ik wilde helemaal geen ander meisje. Een week later was het weer aan.’
Marjolein: ‘Ook ik ging naar de pabo en op mezelf wonen. Later trok Bram bij me in. Ineens kibbelden we over de was. In die begintijd ging hij na een ruzie vaak boos slapen. Dat kon ik niet uitstaan, ik wilde het uitpraten.’
Bram: ‘Nu zou ik dat niet meer doen. Ik weet hoe vervelend ze dat vindt.’
Marjolein: ‘We praten nu meteen over wat ons dwarszit. Daar zijn we steeds beter in geworden.’
Bram: ‘Vooral sinds we een zoon hebben is het rustig tussen ons.’
Marjolein: ‘We zijn ineens een gezin, de tweede is nu ook op komst. Dat is ons veel waard. Mijn vader is overleden toen ik 12 jaar was en de ouders van Bram zijn gescheiden toen hij 9 was. Daarna maakten ze veel ruzie. Misschien dat we daarom al zo jong serieus waren: omdat we stevigheid zochten. We beseffen beiden dat je moeite voor je relatie moet doen.’
Bram: ‘We waarderen wat we hebben en willen daarvoor knokken. Dagelijks zeggen we “Ik hou van jou” tegen elkaar.’

Meer lezen over liefdesrelaties?
• Karin Wagenaar, Relaties, hoe doe je dat?, Van Duuren Media, 2016; een recensie van dit boek staat op pagina 57
• Alfons Vansteenwegen, Liefde aan het werk, Lannoo, 2014, Liefde is een werkwoord, Lannoo, 2009
• Sue Johnson, Laat me niet los, Kosmos Uitgevers, 2014

Training Van single naar samen
Training

Training Van single naar samen

  • Leer wat je valkuilen zijn in de liefde
  • Ontdek welk relatietype je bent
  • Kom erachter wat voor partner bij je past
Bekijk de training
Nu maar
79,-
Bron: o.a. B. Le, C. Agnew, Commitment and its theorized determinants: a meta-analysis of the Investment Model, Personal Relationships 10, 2003

 

Het helpt als je op elkaar lijkt

 

‘Eerste liefdes hebben een enorme impact,’ zegt psychotherapeut en relatietherapeut Karin Wagenaar. ‘Het is een intense ervaring die we vaak idealiseren. Wanneer je die ervaring als echtpaar deelt, maakt dat de relatie extra bijzonder.’ Bij je eerste liefde blijven is lang niet meer zo gangbaar als vroeger. 40 procent van de huwelijken loopt uit op een echtscheiding, gemiddeld na vijftien jaar. Uit CBS-cijfers blijkt wat de belangrijkste reden is: simpelweg op elkaar uitgekeken zijn. Van de Vlaamse relatietherapeut en hoogleraar seksuologie Alfons Vansteenwegen mogen we wel wat meer ons best doen voor het huwelijk. ‘Het gaat niet vanzelf, je zult altijd moeten werken aan een goede relatie.’

Vooral ‘commitment’, de mate waarin we ons willen inzetten voor de relatie, is belangrijk, zo blijkt uit onderzoek. En het helpt als je op elkaar lijkt. Het cliché van de tegenpolen die elkaar aantrekken en compleet maken is geen goed recept voor een langdurige relatie. Vansteenwegen: ‘De kans van slagen is groter naarmate je meer deelt: dezelfde ontwikkeling, sociale klasse, taal, belangstelling, houding tegenover geld, familiewaarden en levensopvatting.’
Maar natuurlijk komen verlangens niet altijd overeen. Dan is het belangrijk om ze naast elkaar te leggen. Vansteenwegen: ‘Een valkuil is: je eigen gelijk willen halen. Door te accepteren dat verlangens verschillen en vervolgens te onderhandelen, kom je tot oplossingen. Meestal zul je dan uitkomen op de middenweg. Of de ene keer krijgt de één zijn zin en de andere keer de ander.’
Ruimte gunnen en ruimte nemen is al net zo belangrijk voor een langdurige, evenwichtige band. ‘Je moet zelf je autonomie bewaken en de eigenheid van de ander respecteren,’ zegt Vansteenwegen. ‘En vooral ook praten. Wanneer partners vertellen wat ze voelen en beleven, ontstaat intimiteit.’ De reactie op die openhartigheid moet natuurlijk wel begripvol zijn. ‘Daarbij is er een groot verschil tussen meeleven en meebéleven,’ zegt Vansteenwegen. ‘Als we bijvoorbeeld verdrietig zijn, willen we dat de ander ons verdriet begrijpt en serieus neemt. Maar als de ander ook verdrietig wordt, voelt dat juist weer niet fijn.’

In onze kinderjaren ontwikkelen we een hechtingsstijl. Die bepaalt mede of we in staat zijn tot een stabiele relatie. Als onze opvoeders adequaat op onze behoeften reageerden, hebben we een basisvertrouwen: het zit goed. Was dat niet het geval, dan zijn we angstig of vermijdend gehecht. ‘Het meest evenwichtig is een koppel van twee veilig gehechte personen,’ legt psychotherapeut Wagenaar uit. ‘Terwijl een angstig gehecht persoon met een vermijdend gehecht persoon veel drama van aantrekken en afstoten oplevert. Deze mensen raken elkaar steeds op een pijnpunt. De angstige partner is bang voor afwijzing, terwijl de vermijdende partner niet geclaimd wil worden. Het vastklampen en afstoten zullen elkaar versterken.’
Gelukkig kunnen partners elkaars hechtingsstijl ook positief beïnvloeden, zegt ze. Zo kan een angstig gehechte persoon meer basisvertrouwen ontwikkelen naast een veilig gehechte partner. ‘Wanneer de een in de stress schiet en de ander rustig blijft, kun je van elkaar leren hoe je omgaat met problemen.’

Een lange liefdesrelatie verandert in de loop der jaren. Vansteenwegen: ‘Een jeugdliefde kenmerkt zich door passie en projectie: we denken dat de ander hetzelfde denkt als wij. Met de jaren worden we realistischer en gaan we de verschillen zien en – als het goed is – accepteren.’ Bij grote veranderingen en uitdagingen, zoals samenwonen, kinderen krijgen, pubers opvoeden, kinderen loslaten of stoppen met werken, kunnen volgens Wagenaar verlangens verschillen en moet een nieuw evenwicht worden gevonden.
Ook een ingrijpende gebeurtenis, een groot verlies of stressvolle situatie kan de relatie op scherp zetten. Wagenaar: ‘Partners kunnen daar verschillend op reageren. Als het je lukt om open naar elkaar te blijven en te erkennen dat je het lastig vindt, en wanneer je je laat helpen door de ander, kun je er samen goed doorheen komen.’