De lach is de meest herkenbare gezichtsuitdrukking ter wereld. Zelfs over de lengte van een voetbalveld kunnen we zien of iemand lacht. De grijns van oor tot oor is hét universele signaal voor vreugde en plezier.
Of is er meer aan de hand? Achter een smile hoeft lang niet altijd een positieve emotie te zitten. Het ene lachje is een teken van minachting, het andere verraadt onzekerheid of verliefdheid. En vaak zit er helemaal geen oprechte emotie achter een glimlach, maar lachen we alleen uit beleefdheid.
Een lach heeft dus vele gezichten. Letterlijk, zelfs: emotie-expert Paul Ekman bracht de bewegingen van gezichtsspieren bij verschillende gezichtsuitdrukkingen zo gedetailleerd in kaart dat er maar liefst negentien verschillende soorten glimlachen konden worden geïdentificeerd.
De precieze betekenis van een lach zit hem in subtiele verschillen in de stand van het hoofd, de aanspanning van spieren rond de mond, ogen en andere delen van het gezicht. Zo zit het verschil tussen een echte ‘plezierlach’ en een glimlach zonder plezier hem in het wel of niet aanspannen van spieren rondom de ogen.
Amerikaanse onderzoekers ontdekten dat zelfs tien maanden oude baby’s hun lippen wel omhoog krullen in reactie op het gebrabbel van vreemden, maar alleen blije, echte lachjes produceren in reactie op hun moeder. We lijken geboren te zijn met echte glimlachen en sociale glimlachen. Maar welk doel dient die sociale lach dan?
Lachen is zeer hoog gewaardeerd gedrag. Glimlachende mensen worden waargenomen als aardiger, eerlijker, oprechter, warmer, socialer, meer ontspannen, aantrekkelijker, intelligenter en competenter. Zelfs achtjarige kinderen tekenen slimme mensen met een lach op hun gezicht.
Lachende overtreders krijgen bovendien een mildere behandeling dan niet lachende overtreders. De glimlach kan dus bewust ingezet worden om een goede indruk te maken en iets gedaan te krijgen. In ruzies en conflicten wordt er meer gegrijnsd dan in neutrale situaties.
Waarschijnlijk dient de lach dan als uitnodiging om mee te werken. En met resultaat: uit een ander onderzoek bleek dat getrouwde stellen die tijdens gesprekken minder naar elkaar lachten, ook de minste vooruitgang boekten bij de oplossing van een conflict.
‘Ik ben niet gevaarlijk!’
De dubbelzinnigheid van de glimlach valt misschien te begrijpen als we kijken naar de herkomst ervan. De glimlach bij mensen is waarschijnlijk afgeleid van wat etholoog Jan van Hooff bij apen het ‘stille-blote-tanden-gezicht’ noemt.
Het opzijtrekken van de mondhoeken met een ontblote rij tanden en opengesperde ogen is een uiting van angst bij apen. Dit angstige gezicht zegt ook: ‘Ik ben geen bedreiging voor jou’, en van daaruit is het, zoals dat heet, geritualiseerd naar een uitdrukking die zegt dat we niets kwaads in de zin hebben en de ander aardig vinden.
De grijns is dus oorspronkelijk een teken van angstige onderdanigheid. Heel wat anders dan de schaterlach, die een betrouwbaarder teken is van innerlijke vreugde en plezier. Hierbij gaat de mond open en blijven de tanden bij apen meestal bedekt door de lippen.
Dat de glimlach bij mensen ook nog steeds met onderdanigheid te maken heeft, blijkt onder andere uit verschillen tussen mannen en vrouwen. Vanaf een jaar of vijf lachen meisjes al meer dan jongens. Waarom? Een theorie van Marianne LaFrance en Marvin Hecht stelt dat dit vooral komt door machtsverschillen.
Mensen met meer macht zijn vrijer om te besluiten of ze zullen lachen of niet en mensen met een lagere status zijn meer gebonden aan sociale regels en verwachtingen. Omdat in de meeste sociale situaties mannen meer macht hebben dan vrouwen, zullen vrouwen meer lachen om de ander gunstig te stemmen.
Het blijkt inderdaad uit onderzoek dat mannen met een hoger testosteronniveau minder vaak glimlachen – en testosteron is het hormoon dat voor typisch mannelijk en dominant gedrag zorgt.
Emoties maskeren
Hoe dominanter iemands positie, hoe minder van die persoon verwacht wordt dat hij lacht. Vrouwen lachen meestal meer dan mannen, maar veel minder als ze een dominante positie hebben, bleek onlangs uit een onderzoek van LaFrance.
Als er anderen bij zijn, lachen vrouwen veel meer dan wanneer ze alleen zijn. Dat laat zien dat sociale verwachtingen een grote rol spelen in het lachgrage gedrag van vrouwen. Vrouwen die niet mochten glimlachen terwijl ze iemand feliciteerden, vreesden ook veel meer negatieve consequenties dan mannen.
De niet lachende vrouwen voelden zich oncomfortabel, ongepast en waren bang dat de ander hen minder aardig zou vinden. De mannen dachten niet dat anderen daardoor minder positief over hen zouden gaan denken.
Misschien juist omdat de lach zo’n sterk en herkenbaar signaal is, wordt hij van alle gezichtsuitdrukkingen ook het meest gebruikt om andere emoties te maskeren.
Vooral Japanners zijn daar goed in. Hoewel Aziatische en Amerikaanse baby’s van elf maanden niet van elkaar blijken te verschillen in hun lichaamstaal, blijken volwassenen zich sociale regels te hebben aangeleerd over het wel of niet uitdrukken van emoties in het openbaar.
Toen Japanse en Amerikaanse studenten naar vreselijke filmpjes moesten kijken van amputaties, uitte iedere deelnemer in eerste instantie walging bij het zien van al het spetterende bloed. Maar toen er een onderzoeker in een witte jas binnenkwam met een notitieblok, veranderde het gedrag van de Japanse studenten dramatisch. Opeens bekeken ze de gruwelijke filmpjes met een glimlach op hun gezicht.
Vooral negatieve emoties worden gemaskeerd met een grijns. En hoewel de neplach niet perfect is (de ogen lachen niet), lukt het vaak wel de echte gevoelens te verbergen achter een lach. Het is immers niet meer te zien welke emotie er achter de grimas schuilgaat. Bovendien zijn mensen niet bijzonder goed in het onderscheiden van echte en onechte lachjes.
Spanningsreductie
Een heel andere verklaring voor lachen op pijnlijke momenten geeft de Amerikaanse onderzoeker Matthew Ansfield. Ook hij liet walgelijke filmpjes zien aan mannen en vrouwen. Hoe walgelijker het filmpje, hoe gespannener de deelnemers zich voelden, én hoe meer ze geneigd waren te lachen.
De mensen die het meest hadden gegniffeld tijdens de filmpjes, bleken zich achteraf het minst gespannen te voelen. Ansfield denkt dat het lachen niet zozeer diende om stoer te lijken, maar om te beschermen tegen spanning. Anderen beoordelen mensen die lachen om erge dingen namelijk helemaal niet positief.
Mannen lijken vaker te lachen om negatieve gevoelens te verbergen dan vrouwen. Dat blijkt niet alleen uit de experimenten met de filmpjes. Ook als ze met elkaar praten, lachen mannen meer wanneer de een vertelt over iets waar hij boos over is dan wanneer diegene vertelt over een vrolijke gebeurtenis.
Vrouwen tonen de gezichtsexpressie die past bij de toon van het verhaal. Ook hier zien de onderzoekers de mannelijke lach als een poging om de spanning te verminderen die wordt opgeroepen door negatieve verhalen, en om een onaangedane, macho indruk te wekken.
Glimlachtrainingen
Hoewel de oorspronkelijke emotionele uitdrukkingen aangeboren en overal ter wereld hetzelfde zijn, verschillen volwassenen in verschillende culturen wél in de manier waarop ze emoties tonen. Vooral de momenten waarop er gelachen mag of zelfs moet worden, zijn van cultuur tot cultuur verschillend.
Waar Amerikanen zich de ganse dag suf smilen (de ‘contactglimlach’), lachen Duitsers bijvoorbeeld alleen naar elkaar als ze daar aanleiding toe zien (de ‘aanleidingsglimlach’). Die verschillen kunnen tot onbegrip en irritaties leiden.
Het Duitse tijdschrift Psychologie Heute wijdde vorig jaar een artikel aan de wederzijdse lachergernissen tussen Amerikanen en Duitsers. Amerikanen noemen de normale gezichtsuitdrukking van Duitsers tijdens een ontmoeting the German death-look; Duitsers vinden de big smile van Amerikanen oppervlakkig en oneerlijk.
Het lijkt erop dat we in de loop der jaren meer zijn gaan lachen. Uit een onderzoek bleek dat mensen op foto’s van trouwerijen en feestelijke gelegenheden vóór 1920 nooit lachten, terwijl in de jaren zeventig 60 procent van de mannen en 80 procent van de vrouwen een glimlach laat zien.
Ook in Amerikaanse jaarboekfoto’s is in de jaren voor 1920 nooit een volledige lach te zien. En sinds Kennedy zien we Amerikaanse presidenten ook met een brede grijns, terwijl dat vroeger ondenkbaar was voor een man in zo’n positie.
Wordt een glimlach steeds meer van ons verwacht, in een maatschappij waarin de commercie de dienst uitmaakt? Het lijkt er wel een beetje op.
Ook de grote Nederlandse warenhuizen geven tegenwoordig glimlachtrainingen aan hun personeel. Want als we competenter, eerlijker, aardiger en slimmer worden gevonden als we lachen, dan geldt dat waarschijnlijk ook voor het product dat we in onze handen hebben terwijl we lachen.
Arnold Drijver van Maxeda, het concern van onder andere de Bijenkorf: ‘Wij zijn gestart met het zogenoemde Smile-programma, om de lach letterlijk en figuurlijk op de werkvloer te brengen.
Uit onderzoek blijkt dat de tevredenheid onder ons personeel en bij onze klanten sindsdien is toegenomen. Tijdens een sollicitatiegesprek moet tegenwoordig minstens een keer gelachen worden, anders wordt iemand niet aangenomen.’
Moeten we oppassen voor de oprukkende glimlach? Agneta Fischer, hoogleraar sociale psychologie aan de Universiteit van Amsterdam en gespecialiseerd in emoties: ‘Ik zie het niet zo negatief. Over het algemeen vinden mensen het gewoon prettig als iemand vriendelijk is en lacht.’
Ook als het niet gemeend is? ‘Dat maakt helemaal niet uit. Zowel degene die lacht als degene naar wie gelachen wordt, gaat zich lekkerder voelen; agressie neemt af, er ontstaat een betere sfeer. Ik vind het wel een goede ontwikkeling als er naar Amerikaans voorbeeld in de dienstverlening meer gelachen gaat worden. Of het nep is, kan me niet schelen. Het is toch beter dan al die chagrijnige koppen die je hier vaak ziet.’
Een dag niet gelachen…
Hoe belangrijk is glimlachen eigenlijk voor je dagelijks functioneren? Het eerste wat ik merk op de dag dat ik besluit eens niet te glimlachen, is dat het bijna niet te doen is. De lachjes ontglippen je vrijwel automatisch.
Zelfs mijn aannemer die ik eigenlijk zou moeten begroeten met een mep vanwege een volkomen uit de hand gelopen verbouwing, krijgt ondanks mijn voornemen een flauw lachje van me toegeworpen. Wil ik nog steeds dat hij me aardig vindt? Op mijn werk bijt ik op mijn mondhoeken terwijl ik aan de vergadertafel schuif.
Collega’s die me lachend goedemorgen heten, krijgen met een stalen gezicht een goedemorgen terug. Dit is raar! Ik doorbreek een stilzwijgende gedragscode en dat voelt niet goed. Ineens sta ik overal buiten. Niet meedoen met je gezichtsuitdrukking maakt blijkbaar ook dat je überhaupt niet helemaal deelneemt.
Na de vergadering zegt een collega dat ik eruitzie alsof ik een slaaptekort heb. Mijn baas vraagt bezorgd of er iets is. Als ik word voorgesteld aan een vriendelijke fotografe die onzeker naar me kijkt als ik strak en zakelijk reageer, breekt mijn muur. Dit gaat niet! Glimlachen is de siliconenspray van de communicatie. Zonder dat loopt het stroef en ongemakkelijk.
Niet glimlachen maakt baby’s ongelukkig
De Amerikaanse psycholoog Jeffrey Cohn deed een experiment waarbij gezonde moeders drie minuten niet mochten lachen tegen hun baby, terwijl ze die vasthielden. De baby’s reageerden vrijwel meteen met ongenoegen.
Ze probeerden van alles om weer contact te krijgen met hun moeder door zelf meer te lachen, geluidjes te maken en hun armpjes naar haar uit te strekken. Zelfs op zeer jonge leeftijd zetten we dus al sociale vaardigheden in om intermenselijke problemen op te lossen.
Een ander tekenend resultaat: binnen die paar minuten staakten de baby’s hun pogingen en trokken zich terug. Ook als de moeder weer begon te lachen, bleven ze een minuut afstandelijk en gespannen.
Cohn concludeerde dat depressie bij moeders gevolgen kan hebben voor de ontwikkeling van kinderen. Ze zouden problemen kunnen krijgen met het oppikken van emotionele signalen, en daardoor afstandelijk worden in hun relaties.